Bottenhuis
Betsy Toibin
'Spannende historische roman' staat op de omslag. Het is daarmee niet makkelijk in een categorie onder te brengen, maar wat er staat klopt wel. Het verhaal over twee vrouwen boeit van begin tot eind. Het eerste boek van Betsy Tobin is daarmee meteen een uitstekend debuut.
Het speelt in de zeventiende eeuw, in Engeland, ergens in een klein dorp. Dora is vanwege haar beroep - de hoer van het dorp - geliefd bij de mannen, maar ook de meeste vrouwen zijn erg op haar gesteld. Dat komt door haar uitstraling, ze is een open warme vrouw, die altijd klaar staat voor anderen. Dus kan niemand begrijpen wat er gebeurd is als ze haar op een dag vinden op de bodem van een vallei. Is het een ongeluk? Of is ze geduwd? Dat ze het zelf gedaan zou hebben, dat is onmogelijk: ze laat een zoon van een jaar of elf achter, die geestelijk niet in orde is, en er nu alleen voor staat. Dat zou Dora nooit doen.
De vroedvrouw van het dorp, en haar dochter nemen de zorg voor de jongen op zich. De dochter is de ik-figuur. Zij verkeert in een goede positie om alles te weten: dochter van de vroedvrouw, vriendin van Dora, en kamerbediende in het Grote Huis. Haar mevrouw is aan het einde van haar leven, maar ze wil eerst nog een paar plannen ten uitvoer brengen: haar portret en dat van haar - mismaakte - zoon laten schilderen, en die enige zoon uithuwelijken. Zo komt de schilder in huis, de man die zonder dat hij het beseft alles in beweging brengt.
De beschrijving van het leven in een dorp lijkt me heel geslaagd: men wantrouwt wat men niet kan verklaren. Er moet een zondebok gevonden worden, en daarbij laat men zich leiden door jaloezie en achterdocht. Kan een foute beslissing voorkomen worden?
Het vertellende meisje ziet van alles gebeuren dat ze in eerste instantie niet begrijpt, maar deze gebeurtenis en de gevolgen lijken haar volwassen te maken, en gaandeweg wordt het haar duidelijk. De manier waarop Tobin dat doet is heel mooi. Ze creëert een geheimzinnige sfeer, waaruit de feiten langzaam opdoemen.
'Ik weet niet wanneer ze haar lijf begon te verkopen, evenmin hoe het gebeurde, en of het eigenlijk haar bedoeling is geweest. Wel dat het juist en natuurlijk scheen. Als kind speelde ik vaak voor haar huisje. De mannen kwamen en gingen en waren altijd vrolijk. Toen ik mijn moeder vroeg waarom Dora zoveel bezoek kreeg, zei ze dat haar huis een winkel was waar zaken werden verkocht waar mensen van hielden, maar die ze niet nodig hadden. Ik nam aan dat dit op eten sloeg, en een tijd lang stelde ik me een geheime
kelder voor vol zeldzame heerlijkheden en snoepjes. Maar toen ik vroeg of wij niet konden proeven van de dingen die ze te koop had, zei mijn moeder dat wij die niet lekker zouden vinden. Voor mij betekende dat zeevoedsel: oesters, kokkels, zeepaling in gelei en dat soort dingen, waarvan ik nooit heb gehouden. Toen ik mijn moeder vroeg of het dat soort kost was dat Dora serveerde, zweeg ze even en antwoordde vervolgens dat het er veel van weg had.'
ISBN 90 295 4832 0 Paperback 259 pagina's | Archipel, Uitgeverij | november 2000
Vertaald door Luud Dorresteyn, W. Niehaus
Marjo, december 2009
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER