Boekenarchief T-U-V

Joost de Vries

Clausewitz
Joost de Vries


Clausewitz was het codewoord in de laatste dagen van de tweede wereldoorlog: de bedoeling was om zoveel mogelijk schade toe te brengen aan de Duitse infrastructuur en industrie. Waardevolle zaken moesten vernietigd worden om er voor te zorgen dat de vijand er niet mee aan de haal ging. Is onze hoofdpersoon die vijand?


Tim lijkt een veelbelovende student. Hij studeert twee maal af:  in Internationale betrekkingen en in de rechten, twee scripties waarvan hij toegeeft dat ze elkaar deels overlappen. Ook heeft hij een minor gedaan in de letterkunde en toen interesse gekregen in Ferdynand LeFebvre, een verdwenen schrijver. Nadat hij samen met vriend Joost (!) de nationale Scriptieprijs gewonnen heeft is Tim een promotieplek aangeboden. Dus gaat hij aan de slag met een onderzoek naar LeFebvre, en hij denkt er een paar jaar voor nodig te hebben.
Maar dan overkomt hem iets eigenaardigs: op een rommelmarkt in Frankrijk vindt hij een klein boekwerkje, van een onbekende schrijver. Het heeft geen ISBNnummer, en als hij de zoon van de schrijver heeft gesproken besluit Tim dat het geen kwaad kan om dat boekje te gebruiken voor zijn proefschrift. Maar eigenlijk houdt dat in dat hij al klaar is, de schrijver heeft al het onderzoek al gedaan!  Wat een mazzeltje leek, dreigt negatief uit te pakken. Vóór de vondst had hij een doel voor ogen, hij zou net als zijn Grote Broer iets bereiken, naam maken. Een meesterwerk schrijven, de schrijver vinden. Het is nep. Fictie.
Als hij zijn vriend, nu uitgever, Joost  er over vertelt vraagt deze hem om naast dat proefschrift een literair non-fictieverhaal te schrijven. En zo gaat Tim toch nog zelf naspeuringen doen naar de verdwenen schrijver.


Maar het verhaal van Tim over wat hij allemaal vindt en niet vindt, over zijn reizen en de gesprekken met mensen die iets met LeFevre te maken hadden, is maar een deel van wat we in dit boek terugvinden.
Of Tim de verdwenen schrijver wel of niet vindt, het doet er niet toe, het is veel meer het verhaal van Tim zelf. Of misschien wel van degene die geschreven heeft wat wij lezen. Het is het beeld van een nogal onvolwassen jongeman, die misschien wel veel weet, maar al die kennis nog niet direct kan plaatsen. Hij doet intellectualistisch, strooit met namen en feiten, het liefst door ze alleen maar aan te stippen. Lastig voor de minder onderlegde lezer.


Dat is dan ook vooral mijn kritiek. Het geheel is geen geheel. Begonnen lijnen worden niet doorgetrokken. Behalve de feiten waarvan we weten dat ze waar zijn, is  de les die er uit getrokken moet worden niet duidelijk. Vriend Joost stuurt Tim een link naar een onderzoek van Britse biologen, de ‘cognitive imperative’, hetgeen inhoudt dat de evoluerende mens lessen moet trekken uit eerdere acties. Tim, warhoofd als hij is, lijkt dat niet te kunnen, hij draaft maar door, tot de haast onafwendbare eindconclusie. Veelzeggend is de omslag, die het schilderij ‘charge of the light brigade’, toont, over de slag bij Sebastopol.


‘Ik kon mijn benen op mijn bureau leggen en een kwartier, een halfuur, naar het schilderij kijken; er was iets wat ik miste, wat die mannen wel hadden, de discipline om een vallei des doods; in te galopperen in perfecte slagorde, recht op de Russische kanonnen af. Het had met plichtsbesef te maken, denk ik, en het gevoel dat je in een regiment dient met een bepaalde geschiedenis en dat je nooit die geschiedenis mag verloochenen.’


ISBN 9789044616408 | Paperback | 229 pagina’s | Uitgeverij Prometheus | september 2010

© Marjo, 25 november 2010

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER