Boekenarchief T-U-V

Robert Vacher

Spel van Troost
Robert Vacher

De titel van dit boek is ontleend aan een ritueel in een dorp aan het Posomeer in Sulawesi Tengah in Indonesië, waar de hoofdpersoon van dit boek onverwachts getuige van is. Vrienden en familie zitten in een kring bijeen rond een opgebaarde dode en zijn onderling verbonden met een dunne draad. Ze schuiven langs de draad een ring naar elkaar door en iemand buiten de kring raadt wie de ring in zijn hand heeft, terwijl de hele nacht door het lied 'Djondjo Awa' gezongen wordt... Ga dan, neem hem mee, bescherm hem, begeleid hem. Met veel eerbetoon wordt er afscheid genomen om zo de kans te vergroten dat de gestorvenen meewerkt om de gewassen te laten gedijen en te voorkomen dat hij de levenskracht van de rijst meeneemt naar de onderwereld. De ziel van de dode gaat op reis en wordt door het gezang begeleid tot aan de rivier die de scheiding vormt tussen het aardse bestaan en het leven in het land van de voorouders.

Dit boek kent twee hoofdpersonen. Allereerst is er de anonieme ik-figuur, wiens reisavonturen we volgen, maar daarnaast is er als rode draad door het boek Joey Deville. Een Nederlandse jongen die er uit ziet als een Spanjaard. Onze ik-figuur ontmoet hem in Portugal en is meteen gefascineerd door deze Joey, een fascinatie die hem niet meer los zal laten en die hem uiteindelijk over de hele wereld zal brengen, al weet hij dat dan nog niet. Joey denkt en leeft op een manier die hij niet kent, hij trekt door de wereld zonder geld, zonder vaste woon en verblijfplaats en zonder al te langdurige contacten. Op zijn twaalfde is hij van huis weggelopen en sindsdien leidt hij een zwervend leven. Hij bezit alleen wat kleren, een slaapzak en een beetje tabak en leeft van wat mensen hem onderweg geven. Joey is niet alleen ontworteld, hij wíl ook helemaal geen wortels hebben. Het ergste wat hem kan overkomen is dat hij de vrijheid zou verliezen om op elk moment van gedachte te kunnen veranderen en zijn leven een andere draai te kunnen geven. Altijd moet hij verder, altijd lonkt er meer.


"Terwijl hij aan het woord was drong het tot me door dat Joeys kracht in de consequente keus lag om alleen te leven. Hij sprak uitsluitend namens zichzelf. Het stelde hem in staat elk moment toe te geven aan zijn grillen, vrijwel zonder principes en codes te zijn en, wanneer het niet anders kon, zonder scrupules. De les die uit het leven geleerd kon worden was simpel. Het ging erom zonder klacht steeds meer pijn te verdragen. Joey was vuurmaker. Maar ook in zijn binnenste brandde een vuur. Zijn beste momenten leken die waarop zijn eigen vuur met het vuur van het universum versmolt. Hij had een recalcitrante geest. Op argeloze vriendelijkheid kon hij met een sneer reageren. Hij kon iemand het masker van het gezicht trekken. Ambities waren een valkuil”


Joey en de ik-figuur trekken een tijd samen op tot hun wegen weer scheiden. Terug in Nederland ontmoet hij Eva, die Joey ook blijkt te kennen. Eva brengt hem in contact met Noor, de tante van Joey. Zij verteld dat Joey geboren is in Indonesië en het kind is van haar broer, een blanke planter in  Buara Blimbingen, en een Indonesische inlandse vrouw, Siti. Noor nam Joey als  twaalfjarige mee naar Nederland, omdat de situatie te dreigend wordt voor witte Nederlanders. Joey’s vader was toen al overleden, zijn moeder bleef achter. Noor heeft wroeging over de manier waarop zij Siti vroeger behandeld heeft, en biedt onze ik-persoon geld aan om haar in Indonesië te zoeken en het namens Noor goed met haar te maken. Een aanbod wat hij met beide handen aangrijpt.


De zoektocht geeft je als lezer een merkwaardige sensatie, omdat je al vermoed dat Joey zelf helemaal niet zo in zijn afkomst en zijn moeder geïnteresseerd zal zijn, het is meer de obsessie van de ik-persoon dan van Joey. Uiteindelijk slaag hij na een lange zoektocht toch in zijn missie en vervolgt hij met het geld van Noor Deville zijn reis verder naar India. In dit gedeelte wreekt zich een beetje de makke van het boek, namelijk dat hoewél we de reizen van onze ik-persoon volgen, Joey de eigenlijke maat der dingen is. Nu de speurtocht naar zijn moeder volbracht is, en Joey zelf even niet in beeld is, mist het verhaal zijn urgentie, en zakt, ondanks prachtige beschrijvingen van India, behoorlijk in. Daar komt pas weer verandering is als Joey zelf, toevallig ook in India, weer in beeld komt.


Na de eerste ontmoeting met Joey in Portugal had het verhaal voor de meeste van ons waarschijnlijk geëindigd… Zo gaat dat in het leven… je reist, je ontmoet iemand die je fascineert en je leeft weer verder. Maar hier gaat het anders, Joey verandert van een fascinatie langzaam in een obsessie en wordt het referentiekader bij alles wat onze ik-figuur doet. Hij vraagt zich alsmaar af of hij dat ook zou kunnen, permanent leven zonder geld, zonder thuisbasis, zonder zekerheid. Zijn reizen blijven reizen met een begin en een eind, hoe lang en ver hij ook weg gaat, uiteindelijk zal hij altijd weer terugkeren naar zijn basis, en zijn oude bestaan weer oppakken. Voor Joey zijn zijn reizen geen episode, het ís zijn leven, de enige vorm van bestaan die hij kent. En hoe hard de ik-persoon daar ook naar streeft, zo zal hij nooit worden…


“Op deze prachtige plek had ik nooit gezeten als ik met een zak met geld had rondgelopen. Opnieuw werd Joey in zijn gelijk bevestigd. Toch moest ik toegeven dat ik niet in staat was zijn onverschilligheid en moed blijvend te omhelzen. Ik was tijdelijk opgesloten in zijn huid die weldra te krap of te ruim zou worden. Een tijdlang kon ik het onzekere van een wild bestaan aanvaarden, maar op den duur lokte toch meer de alledaagse zekerheid van een meer uitgebalanceerd leven. Ik miste het talent om een monsterverbond te sluiten met het onzekere waardoor de grillen van het lot makkelijker greep op me kregen. Ik verzette me misschien tegen het lot. Joey leek de grilligheid van het leven te zoeken, te omhelzen, te koesteren. Hij stak zijn kop erin en deinsde nergens voor terug.”


En zo is er eigenlijk nog een derde hoofdpersoon, de reis zelf. Niet het reizen met een plan, het reizen om weer terug te keren, maar het reizen als doel op zich. Met alle consequenties van dien, met de aantrekkingskracht daarvan, en het gevaar. Over de keuze tussen die twee gaat eigenlijk dit boek. Het is een ode aan het reizen, aan de wereld die zoveel groter is dan wij denken. Aan de paden die buiten de onze geijkte reisgidsideeën gaan. Over de hardheid van het leven. Over de onthechting van het reizen, de zoektocht daarna en de vraag in hoeverre je dat eigenlijk moet willen en wat de prijs er van is.


Robert Vacher zwierf jarenlang door Azië en Afrika en verbleef regelmatig in Frankrijk en Spanje. Hij schreef diverse romans en een verhalenbundel en publiceerde in diverse tijdschriften. Spel van Troost verscheen oorspronkelijk in 2001 bij uitgeverij Prometheus onder de titel Kai en is voor deze nieuwe editie door de auteur geheel herzien.


ISBN 9789082501148 | Paperback | 382 pagina's | Aldus Boek Compagnie | 1e druk 2001 (onder de titel Kai) /2e druk maart 2017/ 3e druk 26 februari 2018

© Willeke, 1 februari 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER