Boekenarchief T-U-V

Chris Vuklisevic

Thee voor de geesten
Chris Vuklisevic

Als je langs de rivier de Vésubie ten noorden van Nice de bergen de Mont Bégou op gaat, kom je langs meerdere dorpjes. Kleine boerendorpjes, als Castagniers, Utelle, Le Colombier, Lantosque Roquebillière en nog hoger de berg op Bégoumas, het meest verborgen spookdorp.


De verteller van dit verhaal is de archivaris van Nice. Hij heeft de opdracht gekregen om uit te zoeken wat er met dat ene dorp gebeurd is.  De inwoners van Bégoumas zijn namelijk om onverklaarbare redenen verdwenen. Dat is zeventig jaar geleden.
De verder naamloze archivaris vertelt ons over de tweelingzussen, die op de schapenboerderij geboren werden in 1940. Hij moet het doen met wat Félicité hem vertelde.


Het was een moeilijke bevalling. De moeder, Carmine, was al meer dan een maand over tijd, en toen de zussen zich dan eindelijk lieten zien, was het meteen duidelijk dat ook zij niet ‘normaal’ waren. De oudste werd Félicité genoemd, de (ongewenste) tweede Agonie. Bij het aangeven husselt de vroedvrouw de letters, zodat de naam Egonia genoteerd wordt.
Deze laatste had slechts één tand, bij de geboorte al aanwezig, en als zij sprak kwamen er vlinders of andere insecten uit haar mond. Als zij ergens spuwde, groeiden er planten met gigantische ranken en bloemen, die al het andere verstrikten.
Al toen de meisjes vijf jaar waren zorgden ze voor zichzelf; ze moesten wel want hun moeder verdween geregeld om dan weken weg te blijven.


De oudste gaat naar school, de jongste niet. Duidelijk is waarom niet.
Félicité gaat naar het lyceum in Nice, waar ze Marine leert kennen, de theeoloog die haar alles zal leren over thee, en over fantotactiel serviesgoed. Samen reizen ze de wereld over, op zoek naar thee. En dan vergeet ze haar moeder en haar zus, die ze beloofd heeft geregeld terug te komen.


Later zal ze een eigen winkeltje hebben in Nice: een detectivebureau ‘voor schimmen, dolende en dwalende geesten’.
Daar komen mensen die nog iets willen van de mensen die hen onlangs ontvallen zijn. En dan begint Félicité met haar theeritueel.


 ‘Eerst vulde ze de fluitketel. Wachtend op het eerste borrelen van het water koos ze daarna een theepot uit van de tientallen die langs de muur stonden, op commodes en in raamkozijnen, in alle vormen die je kunt bedenken – een pompoen met een plantenhandvat, een dame in rokken, een vleugelpiano, een huisje met een strodak, een zwaan, en verder ronde, ovale, in peervorm, van koper, van keramiek, van gietijzer, van porselein, van klei, dunne, dikke, witte, gekleurde,  vergulde – goed, ja snapt het, veel theepotten. Vervolgens haalde ze de koppen tevoorschijn. Daar bleek ze een stuk minder kieskeurig over te zijn: ze pakte er gewoon een paar en zette ze op niet bijpassende schotels.


Behalve voor de schimmen natuurlijk. Het servies dat voor de spoken bedoeld was, zat in een koffertje dat niet veel groter was dan een woordenboek. Wanneer ze het opende zag je daarbinnen de kleur van een hart dat klopt. Elk kopje, elk schoteltje, elk lepeltje rustte er in zijn fluwelen nest. Ze haalde ze er een voor een uit alsof het breekbare eieren waren; het liet de donsachtige stof dansen…’


Maar er zijn ook haar eigen schimmen. En haar moeder en haar zus. Een familie met geheimen, die ontsluierd moeten worden.


Een verhaal over thee. Over theepotten, die eigenzinnig zijn, moeilijk onder controle te houden (het antwoord op de vraag waarom je toch altijd morst bij het schenken)
Over schimmen en familiegeheimen. Over magie, over schizofrenie, en natuurlijk over dat weerbarstige landschap in de bergen ten noorden van Nice.


Een wonderlijk verhaal dat je moet liggen, maar ben je er eenmaal in begonnen, dan leg je het niet meer weg. Het is een psychologisch verhaal, een fantastisch, surrealistisch verhaal, dat je meesleept. Neem er een kopje thee bij en verdiep je in het wonderbaarlijke leven van de zussen en hun voorouders.
Het is vlot geschreven, met vaak mooie zinnen, in korte hoofdstukken, met af en toe tussenstukjes waarmee de archivaris je even terug op aarde zet.
Bijzonder verhaal.


Chris Vuklisevic werd geboren in de Franse Rivièra, maar woont nu in Ierland. Ze is podcasthost en schrijver, en won met haar debuut diverse prijzen. Thee voor de geesten is haar tweede boek, en het eerste dat in het Nederlands wordt vertaald.


ISBN 9789401620888 | Paperback | 368 pagina's | Uitgeverij Xander | november 2023
Vertaald uit het Frans door Mariella Manfré

© Marjo, 11 maart 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER