Phineas' feest
Sophie Tak
Dit uitzonderlijke verhaal begint bij de wereldvreemde Hilmar Ouwenaer die al twintig jaar afgezonderd leeft in een tent. Zijn enige gezelschap is Knurft, de hond. Hilmar zit te wachten op Max, zijn enige vriend die hij ook al twintig jaar niet gezien heeft. Het bezoek jaagt hem angst aan maar hij kijkt er ook naar uit. Uiteindelijk valt het allemaal, zoals zo vaak als je ergens tegenop ziet, enorm mee.
Max vertelt over de twee dochters van Hilmar, Adelien die inmiddels neurowetenschapper is en Lea, die het ene na het andere kind baart. Binnenkort is er een kraamfeest wegens de geboorte van de jongste van Lea, Phineas. Max is uitgenodigd, hij mag een introducé meenemen, zou het niet eens tijd worden dat Hilmar zijn gezicht weer eens laat zien? Natuurlijk zegt hij nee totdat Max vertelt dat Tanneke een nieuwe vriend heeft ... Tanneke de ex-vrouw en grote liefde van Hilmar. Opeens wil Hilmar wèl mee, want Tanneke blijft van hem, ook al is hij weg. Over Hilmars zoon, Johannes, wordt geen woord gesproken.
In de volgende hoofdstukken getiteld Adelien, Johannes, Lea en Tanneke lezen we, afwisselend zich afspelend in het heden en verleden, waarom Hilmar vertrokken is.
Adelien is plomp en groot.
"Alles aan haar was net een slagje ruimer dan bij anderen. Ze bewoog zich log, nam bedachtzame passen, draaide haar hoofd traag, als een vriendelijke olifant. [...] Van boven was Adelien net een American football-speler, terwijl ze van onderen meer weg had van een hen met flinke kippendijen die uitliepen in stakerige kippenpootjes.
En nu was er dus dat scheldwoord.
Het leek alsof haar lichaam er nog groter van werd, alsof het ernaar ging staan."
Ze leeft samen met oud schoolgenoot Wobbe, een blonde holenbeer, en leidt een redelijk tevreden bestaan. Vlak voor het kraamfeest komt ineens haar zwervende broer Johannes weer in beeld. Het is een schok, maar ook prettig, ze is blij hem te zien. We lezen wat er zich vroeger allemaal afgespeeld heeft tussen haar en Johannes. Adelien hield van haar broertje maar hij maakte het iedereen soms wel érg moeilijk. Helaas Johannes kan niet bij haar blijven, hij moet maar naar Lea...
In het hoofdstuk Johannes komen we eindelijk te weten wie hij is en vooral wat er zich allemaal in zijn hoofd afspeelt en dat maakt hem interessant. De zeer intelligente man leeft op de golven van zijn gevoelens en emoties en die variëren van euforisch, diepzwart tot zwaar agressief. Hij bloeit totaal op als iemand aardig voor hem is, maar dat kan zomaar omslaan in achterdocht en waandenkbeelden. Hij wil zo graag dat mensen van hem houden, dwingt zichzelf steeds weer om positief te denken maar verpest het voor zelf ook iedere keer door zijn onvoorspelbare gedrag. Je hebt met de jongen te doen. Je gunt hem zijn gezinsgeluk, hij wil zo ontzettend graag een fijn en positief leven. Waarom snapt niemand dat nou?
"Als een rups zal hij zich verpoppen, tot er in zijn lichaam geen zwerversmolecuul meer over is. [...]
Samen lopen ze over de Weesperzijde terug naar Adeliens huis. En hij fluit zelfs een deuntje en hij merkt dat hij anders begint te lopen, hup het hoofd hoog, de armen losjes mee, de rug kaarsrecht, hier komt hij! En Adelien lacht naar hem en verdomd, wat voelt dit goed, hier, met haar, met zijn bloedeigen zus, ja!
Maar dan gebeurt er iets wat niet zou moeten gebeuren, iets wat alles weer voor eventjes verpest, en zo moet je altijd op je hoede zijn voor momenten van geluk want geluk is tenslotte niet veel meer dan het korte moment dat je met je armen in de lucht op je fiets zit en lachend omkijkt naar je vrienden en de zon die je voelt, voordat je op een vrachtwagen knalt. Op de stoep zitten twee dikke duiven die weigeren voor hem aan de kant te gaan. [...]"
Deze Johannes is nu dus onderweg naar het grote gezin van lieve Lea, zijn zusje die altijd zo aardig voor hem was. Die hem zocht toen hij zoek was. Hij verheugt zich erop. Als hij bij Lea gearriveerd is geniet hij van het gezinsleven, totdat die stem in zijn hoofd weer begint...
Ondertussen is Lea druk met de voorbereidingen van het feest, zij kan Johannes er eigenlijk niet bij hebben. In dit hoofdstuk over Lea leren we de échte gedachten en gevoelens van haar kennen en die zijn op zijn zachts gezegd zeer verrassend én verwarrend.
En dan zijn er natuurlijk nog Tanneke en Hilmar ...
Het verhaal moet even op gang komen maar dan heeft het je ook volledig in zijn greep. Het bijzondere van dit verhaal is dat de schrijfster uitstekend het 'show don't tell' principe heeft toegepast. Je beseft wat zij schrijft en wat voor gevolgen dat heeft of heeft gehad, maar genoemd wordt het niet. De hele familiegeschiedenis blijkt ook uiteindelijk totaal anders in elkaar te zitten dan je aanvankelijk dacht en dat heeft enorm verstrekkende gevolgen gehad. Dat besef dringt pas langzaam tot je door. Sophie Tak heeft namelijk sluipenderwijs de spanning fantastisch weten op te bouwen en er een indrukwekkende draai aan weten te geven.
Al met al een onthutsend debuut dat nog een flinke tijd nodig heeft om helemaal te bezinken.
Sophie Tak is Neerlandicus en docent Nederlands. In haar studietijd voerde ze de redactie over literair tijdschrift Moxi, waarin ze ook zelf verhalen en columns publiceerde. Ze schreef recensies voor Trouw en was redacteur van VakTaal.
ISBN 9789026348044 | Paperback met flappen | 331 pagina's | Uitgeverij Ambo Anthos | mei 2020
© Dettie, 24 juni 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER