Hotel Claremont
Elizabeth Taylor
Ze was een lange, stevig gebouwde vrouw met een edel gezicht, donkere wenkbrauwen en een halskwab die in nette plooien viel.
Als je zo'n zin op de tweede pagina van het boek aantreft dan weet je al dat het zo'n verhaal wordt dat je oppakt en meeneemt, regelrecht Hotel Claremont in, om daar samen met mevrouw Palfrey alles wat zich in het hotel voordoet te observeren, registreren en accepteren.
Aanvankelijk is het natuurlijk wennen voor mevrouw Palfrey, maar langzamerhand begint ze de gebruiken én de gasten van het hotel te kennen. Er zijn vier andere permanente gasten, 3 weduwen en een zeker meneer Osmond, 'die een hekel scheen te hebben aan vrouwelijk gezelschap'. Mevrouw Palfrey is eveneens weduwe, ze heeft één dochter en een kleinzoon.
Mevrouw Burton is de levendigste en luidruchtigste van het stel vaste gasten, ze drinkt elke dag een flinke hoeveelheid whisky. 'Ze gooit haar geld in haar keelgat' zei mevrouw Post, de bescheiden, zachtaardige medebewoonster. De derde weduwe, mevrouw Arbuthnot had 'misschien wel vanwege haar artritis, de gewoonte geringschattend te zijn.' Natuurlijk wordt door de bewoners gevraagd naar mevrouw Palfrey's achtergrond.
'Ik heb een kleinzoon die in het British Museum werkt. Verder niemand. Zijn moeder woont in Schotland [...]
'Zal hij u komen opzoeken?'
O, ja. Desmond komt wel. Hij weet me te vinden. We hebben altijd een speciale band gehad, begrijpt u.'
En zo kijken ze allemaal vol verwachting uit naar de komst van Desmond want veel vertier is er niet in het hotel. De grootste belevenis voor de vaste bewoners is namelijk de menukaart die elke dag een uur voor zowel de lunch als het diner wordt opgehangen. Deze menu's komen om de paar weken terug. Daarnaast trekt iedereen rond negen uur 's avonds naar de televisieruimte om de serie te kijken, samen kijken is gezelliger, zo is beslist. En dat zijn de voornaamste, zich steeds herhalende, gebeurtenissen van de dag.
Die dagelijks gang van zaken draagt een vage landerigheid met zich mee, waaraan mevrouw Palfrey zich niet wil overgeven. Het personeel doet het werk maar zonder enige gedrevenheid, de vaste gasten krijgen geen extra aandacht. De gasten zelf verdragen elkaar maar sluiten geen vriendschap.
Toch begint mevrouw Palfrey haar draai te vinden, ze is van nature een kordate, rustige, positief ingestelde vrouw. Maar dat kleinzoon Desmond niet komt opdagen, wordt een steeds groter wordend probleem. Gezichtsverlies lijden bij de vaste gasten, is iets wat in het hotel absoluut niet kan. Altijd moet de schijn dat alles goed gaat opgehouden worden. Maar de smoezentrommel om Desmonds afwezigheid te verklaren raakt leeg. - De eeuwig chagrijnige mevrouw Arbuthnot lijkt overigens dwars door haar leugens heen te kijken. -
De altijd aanwezige nieuwsgierigheid van de andere gasten weet mevrouw Palfrey overigens goed met wazige antwoorden te pareren. In feite is ze vrij eenzaam maar ze gaat niet bij de pakken neer zitten. Ze slaat zich manmoedig door alles heen en zorgt in haar eentje wel voor afleiding in haar leven.
Maar dan, na een bezoek aan de bibliotheek, valt ze op straat en de jonge schrijver Ludo vangt haar op. Ook hij is zoekende en daarin herkennen ze elkaar. Zo ontstaat zich een tere, broze vriendschap en is mevrouw Palfrey gered, ze vraagt hem namelijk naar het hotel te komen en ze spreken af dat ze hem Desmond zal noemen... Ze heeft het naar haar zin in gezelschap van de vriendelijke Ludo.
Ludo is ook gered, hij heeft nu een onderwerp om over te schrijven en observeert nauwgezet alles wat mevrouw Palfrey doet, zegt en draagt en noteert elke rimpel, huidvlek, kledingstuk etc. genadeloos in zijn boekje.
Elizabeth Taylor (1912-1975) - niet te verwarren met de filmster met dezelfde naam - heeft met stijlvolle pen een schitterend beeld neergezet van een stel bemiddelde oudere mensen die hun laatste jaren niet willen slijten in een verzorgingshuis, waar ze bij onverhoopte incontinentie overigens wel zullen belanden. Het hotel duldt geen incontinente gasten.
Alle bewoners hebben hun eigenaardigheden en gewoontes waardoor ze des te meer levensecht worden. Het is de mild humoristische en met lichte ironie geschreven toon die maakt dat het geen dreinerig, lethargisch verhaal is geworden, integendeel er zit een prettige lichtheid in het verhaal die erg aansprekend werkt. Een boek om meerdere keren te lezen.
ISBN 9789492168306 | Paperback | 192 pagina's | Uitgeverij Karmijn | oktober 2018
Uitstekend vertaald door Johannes Jonkers
© Dettie, 25 mei 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Angel
Elizabeth Taylor
In dit boek maken we kennis met de ongrijpbare Angelica Deverell ofwel Angel. Zij vindt zichzelf volmaakt en kijkt met welwillende genegenheid naar haar medemens. Op weg naar school vertelt ze allemaal gefingeerde verhalen aan twee schoolgenoten, met wie zij dagelijks oploopt, over Paradise House, waar haar tante Lottie als kamenierster werkt. Het ene verhaal is nog onwaarschijnlijker dan het andere. Ze vertelt zelfs dat ze daar regelmatig komt en dat ze het later zal erven, haar moeder is helaas beneden haar stand getrouwd en daardoor onterfd. Kortom, Angel stapelt de ene leugen op de andere. Dat ze in werkelijkheid in een klein huisje boven haar moeders kruidenierswinkeltje in een troosteloos dorpje woont, vergeet ze liever. Dagelijks duikt ze in haar gefingeerde wereldje waar zij de hoofdrol in speelt.
Maar haar moeder komt achter alle verzinsels en is woedend. Natuurlijk trekt Angel zich ook daar niets van aan. Haar moeder is niet van haar niveau. Ze is zelfs verontwaardigd dat moeder het waagt om boos te worden. Hoe durft ze!
Angel weet inmiddels precies wat ze wil, ze zal niet meer naar school gaan, zij zal romanschrijfster worden. Een succesvol romanschrijfster uiteraard. En dat wordt ze ook. Ze heeft het geluk dat haar uitgever Theo Gilbright van uitgeverij Gilbright & Brace dwars door haar arrogantie heen kijkt en in haar het eenzame meisje ziet wat ze in werkelijkheid ook is. Het lijkt wel of ze dat voelt want verrassend genoeg is Theo een van de weinige mensen tegen wie Angel nooit liegt.
Mevrouw van Paradise House vindt het echter een onsmakelijk boek maar kan tante Lottie niet verantwoordelijk stellen voor haar familieleden... zoals ze tante Lottie minzaam meedeelt. Tante Lottie voelt zich echter zwaar vernederd door haar nichtje nu zelfs de bedienden achter haar rug gniffelen. 'Neem dan ontslag' is de koele reactie van Angel.
Wat de zestienjarige Angel niet weet is dat ze haar succes te danken heeft aan haar ongebreidelde, romantische en vooral onrealistische en buitensporige fantasie. - In feite schrijft ze een soort veredelde kasteelromans. - Ze kan dan ook totaal geen kritiek verdragen, want haar werk is superieur. Zij denkt dat ze gewaardeerd wordt door haar hoogstaande literaire kwaliteiten, maar helaas is dat niet zo.
'Eenvoudige mensen waren gefascineerd door de kracht van haar romantiek; intellectuelen waren verrukt over haar absurde situaties; haar felle verontwaardiging als ze tijdelijk in woede ontstak en van haar plot afdwaalde in beschuldigingen en onbenulligheden, leidde bij sommige lezers tot plechtige instemming en bij anderen tot een hevige lachbui.' [...] 'Ze schreef met onnozelheid en verbeelding.'
Maar Angel schrijft zich wel schatrijk. Ze verhuist met haar moeder naar een groot huis in een andere plaats, ze heeft een aantal bediendes. Kortom, ze heeft zich losgeweekt van het armoedige bestaan en haar dromen werkelijkheid gemaakt. Zoals ze overigens zelf niet anders verwacht had.
En dan komt Lord Norley op bezoek met twee weekendgasten, het zijn een boer en zus genaamd Miss Nora Howe-Nevinson en Mr. Esmé Howe-Nevinson. Hiermee wordt het leven van Angel totaal omgegooid. Nora aanbidt Angel, de beroemde schrijfster. Maar Esmé is nog meer met zichzelf ingenomen dan Angel en het onvoorstelbare gebeurt, Angel raakt gefascineerd door deze Esmé. Ze wordt verliefd. En als Angel eenmaal iets wil hebben, zal ze het krijgen ook. Zelfs Paradise House...
De schrijfster heeft met Angel een bijzonder en boeiend personage in leven geroepen. Het knappe is dat het zelfingenomen karakter van Angel consequent in alle details doorgevoerd wordt. De koele, emotieloze reacties van Angel kunnen alleen maar op deze manier en alleen door haar gezegd worden. Toch stoor je je niet aan Angel want dankzij de beschermende en invoelende Theo zie je ook de andere, kwetsbare kant van haar. Ze regeert als een koningin maar is onvoorstelbaar eenzaam en wil eigenlijk graag als geliefd persoon gezien worden. Dankzij het succes dat zij beleeft met haar boeken wordt die wens voor een groot deel vervuld maar het is niet genoeg. Ondanks de ongekend trouwe toewijding van bepaalde mensen in haar directe omgeving blijft Angel hangen in haar niet te betreden cocon vol verhalen en fantasie. In feite is ze constant op de vlucht voor de werkelijkheid, terwijl ze eigenlijk heel goed weet wat die voor haar akelige, confronterende werkelijkheid is...
Het is een fascinerend verhaal dat voor het eerst in 1957 gepubliceerd werd. Dit is de eerste Nederlandse vertaling. Het is een verhaal dat je beetpakt en meesleept. Je moet verder lezen ondanks de afstand die Angel om zich heen creëert, een afstand die je bijna voelt. Ik heb zelden zo'n personage ontmoet in een boek en voelde me zowel aangetrokken als afgestoten door haar gedrag. Maar dat maakt het boek ook zo aantrekkelijk. Je wil weten hoe het afloopt, komt ze zichzelf uiteindelijk tegen of houdt haar wereld ondanks alles stand?
Kortom, lezen dit boek. Het is betoverend, interessant, enerverend en pakkend. Wat wil een mens nog meer?
De schrijfster Elizabeth Taylor (1912-1975) stond haar leven lang in de schaduw van haar beroemde naamgenoot, de actrice Elizabeth Taylor. Ze leidde een rustig bestaan op het Engelse platteland met man en twee kinderen en publiceerde eens in de zoveel jaar een nieuwe roman. Tijdens haar leven schreef ze twaalf romans, vier verhalenbundels en een jeugdboek.
ISBN 9789492168085 | Paperback | 320 pagina's | Uitgeverij Karmijn | juni 2016
Vertaald door Mieke Prins
© Dettie, 16 juli 2016
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER