De gestolen kinderen
Roman over het lot van tienduizenden Spaanse
gezinnen
Gerardo Soto y Koelemeijer
Voor mijn opleiding Antropologie heb ik mijn
bachelorscriptie geschreven over adoptie en identiteit. Het gevoel dat veel
mensen hebben is dat identiteit iets heel persoonlijks en individueels is, iets
dat bijna van binnenuit komt en een basisgegeven, dat nagenoeg onveranderlijk
is. Identiteit is daarmee bijna synoniem aan wie je bent. Tijdens mijn
bescheiden onderzoek bleek dat dit idee vooral gebaseerd is op onze ‘westerse’
blik op familiebanden, die met name biologisch georiënteerd zijn. Denk hierbij
bijvoorbeeld aan de titel van het programma DNA Onbekend.
Daarnaast blijkt vaak
niet het kind zelf, maar de omgeving een probleem te hebben met de adoptie. Als
het kind in een warme en veilige omgeving opgroeit, beschouwt hij of zij zijn
adoptief ouders als zijn echte ouders, zij die voor ze zorgen als ze
opgroeien en er zijn als ze ziek zijn. Problemen zijn er vaak pas als de
adoptie met geheimen omringd is, als de omgeving het kind duidelijk maakt dat
het anders is dan andere kinderen.of als tijdens de biologieles je bloedgroep
wordt bepaald en je uit moet leggen dat het bij jou ‘niet klopt’, omdat je
geadopteerd ben.
Het bovenstaande is ook
te lezen in de roman van Soto y Koelemeijer. Met dien verstande dat het hier
gaat om een grote groep kinderen, men schat tienduizenden, die vaak niet weten
dat ze door hun ouders zijn geadopteerd. Hier is sprake van een sociaal drama,
een geheim en een leugen dat voor de betrokken kinderen grote consequenties
heeft op het moment dat zij erachter komen dat ze geadopteerd zijn. Ze zijn
namelijk onvrijwillig bij hun ouders weggenomen, gestolen en verkocht door
instanties die een burger van een land eigenlijk blindelings zou moeten kunnen
vertrouwen. Als het uitkomt dat zij zo’n gestolen kind zijn, komen er allerlei
gedachten en emoties vrij.
De hoofdpersoon in het
boek van Soto y Koelemeijer, Miguel, weet niet dat hij geadopteerd is. Hij
heeft voor zijn gevoel een fijne jeugd gehad, bij lieve en zorgzame ouders. Als
hij echter een brief van zijn tante ontvangt met de mededeling dat hij
geadopteerd is, verandert zijn leven volkomen, het staat volledig op zijn kop.
Zijn rustige bestaan wordt van buitenaf volledig onderste boven gehaald en
erger nog alles wat de waarheid leek te zijn, is dat niet meer. Als zijn
tante na het verzenden van de brief snel overlijdt, kan hij ook geen verdere
gegevens meer achterhalen en wil Miguel eigenlijk geen zoektocht starten. Hij
wil als het ware blijven wie hij is en zijn verleden laten voor wat het is. Op
sterk aandringen en door de vasthoudendheid van zijn goede vriend Álvaro doet hij dit uiteindelijk toch omdat hij zich
realiseert niet met de leugen te kunnen leven.
Soto y Koelemeijer
beschrijft de worsteling die de hoofdpersoon daarna moet doormaken op invoelende
en schrijnende wijze. Aangezien dit Miguel zo in zijn ziel heeft geraakt is hij
zelfs niet in staat dit te delen met zijn dichtstbijzijnde dierbare, zijn
vrouw. Hij wil eigenlijk dat niemand het weet en er is zelfs sprake van,
uiteraard onterechte, schaamte. Opnieuw is er een geheim in zijn leven, een
geheim dat hij zelf niet heeft gewild en deze keer houdt hij het zelf in stand
en dit legt een enorme druk op zijn relatie en het gezinsleven. Dat kan ook
niet anders als blijkt dat zelfs je naam, je naam niet is. Dat maakt meteen
duidelijk dat je identiteit vooral door de omgeving wordt bepaald en aan
verandering onderhevig is. Zo ben je en voel je je Miguel met vrouw en kinderen
en een baan en door een brief veranderd dat in een klap, het lijkt allemaal niets
meer waard.
Het boek van Soto y
Koelemeijer laat ons eveneens zien dat dit soort praktijken niet alleen is
voorgevallen in landen ver bij ons vandaan, zoals de aboriginal kinderen uit
Australië of de kinderen van Indianen in Canada. Deze kinderen werden ook op
grond van een ideologie bij hun ouders ‘weggehaald’ omdat zij ‘beschaafde’
mensen moesten worden. Zo dichtbij als in Spanje speelde ook de ideologie van
de rechtse Franco aanhangers een rol bij het stelen van kinderen om ze bij hun
‘linkse’ ouders weg te halen.
Ik ben heel benieuwd hoe
deze geschiedenis verder gaat en de schrijver geeft hierover wat inzicht in
zijn nawoord. Het zoekproces verloopt moeizaam, maar mensen die vermoeden dat
ze gestolen zijn kunnen sinds februari 2013 informatie afgeven, waaronder hun
DNA, het enige dat hen wellicht en zonder twijfel kan herenigen met hun
biologische familie.
De gestolen kinderen is
een heel mooi geschreven roman over een heel zwarte periode uit de Spaanse
geschiedenis.
Gerardo Soto y Koelemeijer (1975) studeerde literatuurwetenschap en
promoveerde in de wiskunde. Armelia is zijn debuutroman.
ISBN 9789046815298 Paperback 255 pagina’s
| Uitgeverij Nieuw Amsterdam | 2013
© Ria, 30 september 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Armelia
"Na wat er op 17 augustus 1936 was gebeurd, was alles mogelijk geweest." Is de openingszin van het boek.
Het hele verhaal werkt toe naar deze zwarte dag voor Santa Amalia, een dorpje in de Spaanse regio Extremadura, in het zuidwesten van Spanje, niet ver van Mérida. Het is het verhaal van de mensen die woonden in dit geboortedorp van de vader van de schrijver vertelt aan hem door Rosa, een vrouw van tachtig, en inwoonster van het dorp.
Zij vertelt over haar familie. Filomena, de moeder van Armelia, is een stugge, gelovige vrouw die zelden haar gevoelens laat blijken. Zij kan in de toekomst kijken en door deze gave weet zij ook dat zij haar man de deur uit moet zetten... Niemand mag daarna meer over hem praten dit tot groot verdriet van zijn kinderen Carmen, Gloria en Armelia.
(Rosa hoort later van haar tante Armelia nadere informatie over hem.)
De gave van Filomena maakt ook dat zij ziet wat er 17 augustus 1936 zal gebeuren evenals enkele verschrikkelijke gebeurtenissen voorafgaande aan deze dag. Zoals... de gebeurtenis die zal leiden tot het intreden in het klooster van Gloria. Zij ziet dat Armelia een gelukkig huwelijk zal sluiten dat dramatisch zal eindigen. Zij ziet de geboorte van buurkind Mercedes, het engelenkind, wat haar verheugt, zij zal veel met dit kind optrekken. Zij ziet wat er met Spanje zal gebeuren en schrijft dit op...
"Het is september 1917. De oorlog is bijna voorbij. Godzijdank heeft Spanje zich niet met de oorlog bemoeid, wij hebben al genoeg problemen Spanje zal een eigen oorlog krijgen, we zullen niet buiten schot blijven. Het zal niet lang meer duren voordat hier de hel losbreekt. Er zal een generaal aan de macht komen met een hoge stem. In mijn dromen draagt hij de naam Francisco Franco y Bahamonde, hij die bloed zal laten vloeien[...]"
Zij schrijft nóg een briefje met een verzoek, dit briefje krijgt de schrijver ook te lezen... het is gericht aan hem!
Het zou een familieroman kunnen zijn ware het niet dat verweven door dit familieverhaal de constante dreiging aanwezig is van de naderende burgeroorlog (1936-1939). De inwoners van Santa Amalia willen het eigenlijk niet weten, negeren de berichten, maar langzamerhand kunnen ze er niet meer aan ontkomen en zaaien de berichten tweedracht, wat zijn hoogtepunt zal krijgen op die zwarte dag... 17 augustus 1936.
Het is een Spaans boek en daar bedoel ik mee dat het het magisch realistische heeft zoals Marquez, Allende. Het mystieke, verweven met het dagelijkse leven. Een zeer aparte, verrassende leeservaring.
Het verhaal is opgedeeld in hoofdstukken die afzonderlijk over het leven van de dorpsbewoners en met name Filomena, Carmen, Armelia en later de kinderen Rosa, Ana en Mercedes vertelt. Soms zijn de vele namen van de mensen die in het boek voorkomen verwarrend, moet je goed nadenken of even terugzoeken wie dat ook alweer is. Het is een verhaal waarbij je constant een fatale dreiging voelt, die dreiging wordt helaas bewaarheid.
Paperback ISBN 90 468 0076 8 uitg. Nieuw Amsterdam 18 augustus 2006 (let op de datum!)
© Dettie
Reageren? Klik hier!