Vergeten Vespers
Jan van Rijsingen
In deze derde roman van Jan van Rijsingen maken we kennis met de oude monnik Winfridus, voormalig abt van het klooster. We treffen hem midden in een strenge winter, met een lichaam dat piept en kraakt, in een oud en vooral koud klooster, waar zijn verleden, wat hij zo lang heeft proberen te ontlopen, meer en meer onontkoombaar blijkt. In de jaren vijftig en zestig was Winfridus hoofd van een jongensinternaat, wat in opspraak kwam wegens mishandeling en seksueel misbruik. Er werd een consilium puritatem ingesteld, een kerkelijk onderzoek, en enkele verantwoordelijke broeders, waaronder Winfridus werden naar afgelegen kloosters in het buitenland gestuurd. Er kwam echter geen strafrechtelijk onderzoek en de mannen konden op oudere leeftijd gewoon weer in kerkelijke functies in Nederland terugkeren.
Recentelijk lijkt door een publicatie die hij onder ogen krijgt, deze tijd hem toch weer te achterhalen. Al lezend in die publicatie, terwijl wij lezers met hem meelezen, besluit hij zijn eigen verhaal op te schrijven. Géén Mea Culpa, maar een verweer tegen alle, in zijn ogen, lasterlijke aantijgingen. Hij noemt het zijn Misericorde, naar de steuntjes die hem in de kapel overeind houden tijdens de lange gebeden. Het is onthutsend om te lezen hoe de oude monnik, en ik vermoed in de echte wereld vele katholieke geestelijken met hem, zichzelf als slachtoffer ziet van lasterlijke aanvallen, zelfs als het tegendeel allang bewezen is:
Hij zal ze (zijn geheugen en feitenkennis) inzetten ter rechtvaardiging, maar vooral ter verdediging van de keuzes die zijn gemaakt. Daden en keuzes die tot draken zijn verworden in hoofden van spirituele dwazen en volgevreten kortzichtige subversieven die zijn kerk en zijn orde aan het wankelen brengen. Aanvallen vanuit het immorele Amerika de via Ierland, Engeland en België het vasteland van Europa binnendringen op weg naar het Vaticaan.
Het boek slaagt er uitermate goed in, om behalve het verschrikkelijke kindermisbruik, ook de sfeer van angst, geweld en onderdrukking van de internaten uit de jaren vijftig en zestig letterlijk voelbaar te maken. Het systeem zat zó in elkaar dat de kinderen onderling geleerd werd anderen te onderdrukken, fysiek te mishandelen en te treiteren, om zelf enigszins veilig te zijn. Door de strenge regels, de harde straffen, de vernederende penitentie, de strenge hiërarchie en het complexe web van geschreven en ongeschreven afspraken was het een totaal onveilige plek waar verraad altijd op de loer lag. Je hoeft geen psycholoog te zijn om te beseffen wat een schade dat aanricht, zeker als dat ook nog eens decennia lang ontkent wordt door de samenleving, door justitie, door de politiek en bovenal door de rooms-katholieke kerk zelf. In het boek komt ook de schaamte en diepe eenzaamheid naar voren van de misbruikte jongens, die nog eens versterkt werd door het wegkijken en zwijgen van de goede broeders die ze wél vertrouwden:
Toen de eerste beschuldigingen in de krant verschenen hoopte ik, verwachtte ik, dat er broeders zouden opstaan en getuigen. Dat er op zijn minst één zou zeggen dat het waar was. Dat iemand onze kant zou kiezen en dat mijn vader mijn kant zou kiezen. Niets van dat alles was waar. Alles werd ontkend door juist niets te ontkennen, maar door nobel verdraagzaam te zwijgen en alles te laten gebeuren zodat het begon te voelen als valselijk beschuldigingen die de kerk genadevol over zich heen liet storten door farizeeërs zoals wij.
Jan van Rijsingen is er in dit boek bijzonder goed in geslaagd de beklemmende sfeer uit die jaren en dit onuitwisbare onrecht onder het voetlicht te brengen. Het is een sterke vondst om een dader als hoofdpersoon te nemen en vanuit zijn perspectief naar de gebeurtenissen te kijken, in plaats van alleen vanuit het standpunt van de slachtoffers, wat een breed perspectief geeft. Ook Winfridus heeft zijn verhaal, terwijl het tegelijkertijd zijn daden geenszins bagatelliseert. Dat evenwicht is een knappe prestatie.
Grote vragen worden niet gemeden: In hoeverre kun je daders altijd aanspreken op hun misdaden als er bij hen zelf in hun jeugd ook sprake was van seksueel misbruik, en hoe ver mag, als recht niet geschied is, als slachtoffer in je wraak gaan?
Het blijft verbijsterend om te lezen wat er in internaten als deze aan misbruik heeft plaatst gevonden, maar vooral ook om wederom weer te beseffen hoe systematisch dat decennia lang verzwegen en ontkend is, waardoor de daders jaren lang hun gang konden gaan.
Het is een meeslepend, goed geschreven en zelfs spannend boek geworden, waarbij vooral de beschreven details van de setting, de kou, het oude gebouw en de lange winter die je al lezend bijna voelen kon, maakte dat ik het kloosters en zijn oude broeders alsmaar voor me zag. Jan van Rijsingen woonde als kind zelf binnen de muren van een traditioneel internaat. Die jaren vormde de aanzet tot het schrijven van deze roman.
ISBN 978 9048 439232 | paperback | 314 pagina's | Uitgeverij Free Musketiers | april 2016
© Willeke, 18 oktober 2016
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER