Oorlog
Jochen Rausch
Arnold Steinz woont al jarenlang als een kluizenaar samen met zijn hond in een verwaarloosde hut op een berg in de Alpen.
‘Ik zou een klantenkaart nemen,’ zegt de caissière, als hij boodschappen doet – hij en de hond moeten tenslotte eten. Ach, ze bedoelt het goed, maar contact met de buitenwereld wil hij niet. Niet meer. Niet sinds zijn leven zo kapot is gegaan, in stukken uiteen gevallen. Hij was gelukkig met zijn vrouw Karen en hun enige zoon Chris. Maar kinderen worden groot, en Chris blijkt keuzes te maken waar zijn ouders het heel moeilijk mee hebben. Als hij komt vertellen dat hij in het leger gaat, slaat de schrik hen om het hart, om daar de komende tijd te blijven, tot een bezoek hen er van verlost zonder dat dat een verlossing zal zijn.
Arnold heeft het naar zijn zin op de berg, voor zover daar sprake van kan zijn dan. Hij loopt met de hond, hakt hout leest wat. Ach...
Maar dan wordt er ingebroken in de hut. Alles is kort en klein geslagen. Op een indringende niet te veronachtzamen manier komt de wereld weer binnen. Ook zijn hond loopt gevaar. Wie daar ook is daar buiten – Arnold vindt een tent die hij in brand steekt – als hij oorlog wil, dan kan hij het krijgen.
‘Nu is het oorlog. Hij kan aan niets anders meer denken. Hij is een verkenner op weg naar het front, de verrekijker in de rugzak. Het geweer heeft hij in de hut gelaten maar hij heeft wel het Finse mes onder zijn jas gestoken.’
Er zijn twee verhalen: het verhaal van toen alles nog goed was. Tot Chris thuiskwam met die mededeling. Ook daar was er oorlog: Chris zat er letterlijk in, en voor Karen en Arnold was er een gevecht gaande tegen hun angst. Het andere verhaal speelt nu: Arnold op de berg, in oorlog met de onbekende. Met angst heeft hij allang afgerekend, maar kom niet aan het weinige dat hij heeft, niet aan de hond. Hij heeft immers verder niets te verliezen?
Wat doet angst met een mens? Wat heeft oorlog voor gevolgen? Hoe moet je met die gevolgen om gaan? De oorlog van Arnold werkt echter ook louterend, hier ligt een mogelijkheid om af te rekenen met zijn verleden.
Daar gaat het verhaal over. Indringend vertelt Jochen Rausch over de loze woorden die nabestaanden te horen krijgen van de omgeving na de dood van hun geliefde kind; over de hoop van de ouders die niets meer hebben om voor te leven, en over eenzaamheid, zelfgekozen of noodzakelijk. Over schuldgevoelens, het ‘had-ik-maar’ gevoel.
De sfeer is aangepast: het is winter, het regent of het sneeuwt, en het is koud.
Er is een eenheid in dit boek die hard bij de lezer binnenkomt. Gelukkig is er ook troost in de vorm van twee verdwaalde wandelaars.
Jochen Rausch is journalist, auteur en muzikant. Sinds 2000 is hij eindredacteur van het programma Radio1 Live op WDR. Hij publiceerde eerder al een roman en een verhalenbundel.
ISBN 9789048821181 | Paperback | 224 pagina’s | Uitgeverij Lebowski | oktober 2014
Vertaald uit het Duits door Lucie Schaap en Maaike Bijnsdorp
© Marjo, 1 november 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER