Sterrenschot
Jaren dertig.
We volgen een zekere Jaap, een wetenschapper die een beetje uitgekeken is op zijn dagelijks werk, op de vlucht is voor zijn moeder en zijn verloofde. Hij krijgt een uitgelezen kans als hij mee kan op expeditie naar de Noordpool. Dat is voor een heel jaar. Natuurlijk ziet moederlief er niets in, net zoals zijn verloofde die gepikkeerd is en er niks van begrijpt. Hoe kan het ook, Jaap is op drift geslagen.
Op die expeditie gaat het om drie Nederlandse mannen Dre, de leider, Jaap natuurlijk en dan is er ook een zekere Tjeerd. Roodnat beschrijft met krachtige pen de fysieke als mentale ontbeeringen waaraan deze mannen bloot komen te staan. Jaap onderzoekt het noorderlicht, hij wordt er compleet door gefascineerd, bijt zich letterlijk in het magische verschijnsel vast. Hij gaat het zelfs schilderen. Maar dat is een kant van het verhaal, het andere draait om de Groenlanders, Denen en Eskimo's die daar leven.
Roodnat laat zien hoe moeilijk het is om in een andere cultuur door te dringen, dat je ondanks respect nooit een van hun kan worden. Jaap wordt op een gegeven moment verliefd op een Eskimo-vrouw Keeti die in zijn kasteel (zo wordt het hoofdonderkomen genoemd) komt schoonmaken, wassen en koken. Jaap is katholiek en Keeti heeft eigenlijk geen geloof. Jaap maakt steeds wildere plannen en dan slaat het noodlot toe. Jaap leert ineens wat leven inhoudt. Als hij terugkeert naar Nederland neemt hij op het station een drastisch besluit.
Ik heb niet geheel kunnen wennen aan de stijl, maar zondermeer een boek dat je bij je lurven pakt en niet meer loslaat, zelfs blijft nazinderen als het al lang en breed uit hebt.
Paperback | 318 Pagina's | Contact | oktober 2005 ISBN: 9025425232
© Roel, januari 2006
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Sterrenschot
Jaap, natuurkundige, heeft volgzaam de baan in de bibliotheek aangenomen die zijn moeder na zijn afstuderen gevonden had, en even braaf heeft hij hààr uitverkorene ten huwelijk aanvaard. Maar als de brief uit Groningen op de deurmat valt bedenkt hij zich geen moment: hij gaat op expeditie naar Groenland: het noorderlicht onderzoeken.
Het is 1932, het jaar van de poolnacht. Tegen de zin van moeder en verloofde vertrekt Jaap met twee andere Hollandse kerels. Ze richten een kamp in tussen de Denen en Eskimo's, en doen iedere dag hun metingen, terwijl de winter invalt. Als zijn partners andere bezigheden en interesses blijken te hebben dan Jaap, moet hij in z'n eentje de dagelijkse strijd tegen de kou aangaan, een zware strijd.
Maar de eskimovrouw die het huishouden zo'n beetje deed helpt hem erdoor. De liefde is onvermijdelijk. Al voordat ze zwanger blijkt te zijn wil hij met zijn Keetti trouwen. De Denen en de andere Nederlanders lachen hem uit: trouwen, dat doe je niet met een eskimo. Jaap heeft het er moeilijk mee, het gaat recht tegen zijn natuur in, maar ook de eskimo's willen zijn betrokkenheid niet.
Roodnat schrijft afstandelijk en zakelijk, maar met veel details weet ze perfect de sfeer op te roepen. De ontberingen die de mannen moeten ondergaan, onderga je dusdanig dat je de kou bijna voelt. Je ziet de inlanders sjokken op hun kamikken. Je ziet de verstarde eskimo met zijn speer staan, klaar om de zeehond eraan te spietsen. Misschien is het even wennen aan deze manier van schrijven, maar dan wil je het boek niet meer wegleggen. Het is op een aparte manier spannend, en ontroerend. En informatief.
Gegoogle naar de betekenis van het titelwoord levert dit op:
"Sterrenschot wordt in de winter of zeer vroege voorjaar gevonden. In die tijd van het jaar door reiger, bunzing enz. gegeten vrouwtjeskikkers en -padden zijn maar gedeeltelijk te verteren.
De eierstokken (al in conditie om dril af te zetten) van de prooi gaan in de maag van de rover enorm opzwellen en worden vervolgens uitgebraakt als sterrenschot. "
Iets wat ingenomen wordt, maar onverteerd weer uitgescheiden. Heeft Roodnat dit bedoeld met haar titel?
De hoofdpersoon, Jaap, heeft toen hij een kleine jongen was, gezien hoe zijn vader zich voor het hoofd schoot (ook al een sterrenschot?) en heeft dat niet verwerkt. Als hij als volwassen man aan zichzelf en de weersomstandigheden van Groenland aangewezen is, en hij flink onder druk komt te staan, probeert hij zijn emoties vast te leggen in de schilderijen -hij is amateurschilder- komt de ervaring van vroeger in volle kracht boven.
Of is het de manier waarop zijn expeditiegenoten hem met zijn onderzoek laten zitten?
Het feit dat de eskimo's vast houden aan hun eigen wetten en gewoonten, en de Westerse afwijzen? (ofwel: hoe Keetti Jaap afwijst)
Het boek doet me qua sfeer denken aan dat boek van Allard Schroder "de hydrograaf". Ook een mooi boek dus.
Paperback | 318 Pagina's | Contact | 2005 ISBN: 9025425232
© Marjo, maart 2006
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER