Het huis met de kersenbloesem
Sun-mi Hwang
Dae-sun Kang keert tegen het eind van zijn leven terug naar zijn geboortestad. Als wees werd namelijk na de val uit een boom van zijn vader, die klusjesman bij een rijke familie was, geadopteerd door een Amerikaans gezin. Ondanks tegenwerking van iedereen die hem neerbuigend behandelde vanwege zijn Koreaanse achtergrond - waarvan een stiefbroer de ergste treiteraar was - werkte hij zich op tot eigenaar van een succesvol bedrijf.
De als kind gepeste Kang kocht dertig jaar later de schuur waarin hij opgroeide met zijn vader. Eveneens, bij stukjes en beetjes, kocht hij het land, de tuin en uiteindelijk het huis van de rijke familie. Er werd een hek omheen gezet en hij gaf de opdracht dat niets mocht veranderen in die woning en op dat terrein. Een vorm van wraak?
En nu is hij teruggekeerd naar de plek waar hij dus heftige herinneringen aan heeft. Mr. Park, een stoïcijns man, is sinds jaar en dag de secretaris van Kang. Hij is degene die het huis en de tuin heeft laten bewaken en onderhouden. Maar tot Kangs ontzetting is Mr. Park in gebreke gebleven. Het hek is kapot en de tuin wordt gebruikt als moestuin, een 'verschrikkelijke haan' kraait Kang elke morgen wakker, het meisje Yuri komt in zijn tuin elke dag eieren rapen, en andere kinderen gebruiken de tuin als speelplek. Het huis is van een reus weten zij Kang te vertellen, want wie zo'n huis en zoveel land kan kopen moet wel een reus zijn.
Kang gedraagt zich in de omgeving als een grimmige oude man en laat iedereen lange tijd gissen wie hij is en waar hij woont. Maar de bewoners zijn ondanks Kangs gedrag vriendelijk en als ze weten waar hij woont brengen ze soms wat eten. De kinderen, met name Yuri, doen Kang heimelijk plezier met hun openhartigheid. Met name éen jongetje Sanghun, steelt Kangs hart, maar dat laat hij in zijn grommerigheid natuurlijk niet merken.
Kang heeft inmiddels enkele van zijn vroegere klasgenoten herkent en voelt onmiddellijk weer de pijn en afkeer die zij hem bezorgden. Hij wordt daardoor overspoeld door nachtmerries en onprettige flashbacks.
Kang sleepte zichzelf naar de achtertuin. Hij had te lang in bed gelegen. Hij moest zijn gedachte ordenen. Hij wilde nooit meer zoiets dromen. Langzaam volgde hij het pad door de begroeiing. Even lopen, even uitrusten, even lopen, even uitrusten. Zo ging hij stapje voro stapje de vallei door en begon aan d eklim omhoog. Eenmaal aangekomen bij de platte rots ging hij zitten en masseerde zijn dijen met zijn vuisten.
'Het komt allemaal wel goed,' praatte Kang zichzelf moed in.
Om zijn gevoelens te uiten voert hij verder gesprekken hij tegen meneer Knobbelmans, de tumor in zijn hoofd. Diezelfde meneer Knobbelmans zorgt ervoor dat Kang notities voor zichzelf maakt van dingen die hij wil doen zoals: Koken waar ik zelf zin in heb of Een instrument leren spelen. Al is het maar één liedje. Het wordt een gitaar en de humoristische stuntelige lessen zijn bijna een boek op zich waard.
Mr Park, moet ondertussen allerlei opdrachten uitvoeren zodat Kang weer het hele terrein voor zichzelf heeft, met alle gevolgen van dien. Geen Yuri meer, geen kippen, geen moestuin, geen contact... Langzamerhand moet Kang zijn bevindingen over heden en verleden bijstellen. Hij ziet uiteindelijk wie zijn klasgenoten werkelijk zijn en hoort verhalen die hem aan het denken zetten. De nachtmerries verdwijnen, Kang kan zijn verleden loslaten en heeft een wijze les geleerd.
'Waarom haat u mij zo?' stamelde Sanghun. Hij hapte naar adem.
Kang kon geen woorden vinden. Natuurlijk haatte hij hem niet. Hij droeg alleen diep in zijn hart een jongetje met zich mee dat nooit was opgegroeid.
'U vindt alleen Pierre aardig.' Sanghun liet zich aan. Hij barstte in tranen uit en hoestte een brok vijandigheid op.
Kan zakte door zijn hurken en legde zijn handen op Sanghuns schouders. Hé, moet je goed luisteren. Er heeft hier maar één iemand een knuffel van mij gehad en dat ben jij.' [...]
En zo legden ze het bij - een kind dat al bijna aan het eind van zijn leven stond en één dat het zijne bijna verkeerd was begonnen.
Sun-mi Hwang is een Zuid-Koreaanse auteur en professor die vooral bekend is vanwege haar fabel De kip die dacht dat ze kon vliegen.
ISBN 9789026350894 | Hardcover | 225 pagina's | Uitgeverij Ambo Anthos | mei 2020
Vertaald uit het Koreaans door Mattho Mandelsloot
© Dettie, 7 augustus 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER