Zonder land
Lawrence Hill
Het is 2018. De drieëntwintigjarige hardloper Keita Ali doet mee aan de Buttersby Marathon. Het gaat lekker. Keita voelt zich goed, zijn benen zijn soepel en hij loopt mooi in cadans. Er komt een blanke man naast hem lopen. 'Ga naar huis' sneert de man. 'Ga. Godverdomme. Naar huis.' Laat dat nou precies zijn wat Keita heel graag zou willen! Maar dat kan niet, thuis is hij zijn leven niet zeker.
Keita is afkomstig uit Zantoroland waar zijn vader, Hasanne Moustafa Ali, onder de naam Yoyo kritische artikelen schreef over de corruptie in zijn land. Dat werd Yoyo niet in dank afgenomen, sterker nog hij werd vermoord door de autoriteiten en Keita moest vluchten want ook een zoon van... is zijn leven niet zeker. Kaita's moeder is een paar jaar eerder overleden en zijn zus Charity studeert in Amerika aan de Harvard University.
Keita weet zijn hele leven al dat hij hardloper zal worden. Hij heeft het talent, de juiste bouw en de soepelheid om een groot atleet te worden. Anton Hamm, een hardloopmanager die geïnteresseerd is in Keita, haalt hem naar Freedom State. Keita grijpt die kans aan en keert niet meer terug naar Zantoroland. Voor het verlopen van zijn visum duikt hij onder in Afric Town, de stad die met vierenhalf miljoen inwoners de grootste stad is van Freedom State. Een stad die een enorm aantal illegale vluchtelingen onderdak levert. Daar begint Keita's leven in de anonimiteit. Hij probeert van daaruit contact te krijgen met zijn zus in de hoop dat het zal lukken zich bij haar te voegen, maar vreemd genoeg is ze nooit thuis.
Keita heeft zijn tijd niet mee. Hij doet onder een schuilnaam mee aan hardloopwedstrijden om zo aan geld te komen. Maar hij valt daardoor teveel op dankzij zijn goede prestaties. Ook zijn er constant demonstraties in Afric Town, gehouden door de SIT (Stuur Illegalen Terug) en de corrupte premier en zijn adviseurs zijn eveneens op zoek naar illegalen die ze terug willen sturen, zodat ze kunnen pronken met hun uitzettingsbeleid. Keita moet oppassen dat hij niet in hun handen valt.
Hij moet verder vooral overeind zien te blijven, een nieuw leven opbouwen, zonder zijn vrienden, zonder zijn vader en zus. Hij maakt kennis met de trotse, volhardende, zwarte, lesbische Victoria Hill, rolstoelatlete en journaliste. Hij maakt kennis met de oude, intelligente vrouw Ivernia Beech die hem tijdelijk onderdak verschaft. Hij ontmoet Lula DiStefano, de koningin van Afric Town. Zij bezit een bordeel en duizenden containers die ze verhuurt aan de zwarte, minder bedeelde inwoners van Afric Town. Hij maakt kennis met de zwarte, vijftienjarige John Falconer, de hoogbegaafde, nieuwsgierige puber die voor zijn school, de Clarkson Academy for the Gifted, een documentaire maakt over Afric Town. Hij ontmoet de mooie Cadance en wordt heftig verliefd op haar. Maar ook die liefde is onmogelijk. Hij is immers illegaal en constant op de vlucht voor de autoriteiten en andere corrupte figuren.
En dan krijgt Keita via mail het bericht dat zijn zus is ontvoerd. Net als bij zijn vader wordt een hoog losgeld gevraagd. Geld wat hij niet heeft, het enige wat hij heeft zijn zijn benen, zijn lijf... Dan blijkt dat al de nieuwe mensen die hij ontmoet heeft op een of andere manier allemaal met elkaar te maken hebben. Zij willen hem helpen maar hoe?
Het boek komt precies op het juiste moment uit nu de houding ten opzichte van de vluchtelingen steeds grimmiger wordt. Lawrence Hill laat namelijk met dit boek zien dat vluchtelingen niet de inhalige gelukzoekers zijn zoals ze vaak worden afgeschilderd. Hill toont hoe de corrupte lieden misbruik maken van de situatie waarin de ondergedoken illegalen verkeren. Hij geeft aan hoe de politiek zich draait en keert om vooral goede sier te maken rond het vluchtelingenprobleem, hoe achter de schermen allerlei handeltjes en vuile praktijken bekokstooft worden voor eigen gewin, ten koste van de vluchteling. Gelukkig voert hij ook mensen op die het wel goed met hun medemens voor hebben, die wel alle bizarre praktijk aan de kaak willen stellen, soms met gevaar voor eigen leven.
Dat Keita een hardloper is, is een mooie metafoor. Keita is altijd op de vlucht, altijd aan het wegrennen om niet ontdekt te worden, niet opgepakt te worden, niet in elkaar geslagen te worden. Want dat is wat hij als vluchteling tegenkomt op de weg naar vrijheid en een menswaardig leven, het geluk is erg ver te zoeken.
Al met al is het opnieuw een indrukwekkend, maatschappelijk betrokken verhaal zoals we inmiddels van Lawrence Hill wel gewend zijn.
ISBN 9789046820582 | Paperback | 447 pagina's | Uitgeverij Nieuw Amsterdam | mei 2016
Vertaald door Arjaan en Thijs van Nimwegen
© Dettie, 25 juni 2016
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Iets uitzonderlijk groots
Lawrence Hill
Lawrence Hill, de schrijver die bekend werd door Het negerboek, schreef eerder het boek Iets uitzonderlijk groots. Het negerboek was al een voltreffer maar dit debuut is mogelijk nóg beter...
Het verhaal gaat over Mahatma Grafton een afgestudeerd econoom die niet goed weet wat hij met zijn verdere leven aan moet, een doel heeft hij niet en ook al geen specifieke vaardigheden. Dit tot teleurstelling van zijn vader, Ben. Deze gaf namelijk niet voor niets zijn zoon die voornaam, zijn zoon zou later iets uitzonderlijk groots presteren of worden.
Maar de 25-jarige Mahatma, die zichzelf een intellectuele nietsnut noemt, wordt uit ellende maar journalist bij The Winnipeg Herald, de krant in zijn geboorteplaats Winnipeg, en trekt voorlopig in bij zijn vader. Achteraf een gouden stap maar dat weten de beide mannen dan nog niet. Mahatma is nauwelijks geïnteresseerd in de wereldproblematiek en doet zijn werk aanvankelijk met weinig animo. Langzamerhand blijkt dat hij toch meer weg heeft van zijn vader dan hij dacht.
Vader Ben is namelijk een van de weinige zwarte inwoners in Winnipeg en verzamelt alles wat hij te pakken kan krijgen over de strijd tussen zwart en blank om ooit een Kritische negerhistorie te schrijven.
Als jongen had hij talloze keren over het leven van Gandhi gehoord. En over beroemde zwarten. Booker T. Washington. Marcus Garvey. Harriet Tubman. Langston Hughes. Ben had het dagelijks over hen gehad. Maar Louise, Mahatma's moeder, had de preken altijd onderbroken.
'Hou toch op met die jongen zijn hoofd vol te stoppen met kletspraat,' zei ze vaak.
'Het is geen kletspraat,' zei Ben dan. 'Het zijn verhalen over zijn mensen.'
Mahatma luisterde op het laatst ook niet meer en liet zijn vader maar praten. Het ging het ene oor in en het andere weer uit. Maar nu hij verslag moet doen krijgt hij te maken met de levens van o.a. de zwarte inwoners en voelt hij zich steeds meer betrokken bij deze mensen. Stukje bij beetje beginnen de verhalen van zijn vader, de integere, intelligente Ben, hem te interesseren. Ben blijkt steeds met een paar woorden zijn zoon verder te kunnen helpen of inzicht te geven. De mannen gaan elkaar steeds meer waarderen.
Ook Jake Corbett, de man die eindeloos vecht voor het behoud van zijn uitkering, en Yoyo, de verslaggever uit Kameroen, trekken de aandacht.
Jake en Yoyo zorgen voor de vrolijke, menselijke noot in dit boek. Yoyo valt van de ene verbazing in de andere. Hij dacht dat Canada het paradijs was. Hoe kan het dat mensen zoals Jake in zo'n rijk land nauwelijks te eten hebben? Hij schrijft over Jake en deze wordt een ware held in Kameroen maar daar heeft hij weinig aan in Winnipeg natuurlijk.
Mahatma begint zich ondertussen steeds meer te interesseren voor de taalstrijd, Frans versus Engels, die woedt in Canada en blijkt een waar talent te zijn in het verslag leggen van de soms heftige gebeurtenissen rond deze strijd.
Ook tussen The Winnipeg Herald en de concurrerende plaatselijke krant The Winnipeg Star is een strijd ontstaan maar deze betreft het aftroeven van primeurs. Mahatma blijkt goed in zijn werk, hij blijkt een geboren journalist en kijkt en zoekt op andere plekken dan de andere journalisten en daardoor komt hij steeds met verrassend nieuws. Dat blijft niet onopgemerkt, zijn artikelen worden steeds vaker opgenomen in de landelijke kranten en halen soms het nieuws op televisie tot frustratie van zijn 'Star' collega's. Op het kantoor van The Winnipeg Herald zelf hebben enkele collega's het inmiddels ook moeilijk met het succes van de nieuwkomer Mahatma. Hij groeit steeds verder in zijn vak en verandert in twee jaar tijd van een hangerige, besluiteloze jongen in een doortastende journalist die opkomt voor de zaken waar hij voor staat.
Lawrence Hill heeft een prachtige, rustige schrijfstijl maar zorgt er wel voor dat de spanningsboog behouden blijft. De turbulente taalstrijd is fascinerend en van vader Ben, de vrolijke Yoyo en strijdende Jake ga je houden. Alle personages in dit boek zijn zo écht neergezet dat je het gevoel hebt dat je ze daadwerkelijk hebt leren kennen. Een boek om nog eens te lezen om opnieuw te genieten van de mooie sfeer en menselijkheid in het verhaal. Erg mooi gedaan.
ISBN 9789046812112 Paperback |224 pagina's | Nieuw Amsterdam | april 2012
Vertaald door Ine Willems
© Dettie, 1 juni 2012
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Het negerboek
Lawrence Hill
Toen hij onderzoek deed naar zijn voorouders ontdekte Lawrence Hill dat hij afstamt van slaven. Niet zo vreemd natuurlijk, als je bedenkt hoeveel mensen er vanuit Afrika verscheept zijn naar de - toen nog - koloniën.
Wat hem inspireerde tot dit boek is de vondst van ‘Het Negerboek’, waar vele namen te vinden zijn van slaven die als vrije mensen naar Nova Scotia gingen. Behalve de namen staat er een korte omschrijving bij, waardoor Hills fantasie ging werken.
‘Ik kon niet geloven dat de toubabs al die moeite namen om ons hun land te laten bewerken. Een toubabschip bouwen, vechten tegen de kolkende zee, al die mensen en goederen aan boord laden…alleen maar om ons voor hen te laten werken? Ze konden toch zeker zelf hun mango’s wel plukken, zelf hun gierst stampen? Dat was toch veel gemakkelijker dan deze hele onderneming?’
Hij verzon het verhaal van een Afrikaanse vrouw, die als ze nog maar elf is – voor onze begrippen een kind, ze was in haar dorp al bijna een vrouw – gevangen genomen wordt door een andere negerstam. Ze wordt na een vreselijke voettocht, vol ontberingen en ellende, verkocht en komt op een slavenschip terecht. In Virginia moet ze werken op een indigoplantage, wordt later verkocht aan een joodse handelaar, en van hem loopt ze weg.
Tenslotte komt ze in Nova Scotia waar haar vrij leven - ze is dan al veertig jaar oud! – eindelijk kan beginnen.
Het verhaal is verteld als een terugblik, we weten dus dat ze oud mocht worden. Ze vertelt hoe ze haar verhaal gaan gebruiken om slavenhandel te verbieden. Ze is dan in Engeland, nadat ze ook weer terug is geweest in Afrika.
Zoals vermeld berust de achtergrond van dit hartverscheurende verhaal op waarheid. Lawrence Hill heeft terdege onderzoek gedaan, en dat deel van het verhaal is dan ook erg sterk. Vooral vanaf het moment dat het gaat over het leven op de plantage in Virginia en over daarna, is duidelijk dat dit gedocumenteerd is. Maar vooral bij het verhaal van het kind Aminata heeft het fictieve de overhand. Het was misschien geloofwaardiger geweest als de schrijver zich niet zo had laten meeslepen door eigen verbeelding. Het is teveel, een overdaad aan details. Het lijkt geschreven met het oog op eventuele verfilming.
Maar het geheel is een indrukwekkend relaas, over het leven dat veel Afrikanen geleefd hebben in de achttiende eeuw. Misschien een tikje te geromantiseerd, maar overduidelijk: slavernij was en is absoluut fout.
ISBN 9789089530394| Paperback |447 pagina's | Ailantus | maart 2011
Vertaald door: Ine Willems
© Marjo, 21 juli 2011
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Het negerboek
Lawrence Hill
De titel van het boek verwijst naar The Book of Negroes: een werkelijk bestaand register van slaven die van Amerika naar Nova Scotia in Canada mochten vertrekken. De schrijver Lawrence Hill stamt zelf af van Amerikaanse slaven. Tijdens stamboomonderzoek ontdekt hij de opzienbarende rondreis van sommige slaven. En hij stuitte op Het negerboek, een nauwkeurige opsomming van slaven die naar Nova Scotia vertrokken, hoe oud en fit ze zijn en hoe ze hun vrijheid kregen. Het inspireerde hem tot deze roman.
Het verhaal begint in 1802 als de Afrikaanse Aminata Diallo alias Meena Dee al op oudere leeftijd is. Zij schrijft haar levensverhaal omdat ze wil dat heel de wereld weet wat met de slaven uit Afrika is gebeurd, hoe zij behandeld zijn door de blanken, met name de Britten, en vooral om mede door haar verhaal de slavenhandel afgeschaft te krijgen.
1745
Aminata groeit samen met haar ouders op in Bayo, Nigeria Afrika. Vader, een Fula, is goudsmid. Moeder een Bamana, is vroedvrouw. Vader spreekt Fulfulde en moeder Bamanankan en beiden zijn moslim. Aminata spreekt beide talen en van haar vader leert ze Arabische zinnen te schrijven en van haar moeder hoe ze vrouwen kan helpen als zij bevallen.
Op haar elfde jaar, als ze met haar moeder terugkeert van een bevalling in een naburig dorp, worden zij overvallen en Aminata wordt meegenomen door de overvallers, slavenhandelaren zoals later blijkt. Fomba, een geestelijk gehandicapte man en Fanta, de vrouw van het dorpshoofd zijn de enige thuislanders in de groep die Aminata kent. Ze worden meegevoerd naar de 'grote rivier' zoals Aminata de Atlantische Oceaan noemt. Een jongen, Chakura, die werkt voor de ontvoerders geeft haar vaak eten en drinken. Hij is door zijn oom aan de ontvoerders verkocht. Onderweg assisteert Aminata bij een bevalling en ziet ze voor het eerst een toubab, een blanke.
De overtocht naar Sullivan's Island, North Carolina, is vreselijk, veel Afrikaners overleven het niet. Ook Aminata komt meer dood dan levend aan en is zo verzwakt dat ze nauwelijks meer kan eten. (Sullivan's Island was een aankomstpunt voor zowat 40 procent van de miljoenen Afrikaanse slaven in Amerika. Volgens schattingen belandden zowat 12 tot 15 miljoen Afrikanen op die manier in de VS en in de Caraïben) Na een lange voettocht belandt Aminata op Robinson Applebey's indigoplantage. De naam Aminata is lastig uit te spreken voor Georgia, de vrouw die zich ontfermt over haar, en vanaf die tijd heet ze Meena. Georgia is een Amerikaanse negerin die ook vroedvrouw is en veel van kruiden weet. Ook hier komt Meena's kennis over bevallingen en haar talenknobbel haar goed van pas. Ze leert razendsnel de buckrataal (Engels, de taal van de blanken) lezen en schrijven, zelfs zo goed dat ze daar later veel profijt van heeft. Maar een gelukkig leven is haar niet gegund.
We volgen Meena's wonderbaarlijke verhaal. Ze komt terecht bij een Joodse man die vindt dat zij ook een uitgestotene is, net als hij en zijn vrouw maar ze moet wel werken voor hem. Ze weet te vluchten en haar grootste wens is terug te keren naar Afrika, naar Bayo. Ze is gek op landkaarten van Afrika maar tot haar teleurstelling staat haar geboorteplaats nergens vermeld. Ze ziet alleen tekeningen van olifanten en zwarte naakte mensen op die kaarten. Ze belandt in New York waar ze de Britse legerleiding moet bijstaan, dat wil zeggen het bijstaan van hun liefjes tijdens hun bevalling, en ze geeft Engelse les. Ze leert negers lezen en schrijven en ze leest hen de kranten voor, zodat ze weten wat er in het land gaande is. Met nadruk vertelt ze keer op keer dat negers 'die het rebellenvaandel verlaten,' volledige bescherming van de Britten zal krijgen alsmede 'enig beroep dat bij hem past'. Iedere neger die daartoe in staat is gaat voor de Britten aan het werk. En dan gloort Nova Scotia... het beloofde land voor de negers. Elke neger die aantoonbaar langer dan een jaar voor de Britten heeft gewerkt mag naar Nova Scottia om daar als vrij mens te leven. Ze krijgen een stuk land en zaaigoed en werktuigen. De opkomst is massaal, de negers zijn bang dat ze anders opnieuw in handen vallen van de Amerikaanse slavenhouders. Meena noteert hun gegevens zoals hun naam, leeftijd en hoe ze in dienst van de Britten zijn gekomen. Achteraan noteert ze GBC (General Birch Certificaat) wat betekende dat ze konden bewijzen dat ze bij de Britten gewekt hadden. (En zo ontstond het negerboek waar duizenden negers in genoteerd werden. )
Helaas de Britten geven minder dan ze beloofd hadden... toch krijgen de negers een nieuwe kans, het lijkt er op dat Meena's grootste wens in vervulling zal gaan... zal ze haar geboortedorp dan uiteindelijk toch nog terugzien?
Het verhaal is natuurlijk veel uitgebreider dan in het bovenstaande vermeld staat maar meer moet je er niet over schrijven, je moet het lezen. Het is adembenemend en verbijsterend. Aminata/Meena heeft het geluk dat haar ouders haar al veel geleerd hadden, vooral het kunnen lezen en schrijven en het vroedvrouwenwerk helpt haar vaak verder. Maar het is en blijft een erg beschamend verhaal. Zoals Meena zegt:
De pijn van mijn verlies is nooit weggetrokken. [...] Maar ik leefde door. Op een of andere manier leefde ik maar door.
Lawrence Hill heeft met veel inlevingsvermogen en een ongelofelijk gevoel voor detail dit verhaal geschreven. Hij stelt de houding van de Britten aan de kaak en geeft de slaven een eigen gezicht, een identiteit.
Ook de vertaalster Ine Willems verdient een groot compliment, een schrijver mag blij zijn als zijn boek op zo'n vakkundige wijze vertaald wordt.
Het is een goed, prachtig geschreven verhaal, je blijft maar lezen en lezen. Je zou het iedereen willen aanraden of cadeau willen geven
N.B.
Tot mijn stomme verbazing las ik dat ene Roy Groenberg, voorman van de Stichting Eer en Herstel, met veel lawaai heeft aangekondigd dat hij dit boek openbaar wil verbranden vanwege de titel die hij 'kwetsend en beledigend' vindt. Kennelijk heeft de man het boek niet gelezen, want in dit boek wordt juist niet kwetsend gesproken over negers. Het gaat over een zeer krachtige vrouw die overeind blijft ondanks alles. De titel is een verwijzing naar het werkelijk bestaande negerboek, niet meer en niet minder. Achteraf blijkt dat Roy Groenberg alleen het titelblad wil verbranden, wat dan ook weer verbazingwekkend is.
ISBN 9789089530394 Paperback 400 pagina's Uitgeverij Ailantus maart 2011
© Dettie, 16 juni 2011
Lees de reacties op het forum, klik HIER