Brandsmoor
Roman Helinski
Op de eerste pagina staat een duiding van het woord Brandsmoor: 'droge, als rook neerhangende nevel in den voorzomer, waardoor de bloesem der vruchtbomen bedorven wordt.'
In een Limburgs dorp arriveren enkele 'böetelanders'. Het zijn Moldaviërs die komen werken in een Aziatisch distributiecentrum verderop. Ze worden iedere dag gehaald en gebracht met een busje, koken zelf, en spreken geen woord Nederlands, ook geen Duits.
Slapen doen ze in een paar tenten op het erf van een oude hoeve, die niet meer als zodanig in gebruik is. De eigenaar heeft een advocatenkantoor aan huis. Zijn vrouw is met de noorderzon vertrokken en de achttienjarige zoon, Tristan, is tijdelijk thuis omdat hij gestopt is met een studie, en in afwachting is van een nieuw studiejaar.
Tristan ziet de buitenlanders komen. Hij vindt dat zijn vader een profiteur is, en vindt daarin medestanders bij de dorpelingen. Als de Moldaviërs in hun tenten zouden blijven was het prima, maar in het dorp willen ze hen niet. Ook niet op zondag in de kerk!
En ze komen verhaal halen: stuur ze weg!
Maar dat kan zomaar niet, vader heeft een contract met de werkgever. En Tristan wil intussen ook niet meer dat ze vertrekken, want er is een meisje bij. Ongeveer van zijn leeftijd, en bloedmooi! Sofia heet ze.
Tot over zijn oren verliefd is hij – smoor dus – maar hij is nogal onhandig in de liefde. En een van de andere Moldaviërs ziet hem niet graag komen, al heeft Tristan geen idee: is die Sasha familie van haar? Een vriendje?
Het broeit: zowel in het dorp, als bij de tenten. Dat kan niet goed blijven gaan.
Roman Helinski tekent een idyllisch landschap, een lieflijk dorpje, een appelboomgaard die bloeit, een bos met een watertje. Maar al deze schoonheid wordt teniet gedaan door het onbegrip tussen de autochtonen en allochtonen, die elkaars taal niet verstaan. Vreemdelingen moeten wegblijven...
Mooie taal en een mooie sfeertekening met een actueel thema.
Bijzonder: boven ieder hoofdstuk staan kronkellijntjes, in toenemende mate, overeenkomend met de groeiende broeierige sfeer tot tenslotte ook nog een fysieke mist - de brandsmoor – over de boomgaard neerdaalt.
Roman Helinski (Nuth, 23 april 1983) debuteerde in 2014 met de roman Bloemkool uit Tsjernobyl.
ISBN 9789048844449 | Paperback | 112 pagina's | Uitgeverij Hollands Diep | april 2021
© Marjo, 17 juli 2021
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Bloemkool uit Tsjernobyl
Roman Helinski
‘Mijn vader leefde niet naar wie hij was en wat hij kon, maar naar wie hij zou kunnen zijn en wat hij dacht te bereiken.’
Een avonturier en een lapzwans, zo ziet een buitenstaander de vader van Victor. Maar hoe moeilijk de man ook is, als vader en als echtgenoot, toch is dit boek, verteld door de zoon, een ode aan die moeilijke man. Zoals dat gaat staat de man gedurende Victors jeugd op een voetstuk. Helaas verzinkt dat langzaam in de grond, verder en verder. En toch: hij is wel zijn vader!
Roman, de vader, is van Poolse afkomst, geboren in België. Na zijn huwelijk met een Nederlandse vrouw ging hij in een dorp wonen waar men hem de Gekke Pool noemt. Maar Victor vindt hem niet gek. Hij doet belangrijk werk in een ziekenhuis, ‘iets met patiënten die weer naar huis mochten’. Hij is erg begaan met de mensen die onder zijn hoede staan en neemt ze tot schrik van zijn vrouw ook mee naar huis. Iedere zondag gaan ze op bezoek bij Babunia, de moeder van Roman. Zij woont in Vlaams- Limburg, vlak over de grens. Die bezoekjes eindigen vrijwel altijd in ruzie, maar waarom, dat begreep de jongen niet. Zijn vader en oma spraken Pools. Ook als de familie over komt uit Polen, in grote getale, kan de jongen er niet veel van volgen. Het valt hem vooral op dat er heel veel gedronken wordt, en dat is dan meteen een van de grootste problemen van zijn vader: ook hij kan de alcohol niet missen.
Roman vergeet zijn zoon een cadeau te geven met 5 december, maar bouwt wel een privé-voetbalveld voor hem. Was hij niet op reis, dan was hij ook ’s avonds vaak afwezig. Victor denkt dat hij dan iets belangrijks doet, tot moeder hem uit de droom helpt: ‘hij zit gewoon in het café hoor.’
Vader zegt: ‘Geen mens is perfect, Victor. Dus mijn vader niet en jouw moeder niet. Jij niet, ik niet, het gaat er om dat we anderen hun fouten vergeven.’
Hij deed zijn best, als was het op een vreemde manier. Victors moeder wordt er wanhopig van, en als haar enige zoon wat ouder is, volgt er dan ook een scheiding. Voor Victor verandert dat niet veel: zijn vader was er toch maar zelden. Altijd op reis, altijd weer kwam hij thuis met de meest fantastische verhalen.
Zijn vader is een verhalenverteller. Als het niet over de familie gaat zijn er wel de grote avonturen van zijn reizen om over te vertellen. De bloemkool uit Tsjernobyl is er een van. Ten tijde van de kernramp verblijft hij in de nabijheid. Hij komt thuis, met een enorme witte bloemkool. Moeder weigert die te eten, en Victor doet het dus ook maar niet. Maar als moeder even weg is, proeft hij toch een hapje van de bloemkoolsoep… lekker!
Verhalen beheersen zijn leven. Wat is er van waar? En als zijn vader besluit om in Afrika te gaan wonen, om zijn eigen verhalen waar te maken, wat doet hij daar in vredesnaam? Zal zijn vader die eigenlijk een groot kind is, een dromer, een fantast, ooit volwassen worden?
Heerlijk verhaal, met een trieste ondertoon. Want hoe liefdevol de zoon ook schrijft over zijn vader (deels autobiografisch), het feit is onbetwistbaar: de man was er nooit.
Roman Helinski (1983) viel op met publicaties in literaire tijdschriften als De Brakke Hond en Deus ex Machina. Hij studeerde moderne letterkunde en journalistiek en schreef columns voor Dagblad De Pers en het AD/Utrechts Nieuwsblad. Zijn verhalen verschijnen in onder meer Hollands Maandblad en Hard gras.
ISBN 9789044625592 | Paperback | 240 pagina's| Uitgeverij Prometheus | februari 2014
© Marjo, 6 juli 2015
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER