De verzopen katten en de Hollander
Detlev van Heest
De schrijver Detlev van Heest wordt door zijn buren Heesto of Heestosan genoemd, in de tijd - de jaren 1999 tot 2004 - dat hij met zijn vrouw verblijft in Tokyo. Daar is een wijk waar de huisjes dicht opeen gepakt staan, waar de overblijvende ruimte vrijwel opgebruikt wordt door bomen, struiken en watertjes. Een intieme wijk waar auto's niet welkom zijn.
Daar woonde van Heest, en daar schreef hij portretten van de - vooral oudere- mensen waar hij dagelijkse gesprekjes mee voerde, met wie hij lief en leed deelde, terwijl ze hem en zijn vrouw verwenden met allerlei Japanse hapjes. Daar zijn mevrouw Suzuki, meneer Booreiland, meneer en mevrouw Zevenzeeën, meneer van Tricht, meneer Heiland en nog anderen. Twaalf delen bevat dit boek, langere en kortere, waarin steeds een persoon of een echtpaar centraal staat, maar waarin we ook de andere buren tegen kunnen komen. Ook beslaat ieder deel het hele tijdvak, 1999 tot 2005 dus.
Terwijl we een kijkje krijgen in het Japanse leven, lezen we ook van alles over de schrijver zelf en zijn vrouw Annelotte. Zij werkt overdag, Detlev is journalist, schrijft en is huisman. Je krijgt niet bepaald de indruk dat hun huwelijk goed is, maar misschien bedriegt de schijn, aangezien Detlev zichzelf niet spaart. Zij bakt wel koekjes voor de buren, maar is er niet happig op hen in huis uit te nodigen. Dit is de toon die Annelotte tegenover haar man gebruikt.
'Jij bent ook altijd zo snel met je conclusies. Als iemand jou twee keer vraagt waar je vandaan komt, denk jij al meteen dat hij dement is. Terwijl jij ook altijd alles tien keer vraagt en niets onthoudt.'
Maar ook:
''Ik zeg dingen waar ik vijf minuten later van weet dat ik ze niet had moeten zeggen.'
'Ach, je zocht gewoon weer ruzie. Zoekt ruzie en gij zult vinden. Jouw wapenspreuk.'
Ze lachte.'
Het is duidelijk dat ze zijn fascinatie voor de planten en dieren om hun huis en in de wijk overdreven vindt. Als zij de rupsen weggooit omdat ze een mooie plant opeten, wil hij dat ze die beestjes 'redt' en op een andere plant zet. Hij sproeit 's avonds de tuin als hij eenmaal de pad heeft ontdekt. Hij noemt haar Ada! Er is dan ook een portretje over Ada en Ab, het mannetje. Denkt hij...
Detlev is druk met zijn spinnen, en met het redden van hagedissen. Annelotte vindt het maar niks, ze vindt hem een nietsnut. Ook begrijpt ze zijn liefde voor Japan niet, en al wordt het niet zo duidelijk gezegd: zij is degene die er voor zorgt dat ze na vijf jaar vertrekken naar Nieuw-Zeeland. Met medeneming van kat Kootje.
Van Heest heeft de namen grotendeels vernederlandst, niet alleen de namen van personen, ook plaatsnamen. Een beetje bevreemdend, maar dat het zich allemaal in Japan afspeelt is duidelijk.
Het leest heerlijk weg, al die gesprekjes. Het grootste deel van de teksten zijn namelijk dialoogjes, alleen het deel dat gaat over de planten en dieren rondom het huis niet natuurlijk. Aandoenlijk is mevrouw Suzuki. Fascinerend meneer van Tricht die zich niet in laat pakken, hoewel de journalist van Heest hem op allerlei manieren in de val probeert te lokken. En als ik dan lees dat er een tweede boek komt, dan kijk ik daar naar uit!!
Isbn 978 90 282 414 28 Paperback 632 pagina's | Oorschot B.V. | april 2010
© Marjo, mei 2010
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER