Pan
Knut Hamsun
Knut Hamsun heeft terecht een Nobelprijs Literatuur verdiend (1920), onder andere met deze korte roman uit 1894. Het woord “roman” roept wel wat vragen op bij dit proza. Langere gedeelten zijn echt staaltjes van zuivere lyriek, waarbij grootse visioenen afgewisseld worden met kleine details.
Het verhaal gaat over de “relatie” van een officier, Thomas Glahn, met een jonge vrouw uit de plaatselijke gemeenschap, Edvarda. Een “relatie” met vallen en opstaan, ja, men zou zich zelfs de vraag kunnen stellen of er wel van een “relatie” kan gesproken worden. Immers, de dame in kwestie lijkt er eerder een spelletje van te maken. Haar stemming wisselt van dag tot dag, en lijkt heel onvoorspelbaar. Doorheen de lente, zomer en herfst eindigt de verhouding in een anticlimax. Het ik-verhaal wordt afgesloten met bedenkingen van een onbekende derde, die de lezer informeert over wat er na dit jaar met Thomas gebeurde.
Pan is niet alleen de god van de mannelijkheid maar ook van het dierlijke instinct. Noch het ene, noch het andere komen expliciet aan bod, maar zijn wel intrinsiek doorheen het hele verhaal aanwezig, doorheen de symboliek van de natuur.
Of dit boek een (lyrische) fabel kan genoemd worden (Thomas’ hond heet tenslotte Aesopus), laat ik aan de interpretatie van de lezer. Tenslotte biedt elke lectuur een nieuwe visie. Misschien is het wel wat ouderwets (het boek dateert al van meer dan honderd jaar geleden), maar het heeft zeker nog heel wat actualiteitswaarde.
Het boek sluit af met een tekst over het scepticisme in de werken van Hamsun.
ISBN 9789044512861 Hardcover 189 pagina's | Uitgeverij De Geus | oktober 2009
Vertaald door Rita verschuur
© Lezer100, 10 september 2012
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Victoria
Het lijkt een sprookje over Johannes, de molenaarszoon, en Victoria, de dochter van de jonker. In hun vroege jeugd spelen ze met elkaar, Johannes kent de streek door en door. Hij wist de vogelnesten te vinden, hij wist waar je een hermelijn kon zien, kon de weg naar de frambozenstruiken wijzen en wist op het water waar de beste mosselen zaten. Victoria was in Johannes' gedachten altijd de prinses en hij gaf haar zijn land.
'Maar Otto is ook aardig,' werpt ze tegen.
'Jaja, neem hem dan.'
Ze lopen even zwijgend verder.
'Ik krijg het geweldig. Maak je over mij maar niet ongerust. Je weet niet eens wat ik als loon ontvang.
'Nee. Wat dan?'
'De helft van het rijk. En dat is nog maar één ding.
' Stel je voor!'
'En ik krijg ook een prinses.'
Dat is toch zeker niet waar, hè?
'Jawel. Dat heeft hij gezegd.[...]
'Maar het is best mogelijk dat ik nog eens terug kom.'[..]
'Breng je haar dan niet mee,' smeekt ze. 'Waarom zou je haar meebrengen?'
'Nee, ik kan ook alleen komen.
'Beloof je me dat?
Maar kinderen worden groot en Victoria en haar broer Ditlef krijgen eigen vrienden. Het verschil in afkomst zorgt voor verwijdering. Johannes mag Victoria en haar vrienden wel naar het eiland roeien maar moet zich verder nergens mee bemoeien. Toch vraagt Victoria hem of hij wil beloven altijd terug te komen naar het landgoed.
Johannes gaat weg om te studeren en na jaren keert hij eindelijk terug om bij zijn ouders de vakantie door te brengen. Johannes ziet Victoria weer en zijn liefde voor haar is nog steeds even groot als in hun kindertijd. De liefde is wederzijds maar Victoria weet dat het niet kan en onbeholpen probeert zij contact met hem te hebben én afstand te houden.
Na de vakantie keert hij terug naar de stad en de jaren verstrijken. De gedachten van Johannes zijn altijd bij Victoria, zijn grote liefde. Hij koestert zijn dromen en gedachten over haar. Dan ziet hij haar onverwachts in de stad en spreekt haar aan, eindelijk spreken ze hun gevoelens voor elkaar uit. Maar een dag later vertelt Victoria hem dat hun liefde onmogelijk is.
Johannes is ten einde raad, stort in, maar weet zich uit zijn diepe dal te slepen.
De jaren verstrijken, Johannes wordt een groot schrijver. Zijn inspiratiebron is Victoria. Af en toe ontmoeten ze elkaar, verlangen naar elkaar, maar elke keer is er de onoverbrugbare barrière, totdat...
Het lijkt een dramatisch sprookje maar het is veel meer dan dat. De onbeholpenheid, de onzekerheid, de wisseling van hoop naar wanhoop en weer terug weet Knut Hamsun schitterend weer te geven. Steeds opnieuw is het Victoria die toenadering zoekt.
'Wat wilt u van me?' vroeg ze toonloos.
'Ik wil niets van u, juffrouw Victoria. Ik zat hier op een steen, ik ben bereid weg te gaan.'
Tja, ik ben thuis geweest, ik ben de hele dag thuis geweest en toen ben ik hiernaartoe gegaan. Ik had net zo goed de rivier langs kunnen gaan, ik had een andere weg kunnen nemen, dan was ik nu niet hier geweest...'
'Juffrouw Victoria, dit terrein is van u, niet van mij.'
'Ik heb u een keer gekwetst, Johannes, ik wilde het weer goedmaken, het weer rechtzetten. Ik heb werkelijk een verrassing voor u waarvan ik denk dat... Dat wil zeggen, ik hoop dat u er blij mee bent. Meer kan ik niet zeggen.'
'Nu heb ik vandaag al heel wat keren aan deze brief geschreven en toch heb ik geen duizendste deel gezegd van wat ik wilde zeggen.'
'Vraag iemand wat liefde is; ze is niets anders dan het suizen en wegsterven van de wind door de rozenstruiken.'
Het hele verhaal gaat over de liefde in al haar facetten. Misschien blijft de liefde tussen Victoria en Johannes wel zo groot juist omdat ze onbereikbaar is...
Knut Hamsun (1859-1952), pseudoniem van Knud Pedersen, was een van de belangrijkste schrijvers van Noorwegen en een van de drie Noorse Nobelprijswinnaars.
Hij brak op literair gebied door met Sult (Honger), een autobiografische roman die de opkomst van de neoromantiek in Noorwegen markeerde. In 1920 ontving Hamsun de Nobelprijs voor Markens Grøde (Hoe het groeide), dat in 1917 verscheen. Hamsuns werken worden beschouwd als klassiekers in de Noorse literatuur en hij blijft een van de meest vertaalde Noorse fictieschrijvers. In zijn veelgeprezen biografie van Hamsun (Enigma, The Life of Knut Hamsun, 1987) noemt Robert Ferguson Hamsun een van de belangrijkste en meest inventieve literaire stilisten van de afgelopen eeuw. Hij is van mening dat vrijwel geen enkele moderne Europese of Amerikaanse auteur niet bewust of onbewust is beïnvloed door het werk van Hamsun.
ISBN 9789046440001, 130 pagina's, Ingenaaid, uitg. Bright Lights, september 2007
© Dettie, november 2008
Lees de reacties op het forum, klik HIER