De val van Mehmet
Hülya Cigdem
Het boek begint met de ter aarde bestelling van de hoofdpersoon in zijn geboorteplaats in Turkije. Hij vond de dood toen hij in Tilburg waar hij het grootste deel van zijn leven heeft doorgebracht met vrij hoge snelheid tegen een boom aan reed, onder de ogen van zijn kleinzoon. Die zat namelijk op dat moment op een bakje in de straat waar Mehmet woonde.
Is hier sprake van zelfdoding? Kreeg hij misschien een hartaanval?
Het verhaal vertelt over een godvrezende Turk, die omwille van de liefde naar Nederland kwam en daar een gezin stichtte. Omwille van de liefde, dat betekent iets anders dan je zou denken: zijn vrouw Hatice is namelijk ook Turks. Maar zij was in de ogen van de Turkse gemeenschap bezoedeld, ze was immers weggestuurd door de man met wie ze eerder getrouwd was. Dat die man homoseksueel bleek te zijn, dat deed er niet toe. Hatice zou hoogstens nog als tweede vrouw gevraagd worden, of haar leven uitzitten bij haar ouders. Maar haar dorpsgenoot Mehmet was al verliefd op haar sinds zijn vroege jeugd.
In Turkije zijn het meestal niet de kinderen die beslissen over hun toekomst, maar doen de ouders dat. En de ouders van Mehmet vonden Hatice niet goed genoeg. Toen ze gescheiden was natuurlijk helemaal niet meer. En daarom nam hij haar mee naar Nederland, waar hij werkte in een leerfabriek.
Na een tijdje vond hij een woning in Tilburg, en kwam het gezin waar hij zo naar verlangde. Muhammed, Ayse en Mustafa groeien op in Tilburg, en raken meer verwesterd dan hun ouders zouden willen. Zij vinden hun vader te star en streng in de leer, niet alleen wat betreft de gang naar de moskee en het dagelijks bidden, maar hun hele manier van leven bekritiseerde hij, het was niet naar zijn zin.
Het loopt danig uit de hand als de oudste zoon, teleurgesteld in een carrière als politieman, de hennepteelt omarmt.
‘Al waren er mensen die er anders over dachten, Muhammed was niet als slecht mens geboren. Integendeel, tot ongeveer tien jaar terug was hij een voorbeeldige jongeman die zich uitstekend had aangepast aan het land waar zijn moeder hem ter wereld bracht. Hij was in zijn doen en laten niet te onderscheiden van de andere burgers in de stad. In zijn ogen was dat het hoogst haalbare voor een migrantenzoon. Hij had lang geloofd dat Hollanders hem als hun gelijke zouden zien en hem niet zouden behandelen als een uitheems wezen. Als hij maar zijn best deed.’
Als dat niet zo blijkt te zijn, en als hij dan zijn vader teleurstelt, die onvermurwbaar is, gaat hij tenslotte voor het geld. Als hij dan toch niets goed kan doen, dan heeft hij liever een luxe leven. En zo drijven vader en zoon nog verder uit elkaar.
Het verhaal, verteld vanuit een alwetende verteller die nu eens het perspectief van Mehmet, dan weer van Muhammed of Hatice gebruikt, speelt vanaf de jaren 70 tot na de eeuwwisseling, en geeft een beeld van hoe de Nederlander omgaat met de buitenlandse arbeiders die zo nodig waren. Het geeft weer hoe twee werelden - het platteland van Turkije en het stadsleven in Nederland - botsen, en hoe een trotse man geen concessies wil doen en daardoor zijn eigen onvermijdelijke val veroorzaakt.
Het verhaal is het waargebeurde verhaal van Mehmet Cantürc dat door de schrijfster Cigdem is geromantiseerd. Een korte stamboom voorin en een woordenlijst achterin maken het boek compleet.
Hülya Cigdem debuteerde met de Importbruid.
ISBN 9789029589574 | Paperback| 424 pagina's | Uitgeverij Arbeiderspers | mei 2014
© Marjo, 3 januari 2022
Lees de reacties op het forum, klik HIER
De importbuid
In het dankwoord van dit boek staat:
"Ik wou dat ik kon zeggen dat alles in dit boek fictie is en dat het geweldig is om een importbruid te zijn. Maar dat zou een leugen zijn en daar heb ik geen zin meer in. Het is tijd voor openbaring. Importbruid zijn kun je vergelijken met uitgerukt worden, met wortel en al, en op een andere planeet geplant worden. Sommigen hebben er voor gekozen, anderen niet. Maar niemand heeft me verteld wat het inhield om totaal afhankelijk te zijn van anderen en dat te blijven, en vooral te moeten gehoorzamen."
Verwacht na dit bovenstaande niet een zielig verhaal over iemand die het vreselijk heeft en daar het hele boek over 'zeurt'. Eerder het tegendeel. In klip en klare taal vertelt Hülga Cidgem dit, deels autobiografische, verhaal.
Rüya woont met haar ouders en zusje Bahar en broer Mehmet in Mersin, een plaats aan de zuidkust van Turkije. Haar moeder is altijd aan het schoonmaken, het huis moest kraakhelder zijn. Rond haar twaalfde mag Rüya na schooltijd niet meer naar buiten. Ze moet haar moeder helpen en op haar broertje en zusje passen. Haar moeder heeft geen goed woord voor haar over, ze doet letterlijk àlles verkeerd.
Die zomer komt familie uit Nederland op bezoek bij Rüya's oom en tante. Ook Kaan, de zwager van haar nicht, is meegekomen uit Tilburg. Diezelfde zomer wordt door de ouders een huwelijk tussen Kaan en Rüya geregeld... Over twee jaar zullen ze trouwen. Aangezien de bruid altijd bij haar schoonouders in trekt zal Rüya dan naar Nederland verhuizen. Rüya vindt het geweldig! Ze is hevig verliefd op Kaan en kijkt erg uit naar de dag dat ze naar Nederland mag...
Ze droomt over een vrij leven daar, geen zeurende moeder meer, ze kan dan eindelijk een opleiding gaan volgen...
De waarheid is echter heel anders. Haar schoonmoeder (kaynana) is de heerseres in huis.
"Degene die kaynana's gezag durft te ondermijnen moet nog geboren worden. Lachrimpels heeft ze bijna niet, wel twee diepe groeven tussen haar wenkbrauwen. Als ze naar me kijkt, trilt de grond onder mijn voeten. Ik ben niet de enige die bang is voor haar stalen blik. Voor alles wordt toestemming gevraagd aan 'ons ma'."
Rüya is slechts een importbruid die elk moment ingeruild kan worden voor een nieuwe maagd die wél gehoorzaamt...
Al het geld dat verdiend wordt, moet aan kaynana gegeven worden. Kaan krijgt vijfentwintig gulden zakgeld per maand, Rüya krijgt niets. Toch is Rüya redelijk gelukkig, ze is stapelgek op Kaan, ze geniet van hun seksuele leven en Kaan is een lieve man voor haar.
Jasmijn, de zus van Kaan, werkt in een naaiatelier. Na een tijdje gaat Rüya daar ook werken en zo komt ze in contact met de goedlachse Naciye, zij zal haar steun en toeverlaat worden en dat is maar goed ook. Rüya heeft haar later hard nodig.
Naarmate ze langer in Nederland is, voelt ze hoe ze verstikt raakt door het strenge regime van kaynana en de regels over hoe een Turkse vrouw zich hoort te gedragen. De Turkse mensen in Tilburg kennen elkaar allemaal. Eén misstap en de schande zal vreselijk zijn. Rüya wil meer vrijheid maar Kaan durft niet tegen zijn moeder in te gaan, tot overmaat van ramp raakt Rüya zwanger... Als ze bevalt van haar dochterje Gül is ze zestien.
Een liefdevolle moeder wordt ze niet. (Zelf voelde ik me af en toe geschokt zoals ze met het kind omgaat) Als het even kan draagt ze de zorg over aan haar schoonmoeder. Door het kind voelt ze zich nog benauwder en beperkter in haar doen en laten... Ze voelt zich letterlijk doodongelukkig.
Ze wil weg, een eigen huis hebben, maar Kaan is bang, het hoort niet...
De ommekeer komt als ze eindelijk toestemming krijgt van kaynana om Nederlandse les te gaan volgen, de school wordt haar leven, ze is een zeer goede leerling. Ze leert daar niet alleen de taal maar ook hoe anders haar leven zou kunnen zijn... Rüya komt steeds meer in opstand, met alle gevolgen van dien.
Het is een verhaal dat je qua inhoud doet heen en weer slingeren tussen verbazing en irritatie.
Irritatie hoe Rüya soms over haar schoonmoeder praat omdat blijkt dat kaynana's leven ook niet van een leien dakje gaat. De vrouw heeft een man die graag alcohol drinkt, een gokverslaafde schoonzoon, een dochter die er met een getrouwde man vandoor gaat, een andere dochter die geen kinderen lijkt te kunnen krijgen. Problemen met geld etc. Ook irritatie hoe Rüya met haar kind omgaat en haar man. Hij probeert wel maar is niet opgewassen tegen zijn zeer strenge moeder. "Zonder haar strenge toezicht zou het gezin binnen een week uit elkaar vallen" is Kaans mening. Hij staat toe dat Rüya stiekem de pil gebruikt, probeert haar zoveel mogelijk tegemoet te komen, maar moeder blijft de baas.
Verbazing over de erg strenge regels, de hechtheid van de Turkse gemeenschap in Tilburg, de kinderen die hun hele salaris aan moeder overhandigen. (Schoon)moeder die alles ziet als haar bezit, zelfs de sieraden van Rüya worden zonder haar medeweten verkocht als het zo uitkomt. Ook verbazing over de seksuele openhartigheid van Rüya en de Turkse vrouwen onderling.
Het boek geeft veel inzicht in het leven van een 'importbruid'.
Het verhaal is vlot en goed geschreven. Wel vind ik dat het beter geredigeerd had kunnen worden, er zitten af en toe vreemde tijdsprongen in. Maar wellicht kon ook niet alles verteld worden zonder schade aan te richten.
Het laatste gedeelte van het boek doet heel anders aan, de taal is ineens een stuk volwassener. Eerst was het taalgebruik meer van het afhankelijke 'kind' en vrij abrupt komt er een ander woordgebruik, alsof er iemand anders aan het woord is. Maar misschien is dat wel de bedoeling, het leven van Rüya verandert immers ook ingrijpend. Maar deze 'min'punten wegen niet op tegen het verhaal zelf. Het is absoluut geen klaagzang maar wel indrukwekkend en laat je over veel dingen nadenken.
Pocket, 330 pagina's, ISBN 789029562652, Uitgeverij De Arbeiderspers
© Dettie, augustus 2008
Lees de reacties op het forum en/of reageer. klik HIER!