Strepen aan de hemel en andere verhalen
G.L. Durlacher
In dit boek zijn verhalen uit de bundels 'Strepen aan de hemel', 'Drenkeling', 'Quarantaine' en 'Niet verstaan' samengebracht. De inleiding is geschreven door de dochter van de auteur (zelf ook auteur) Jessica Durlacher. Ze schrijft:
"Wij, zijn kinderen, wisten als gezegd niets van zijn geschiedenis tot mijn vader begon te schrijven. Pas toen hij begon te schrijven, ik was inmiddels al achttien en uit huis, drong de waarheid over zijn leven tijdens het lezen op een verpletterende manier tot me door.
Praten kon ik er met hem ook toen niet over. Sommige dingen zijn te erg."
Wat alle verhalen uit dit boek zo bijzonder maken is dat Durlacher voor die dingen die te erg zijn zulke mooie woorden heeft kunnen vinden. Bijna om de absurditeit van de dingen die hij wil, of misschien uiteindelijk moet, vertellen te verhullen of te verzachten voor zijn lezer. Hij spaart de lezer echter niet en dringt ondanks de prachtige zinnen diep binnen. Zelf heeft hij ook de gruwelijkheden jarenlang diep opgeborgen in zijn geheugen, totdat zij zich opnieuw aan hem openbaarde. Zoals hij het zelf schrijft:
"Ik wist in die tijd nauwelijks wat er gebeurde. Een gordijn was voor mijn waarneming gevallen. De gruwelijke gebeurtenissen registreerde ik, zonder ze toe te laten tot hoofd en hart.
Nu, na bijna veertig jaar, valt er zo nu en dan een archiefblad uit de vergane brandkast van mijn geheugen."
In verschillende op zichzelf staande verhalen die toch met elkaar verbonden zijn, beschrijft de auteur de verschrikkingen die hij in de jaren rond de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt: zijn kinderjaren in Duitsland, omringd door het opkomende antisemitisme; de eerste jaren van de Duitse bezetting van Nederland; zijn deportatie en het leven in het concentratiekamp; de kille ontvangst bij zijn terugkeer na de bevrijding. Zijn oeuvre, zo lezen we achter op het boek, vormt een monument aan hen die het niet overleefden, en een knap gestileerde en aangrijpende speurtocht naar de uitwerking van trauma op identiteit.
Identiteit lijkt voor de meeste van ons iets dat heel erg van ons zelf is, wie je bent en hoe je je daarmee verhoudt tot de anderen om je heen. Durlacher toont aan dat identiteit juist geen vaststaande eigenschap is van het individu maar steeds opnieuw wordt gevormd door de omstandigheden en de wisselwerking met de anderen in je omgeving en de dingen die je meemaakt. Als anderen jou niet zien, zoals jij jezelf ziet kan dat letterlijk, zoals voor Durlacher zelf, levensgevaarlijk zijn. Zeker als zo'n identiteit niet meer wordt toegekend aan het individu maar aan een groep en wel als een vaststaand kenmerk van de eigenschappen van die groep. We zien het op dit moment weer heel erg in de actuele dagelijkse praktijk. Mensen die individueel beschouwd willen worden als vluchtelingen uit een oorlogssituatie, krijgen als groepsidentiteit die van asielzoeker of, erger nog, gelukszoeker toegekend, met alle gevolgen van dien.
Een bijzonder mechanisme beschrijft Durlacher ook met betrekking tot het ongeloof en het zwijgen over de gaskamers in de kampen zelf. De onzekerheid over wat anderen daar wel of niets over wisten of jouw kennis die van de anderen was en of die kennis door iedereen gedeeld werd. Hiermee beantwoordt hij voor mij de vraag die later gesteld werd, namelijk waarom de mensen niet massaal in de kampen in opstand zijn gekomen als ze wel wisten wat er gaande was. Durlacher verwoordt het zelf zo en ook dat doet hij op een indringende en zeer overtuigende manier:
Het dilemma: wie gelooft mij als ik als enige het ongelooflijke denk te kennen, en wie bespaart mij de spot of straf als ik het alombekende onthul, kon niet overwonnen worden zonder grote zedelijke kracht.
Juist deze kracht was de voorwaarde voor passief en actief verzet en haar bezaten – helaas – maar weinigen.
Door het onderwerp is het moeilijk om dit boek prachtig te noemen, maar dat is het wel.
Gerhard Leopold Durlacher (1928-1996) werd geboren in Baden-Baden, maar zijn gezin vestigde zich in 1937 in Rotterdam wegens het opkomende nationaalsocialisme. In 1942 werd het gezin gearresteerd en op transport gesteld naar verschillende concentratiekampen. Durlachers ouders overleefden de kampen niet. Zijn ervaringen verwerkte hij pas op latere leeftijd en zijn oeuvre kent een sober, ingetogen en een in hoge mate autobiografisch karakter. Voor Quarantaine ontving Durlacher in 1994 de AKO literatuurprijs. Voor Drenkeling ontving Durlacher in 1994 de Zwitserse Anne Frankprijs.
ISBN 9789020414479 | Paperback | 265 pagina's | Uitgeverij Atlas Contact april 2015
Vertaling: Lucie van Rooijen
© Ria, 21 september 2015
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER