Boekenarchief C-D

Trent Dalton

Al die schitterende hemels
Trent Dalton


‘Een buldogmier kruipt over een vloek. De kop van de buldogmier is bloedrood en het beestje houdt halt en gaat verder, houdt halt en gaat weer verder in de in de grafsteen gebeitelde letter v.’


Dit is de eerste zin, een zin die de lezer meteen intrigeert. Kruipt over een vloek? Een buldogmier?
Wat miersoorten betreft kunnen wij Nederlanders nog wat bijleren uit dit boek, net als over andere dieren die in de Australische outback leven. Want daar speelt het verhaal.


Het begint in Darwin, een stad die ongeveer in het midden aan de noordkust van Australië ligt. Ten noorden van natuurparken met overweldigend natuurschoon.
Op een begraafplaats werken moeder en dochter aan een graf. Molly is zeven jaar, en al zo vertrouwd met de dood. Die dag evenwel vertelt haar moeder haar dat ze elkaar na die dag niet meer zullen zien. Ze liggen naast elkaar naar de wolken aan de hemel te kijken.


'Rechts van die wolk is alles blauw. Violet Hook volgt de blik van haar dochter naar de lucht en blijft bijna een have minuut lang omhoogkijken, tot ze haar blik laat dalen om naar iets wat even hemels is: het gezicht van haar dochter. Vuil op haar linkerwang. Een spat opgedroogde eidooier van het ontbijt in de linkerhoek van haar mond. Molly’s ogen, altijd op de lucht gericht.
‘Wat is dit voor plek, Molly?’
Molly kent de vraag en ze weet het antwoord.
‘Een harde plek, mam.’
’Wat is steen, Molly?’
Molly kent de vraag en ze weet het antwoord.
‘Steen is hard, mam.’
‘Wat is je hart, Molly?’
‘Mijn hart is hard, mam.
‘Hoe hard is het?’
‘Zo hard als steen, mam.’ zegt Molly, met haar ogen nog steeds op de lucht gericht.
‘Zo hard dat het niet kan breken.’


Als haar moeder verdwenen is  - Molly staart naar de lucht en hoort de voetstappen wegsterven - vindt het meisje op het graf van haar grootvader een massief koperen schaal, een hemelgeschenk zoals haar moeder zei. Molly beseft dat het een goudzoekerspan is.  Ze woont immers te midden van goudzoekers, teleurgestelde verbitterde mannen, die drinken om te vergeten dat ze de beloofde schat niet gevonden hebben.
Ze ontdekt een tekst onder op de pan, een tekst die haar het verdere verhaal zal leiden.
Maar eerst moet ze afscheid nemen van haar moeder die haar heeft achtergelaten bij haar vader met zijn slappe karakter en haar wrede oom, bij wie ze een hard leven zal hebben.


Dan is het 1942, Molly is twaalf, de Japanners bombarderen de haven van Darwin.
Molly heeft inmiddels het grafschrift op haar grootvaders graf begrepen. Tom Berry was een goudzoeker, en liet op zijn graf vermelden dat Longcoat Bob de familie Berry vervloekt heeft, omdat hij, Tom, goud haalde uit de grond van de zwarte man (een aboriginal).
Molly bedenkt dat ze Longcoat Bob moet gaan zoeken om die vloek op te heffen, want het gaat niet goed met haar vader en haar oom. Ook weet ze nu dat op de onderkant van de pan een kaart getekend is, en dat de tekst aanwijzingen geeft. Zoals:


‘Hoe langer ik sta, hoe korter ik word…’


Tijdens het bombardement grijpt ze de kans, al is het voor haar vader te laat. Darwin ligt in puin.
Samen met Greta, een Duitse vrouw, die op het randje van opgeven staat, ontvlucht ze het oorlogsgeweld.
Een poos later zal een derde reiziger zich bij hen voegen: Yukio, de Japanse piloot, die uit zijn vliegtuig gesprongen is, het leven beu.
Hun zoektocht naar Longcoat Bob leidt hen door de Australische wildernis, en brengt hen vele gevaren, waaronder de verbeten achtervolging door oom Aubrey.


Een magisch sprookje, een avonturenverhaal, een coming of ageverhaal, wat je er ook in ziet, het is een fanatische roman. Ontroerend, magisch, overweldigend, en niet weg te leggen.
Het doodgraverskind praat met de hemel. ‘Je moet omhoogkijken, Molly. Je moet altijd omhoogkijken.’ zei haar moeder voor ze wegging.
Molly is onvermoeibaar en vastbesloten. Trotseert de dood en andere verschrikkingen, en is niet bang voor krokodillen. Maar ze houdt ook van poëzie, en van Sam, de aboriginaljongen.
De Australische natuur en de legendes die daarbij horen, de wonderlijke bloemen en planten, maar ook de gedichten van Victor Daley (een Australische dichter) volgen haar op haar pad.


Ze is onmiskenbaar de sterke vrouw in het verhaal, maar ze is ook een kind, argeloos soms. Het is haar manier van kijken die het verhaal zo mooi en magisch maakt.
Het is een hard leven dat de personages hebben (gehad), maar het is ook ongelooflijk mooi.


Een mooi verhaal is evenwel waardeloos als het niet goed verteld wordt. Blijkbaar kun je dat Trent Dalton wel toevertrouwen. Zijn stijl is net zo magisch als het verhaal. Hij gebruikt staccato als het nodig is, maar kan ook zinnen van een halve pagina lang neerzetten. De sfeer past hij perfect aan aan de situatie, je kan als lezer niet anders dan je helemaal onderdompelen in een boek als dit.


Trent Dalton is een Australische journalist en auteur van literaire fictie. Zijn debuut Jongen Verslindt Heelal staat al op de filmrol.


ISBN 9789402708233 | Hardcover| 448 pagina's | Uitgeverij HarperCollins | september 2021

© Marjo, 6 december 2021

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER