Boekenarchief C-D

Iraida van Dijk-Ooft

altGeen weg terug
Iraida van Dijk-Ooft

‘Een schuld aan mma Aysa moet je altijd voldoen. Ongeacht hoe. Beetjes bij beetjes, of alles in één keer. Geef je niet vrijwillig, dan neemt ze naar eigen inzicht terug. Ook als je niet meer blijkt te kunnen. Volgende generaties zullen er voor opdraaien.’


Zo komt het dat Alex Adjako met een boot het meer op gaat. Chally is de eigenaar en bestuurder van de boot, hij houdt zijn passagier in de gaten, terwijl die een verhaal vertelt. Het is 50 jaar geleden dat de Afobakadam gesloten werd, en er een meer ontstond. Gaandeweg blijkt dat dit feit een grote rol heeft gespeeld in het leven van de ouders van Alex, en dat terwijl hij daar helemaal niets van af wist. Het waren dromen, onheilspellende dromen, die er voor zorgden dat hij op onderzoek uit ging. Hij herinnerde zich nog wel de wens van zijn moeder, maar hij was zeven jaar oud, en begreep niet wat ze bedoelde. De dromen worden dwingender, hij moet er iets mee doen. Als de oproep komt voor zwemmers die het meer in willen duiken om er een (vermeende) schat te zoeken, begint hij zijn speurtocht.


In een fragmentarische vertelling ontsluiert Iraida van Dijk- Ooft het verhaal van de oorspronkelijke bevolking, de marrons (gevluchte West-Afrikaanse slaven die in stamverband in de oerwouden van Zuid-Amerika zijn gaan leven, en hun afstammelingen) terwijl zij schetst hoe hun gedachtewereld was. Hoe zij omgingen met de gestorvenen, hoe zij niets begrepen van het feit dat hun land, hun dorp, zomaar verdwijnen zou.
Alex’ouders woonden in Dembeston, dat dus ook onder water verdween. Met de heilige plekken en de begraafplaatsen, tot grote verbijstering van de bewoners. Hoe konden de geesten nu ooit nog de plek vinden waar zij begraven waren? God bleek niet in staat te helpen. Evenmin als de Winti of de geesten van hun voorouders.


Toen ik eenmaal begreep waar het verhaal precies over gaat, wilde ik eerst meer weten over de achtergrond, die ik totaal niet kende:


Wikipedia: ‘Het Brokopondostuwmeer (voorheen Prof. dr. ir. W.J. van Blommesteinmeer genoemd) is een stuwmeer in Suriname gelegen in het Brokopondo-district met een oppervlakte van 135 duizend hectare, ongeveer zo groot als de provincie Utrecht. Het meer is ontstaan door de bouw van de Afobakadam, een stuwdam in de Surinamerivier.
Het meer is groot maar ondiep. Het is nergens dieper dan veertig meter. Toen de dam aangelegd werd, is het gebied dat onder water zou lopen niet kaalgekapt. Daardoor steken er kruinen van bomen boven het water uit.’


Het verhaal van hoe dat meer ontstond toont aan hoe er nietsontziend met mensen werd omgegaan. Er was elektriciteit nodig voor de verwerking van bauxiet, daar ging het om. De bewoners moesten maar vertrekken.


‘Vijfduizend marrons, waaronder ongeveer 2000 uit Ganzee, moesten verhuizen. Voor hen werden transmigratiedorpen ingericht, maar de huizen waren erg klein en de toegezegde schadevergoeding was ca. 6 gulden per persoon. De uitbetaling werd ter plekke in de nieuwe dorpen gedaan.’


Het is het verhaal over de stuwdam, over de macht van het geld, maar ook over de cultuur, de manier van leven van de marrons. Over de invloed van het verleden een mens in kan halen.
Het verhaal wordt niet chronologisch verteld, waardoor het aan de ene kant lastig lezen is, maar aan de andere kant je interesse opwekt. Het is een deel van de geschiedenis van Suriname, mij tot op heden onbekend, waarbij ook de minder fraaie kanten van het leven daar verteld worden.
Geen weg terug is er voor de bewoners van dorpjes als Dembeston, maar ook geen weg terug is er voor iemand als Alex, product van een cultuur met foute kanten.
Een mooie roman, met een juiste mix van een historische achtergrond en een persoonlijk leven.


Iraida van Dijk-Ooft (1974) studeerde in 2014 af aan de Schrijversvakschool te Paramaribo.


ISBN 9789062658787 | Paperback | 224 pagina's | Uitgeverij In de Knipscheer | oktober 2015

© Marjo, 24 augustus 2016

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER