De kiezers
Jonathan Dee
Na de aanslagen op 9/11 staat Amerika op zijn kop. De steenrijke Philip Hadi voelt zich niet meer veilig in New York en betrekt met zijn gezin zijn zomerhuis in het bijna ingedutte dorpje Howland in Massachusetts. Dankzij dezelfde aanslagen wordt aannemer Mark Firth, die toevallig die dag in The Big Apple was, beroofd van zijn bankpas. En dat komt slecht uit want Mark is nagenoeg failliet. Hij hoort in gedachte zijn vrouw al schelden.
De komst van Hadi blijkt echter een zegen voor Mark want hij krijgt een grote opdracht van hem. Hij moet rondom en in het huis beveiligingsapparatuur aanbrengen. Niet echt Marks terrein qua werk maar ach daar heeft hij wel een mannetje voor. Mark is een draaier, een pocher, een blaaskaak die het liefst alles aan zijn 'personeel' overlaat.
Hadi is duidelijk iemand die zijn stempel drukt op het plaatsje. Nadat de burgemeester plotseling overleden is, benoemt hij zichzelf tot burgemeester. Inspraak is er niet, laat staan verkiezingen, maar heel erg vinden de bewoners het niet want Hadi belooft belastingverlaging en investeert in veel lokale ondernemingen zonder een cent terug te verwachten, wat willen de bewoners nog meer? Dat hij langzamerhand dictatorachtige elementen toepast, dringt bij weinig bewoners door. Ze volgen zijn restricties als makke schapen. Ze kiezen er zelfs voor.
Duidelijk is dat Jonathan Dee de Amerikaanse samenleving in notendop weergeeft.
Dankzij Hadi kan Mark zijn American Dream najagen en koopt huizen die hij weer doorverkoopt of verhuurt. Zijn kostje is gekocht denkt hij. Maar huurders kunnen ook knap vervelend zijn... In zijn privéleven is Mark minder gelukkig. Zijn vrouw Karen ziet met lede ogen het gestuntel van haar man aan en heeft ondertussen een baantje gevonden, mocht de handel van haar man weer eens misgaan. De twee leiden een nagenoeg apart leven en dochter Haley zit er tussenin.
De broer van Mark, Gerry is de nietsnut, de opstandeling, de schreeuwer die het allemaal beter weet en via anonieme blogberichten fel tekeer gaat over de gang van zaken in Howland en met name over de handelingen van Hadi, maar hij bereikt er niets mee, hooguit afkeuring.
Zus Candance is precies het tegenovergesteld van Mark. Zij is de enige met empathie, de enige die de zorg voor haar ouders op zich neemt - moeder is duidelijk dementerend maar vader én de twee broers kijken de andere kant op -. Obamacare is ver te zoeken. Candance zorgt ook voor de minderbedeelden in de samenleving, de plaatselijke, nauwelijks noemenswaardige bibliotheek waar zij werkt wordt een soort toevluchtsoord voor de bewoners die even hulp nodig hebben. Dit wordt door de overige keurige bewoners met afkeuring bekeken. Haar baan heeft ze overigens wel aan Hadi te danken.
Opvallend is dat Philip Hadi een schimmig figuur op de achtergrond blijft, we leren hem zelf niet kennen maar wel zijn invloed. Hij blijft degene die het voor het zeggen heeft en dat wordt soms op een pijnlijke manier duidelijk. Zijn wil geschiede. Hij kan iedereen maken of breken, en doet dat uiteindelijk ook, want geld is macht.
Het boek leest niet makkelijk. In het eerste deel vloeien de personages namelijk steeds in elkaar over. We volgen bijvoorbeeld Mark die naar zijn klusjesman rijdt maar als hij weggaat blijven we bij de klusjesman die op zijn beurt een borrel gaat halen waarna ineens het verhaal doorgaat via de barkeeper. Dat is soms verwarrend.
Het tweede gedeelte leest prettiger en is wat aansprekender en levendiger. Maar het verhaal sprankelt verder niet, het kabbelt zelfs een beetje voort. Het is afstandelijk en gortdroog zonder enige humor of vermaak. Hooguit zou je het gestumper van Mark als vermakelijk kunnen zien maar dat is het niet. Mogelijk wilde de schrijver hiermee het fantasieloze, afgestompte leven van de bewoners van het slaapstadje benadrukken. Maar het verhaal was af en toe gewoon een beetje saai.
Kortom, het boek laat, net als bij Privileges, een onbestemd gevoel bij me achter, maar mogelijk heb ik, als niet Amerikaan zijnde, niet alle finesses doorgrond. Maar eigenlijk denk ik dat het gewoon 'mijn' schrijver niet is. Ik zou zeggen, lees het boek en oordeel zelf.
Jonathan Dee schrijft voor New York Times Magazine en Harper’s en was redacteur bij de Paris Review . Hij geeft schrijfcursussen op Columbia University en The New School. Zijn boek Privileges was genomineerd voor de Pulitzer Prize 2011.
ISBN 978904822401 | Paperback | 350 pagina's | Uitgeverij Nieuw Amsterdam | 23 januari 2018
Engelse titel The Locals, vertaald door Mariella Duindam & Aleid van Eekelen-Benders
Dettie, 13 maart 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Privileges
Jonathan Dee
Wikipedia meldt: Een privilege is een recht dat aan een persoon, een groep personen of een organisatie wordt toegekend om deze meer of andere rechten te geven dan waarop men normaal aanspraak maakt. Men verkrijgt een voorrecht.
De hoofdpersonages in dit boek, Cynthia en Adam, hebben allerlei privileges maar je kunt je afvragen waarom. Ze zijn jong, bloedmooi, hevig verliefd en vormen een geweldig hecht stel. Adam draagt Cynthia op handen, zij is zijn privé 'paarden'fluisteraar.
Cynthia weet dat hij zich zonder haar verloren voelt, maar ze maakt daar geen misbruik van. Bovendien is hij goed in bed, heeft humor en is zeer aantrekkelijk. Vreemdgaan komt in hun beider hoofd niet op. Eigenlijk voel je acuut een afkeer voor dit stel, vooral voor de harde, cynische Cynthia.
Ze krijgen twee kinderen April en Jonas waar Cynthia voor zorgt. Adam heeft een aardige baan bij een kleine firma die in beleggingen doet. Hij is het lievelingetje van de baas maar promotie krijgt hij niet.
Veel vrienden hebben ze niet en contact met de wederzijdse ouders is er nauwelijks. De kinderen kennen hun grootouders in feite niet. Cynthia en Adam hebben genoeg aan zichzelf en de kinderen. Enige inmenging in hun leven wensen ze niet. Cynthia verveelt zich echter en is rusteloos. Maar als ze daarom naar de psychiater wil dan praat Adam dat uit haar hoofd. Hij is juist zo trots op hun leven. De dingen die hen samen zo bijzonder maakt, zegt hij, is juist hun talent om alle ballast overboord te gooien. Hun verleden doet er niet toe waarom zou ze zich daar nu ineens wel mee bezig gaan houden? De mensen die wat bereikt hebben zijn de mensen voor wie gisteren niet bestaat!
Maar het houdt Adam toch bezig dat Cynthia naar de psychiater wilde. Ze heeft een ander leven nodig, hij moet haar dromen waar gaan maken. Met zijn huidige werk zal hij niet veel bereiken en om Cynthia een plezier te doen laat de keurige Adam zich, tot mijn verbazing, in met louche zaken. Maar ja hij loopt tegen de veertig, wie weet is er wel sprake van een midlifecrisis... Adam weet zich echter wel zo in te dekken dat hij nauwelijks gevaar loopt. Zijn actie heeft, perfect als hij is, natuurlijk geholpen, ze worden steenrijk. Ze kopen een mooi buitenhuis aan het strand en ach als Cynthia het weer eens in haar hoofd krijgt dan wordt er een nieuw huis gekocht en verhuizen ze weer. Ze heeft een uitstekende smaak daarin. Het stel draagt veel bij aan goede doelen, takelen nauwelijks af, ze blijven het charismatische, aantrekkelijk paar dat alleen oog voor elkaar heeft en ze leefden nog lang en gelukkig... hoewel...
Natuurlijk gebeurt er veel meer dan hierboven beschreven is maar het is wel een bizar boek. Het verhaal springt af en toe onverklaarbaar en onverwacht over op een ander personage. Je moet soms goed opletten over wie het nu weer gaat.
De schrijver heeft van Cynthia en Adam kille, koele personages gemaakt. Ze blijven afstandelijk en daardoor raakt hun verhaal je nauwelijks. Cynthia is zelfs redelijk vaak ongelofelijk onbeschoft en zéér direct. Ze zegt precies dat wat in haar opkomt, of ze een ander daarmee kwetst interesseert haar niet.
Zowel Adam als Cynthia vinden het heel normaal dat ze overal met alle egards worden behandeld, alle deuren openen zich voor hen. Ze doen later veel aan liefdadigheid maar niet uit goedhartigheid maar om de verveling tegen te gaan en hun goede naam hoog te houden. Het gekke is dat Cynthia af en toe huilbuien heeft en bijna ziekelijk is in het bellen naar haar kinderen. Ze vraagt constant waar ze zijn, wat ze doen. Dit gedrag klopt helemaal niet met haar verder verwende, afstandelijke houding.
Jonas en April krijgen natuurlijk alles wat hun hartje begeert, ze hoeven nergens moeite voor te doen. Cynthia is in de ogen van Aprils vriendinnetjes een geweldige vrouw. Heel anders dan hun eigen, veel oudere, ouders. Cynthia is heel modern, en geeft de meiden raad en laat zelfs een vriendinnetje, die het thuis heel moeilijk heeft, tijdelijk in hun huis wonen.
April groeit op tot een leeghoofdig verwende meid die zich op feestjes flink te buiten gaat aan allerlei soorten drugs. De interieurs van de huizen waar de feesten worden gegeven worden nagenoeg gesloopt. Maar geld en een goede verzekering trekken alles wel weer recht. Haar vrienden zijn even oppervlakkig en leeghoofdig bezig als April zelf.
Jonas is de enige die alles met een kritische blik bekijkt en al die rijkdom maar onzin vindt. Hij trekt in een klein appartementje en bemoeit zich nauwelijks met zijn familie. Hij is geïnteresseerd in mensen en kunst en houdt eindeloze filosofische gesprekken.
Het hele verhaal is nogal koel gebracht en toch broeit er onderhuids steeds iets. Het verhaal zelf kabbelt maar voort en eigenlijk begint dat perfecte stel je knap te vervelen. Veel ruggengraat tonen ze niet, hun medemens interesseert ze nauwelijks. Tegen het eind gebeuren er echter plotseling allemaal heftige dingen met zowel Jonas, Cynthia als April. Ook hierin toont Cynthia zich weer erg tweeslachtig. Aan de ene kant blijkt ze toch wel enig gevoel te hebben maar ze is ook weer dat enorm keiharde kreng.
Jonas krijgt het ook ineens heel zwaar te verduren en weet zich geen raad, zijn leven staat totaal op zijn kop en April moet eveneens heel diep ademhalen, slikken en opnieuw beginnen. De gebeurtenissen staan los van elkaar maar denderen wel in een sneltreinvaart voorbij.
Het boek laat je ontredderd en met een leeg gevoel achter. Er is weinig balans in het verhaal. Al het enerverende wordt in het eind van het verhaal gestopt en de gebeurtenissen volgen elkaar zo snel op dat je het nauwelijks bij kunt benen. Het enige voordeel is dat het slaperige gevoel dat het boek aanvankelijk opwekte helemaal verdwenen is. Maar zo abrupt als alle actie opkwam zo plotsklaps is het ook weer voorbij. Het verhaal raakte mij niet, hooguit het eind maar dan meer uit medelijden met de mensen waar Cynthia mee te maken heeft dan met Cynthia zelf. Wat Jonas overkomt is in feite een verhaal dat een eigen boek verdient. Wat er gebeurt staat zo los van de rest van het boek, het doet zelfs vreemd aan en je vraagt je af waarom de schrijver deze gebeurtenis nodig vond. De verklaring kan hooguit zijn dat ook Jonas zijn (rijke) lot niet ontkomt.
Tot mijn verbazing, maar misschien mis ik de essentie van het verhaal, was het boek genomineerd voor de Pulitzerprijs 2011.
Ik ken betere boeken die zo'n prijs denkelijk meer waard zijn.
ISBN 9789046812518 Paperback 328 pagina's | Nieuw Amsterdam | augustus 2012
Uitstekend vertaald door Joop van Helmond
© Dettie, 24 augustus 2012
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER