Tegen de wind in
Angeles Caso
São’s verwekking is eigenlijk al een verhaal vol treurnis. Haar moeder, Carlina, belandt laveloos van verdriet om het verlies van haar eerste zoontje in het bed van een kroegbaas, die zich aan haar vergrijpt. Negen maanden later bevalt Carlina ergens in een boomgaard in haar eentje van São. Bebloed gaat ze op zoek naar hulp die ze vind bij een oude weduwe, Jovita.
Carlina weigert zich aan dit nieuwe kindje te hechten, en vertrekt uiteindelijk zonder haar naar Europa om een nieuwe start te maken. São blijft bij Jovita, die haar voorbereidt op de gruwelijkheden van dit aardse bestaan:
“Daarbij trok ze af en toe flink aan de haren, om al van jongs af aan te leren hoe het leven in feite was; een helse berg desillusie- de pijn van de honger toen er droogte heerste, je darmen die in de leegte kronkelden en de zwakte die zich door je hele lichaam verspreidde en onophoudelijk in je hoofd bonkte. De pijn van elf bevallingen, van vier overleden kinderen en van zeven die naar Europa waren gegaan en nooit waren terug gekomen. De pijn van haar dronken mannen, als ze zich hadden bezat.”
Ondanks deze realistische kijk op het leven die haar met de paplepel werd ingegoten ontwikkelt São zich tot een optimistisch kind met grote dromen. Ze wil iets bereiken in het leven en als haar vriendinnetje op zesjarige leeftijd overlijdt aan iets wat met hulp van een arts voorkomen had kunnen worden ontstaat haar grote droom; dokter worden:
“Plotseling wist ze het. De mensen die in de grote huizen van Carvoeiros woonden hadden genoeg geld om dokters te halen als ze ziek werden. En mensen in Italië, met straten vol auto’s, elektrisch licht en duizenden scholen, ook. Als je geld had, ging je niet dood. Tenminste niet als je zes jaar was. Zij wilde het zover schoppen dat meisjes van zes niet hoefde te sterven. Ze zou dokter worden.”
Als blijkt dat, ondanks al haar inspanningen en studeren, dokter worden niet haalbaar is als je zó arm bent stort haar wereld in. De tijden van dromen is voorbij
“Ze was arm. En in het levensboek van armen stond geschreven dat ze geen toegang tot de wetenschap hebben, dat ze van jongs af aan moeten werken om een klein beetje te krijgen van wat de rijken in overvloed wordt toebedeeld; maaltijden, kleren, vier muren en een dak waaronder je kunt schuilen voor regenbuien en de meedogenloze middagzon. Een dak en vier muren, met een beetje geluk ook geschikt om dromen te herbergen. Die vervloekte dromen die ons doen geloven dat de wereld misschien wel een lichtende plek is, een warme omgeving waarin zich een vredig en rechtvaardig bestaan ontrolt, waarin je evenveel krijgt als je geeft, waarin elke inspanning haar beloning heeft en elke strijd voor een vurig verlangen eindigt in een schitterende overwinning.”
Uiteindelijk komt ze na verschillende baantjes, met alweer handtastelijke mannen, met hulp van haar laatste baas in Europa terecht. En daar begint het verhaal, en de ellende, eigenlijk pas echt.
Al kan ik daar op deze plek natuurlijk niet al te veel over vertellen.
Het verhaal wordt vanuit verschillende perspectieven geschreven wat het af en toe wat warrig maakt omdat van die vrouwen die maar een deel van het verhaal uitmaken ook een deel van hun geschiedenis wordt geschreven. Het eerste hoofdstuk begint met de geschiedenis van de verteller, een Europese vrouw bij wie São in de huishouding komt te werken en met wie ze vriendschap sluit. Haar familiegeschiedenis wordt beschreven, maar in het uiteindelijke verhaal speelt de vrouw maar een marginale rol. Ik vermoed dat voor deze vorm gekozen is om de levens en de kracht van zoveel mogelijk vrouwen te laten zien.
Het boek is een ode aan het “zusterschap”, en de kracht van vrouwen; overal waar São komt vind ze sterke vrouwen op haar pad die haar verder helpen. Mannen komen er aanzienlijk slechter van af. Ik geloof dat op het laatste hoofdstuk na er één goede deugdelijke man in het boek voorkomt, en die gaat dan nog dood ook. De rest van de mannen drinkt, is handtastelijk of erger, of slaat en is gewelddadig.
Het verhaal is gebaseerd op de hulp in de huishouding van de schrijfster(in dit boek dus de verteller) en grotendeels waar gebeurd.
Het leest makkelijk en is denk ik voor een groot publiek toegankelijk.
Het geeft een goed beeld denk ik van het leven van Afrikaanse vrouwen, die leven in Afrika en vooral ook in Europa op poten proberen te zetten. Een goed boek voor wie van dit soort verhalen houdt.
ISBN 978 90 229 5978 7 Papaerback 272 pagina's Uitgeverij Orlando, oktober 2010
Vertaald door Dorotea ter Horst
© Willeke, 11 november 2010
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER