Achterland
Anne van der Dool
Als je - twintig jaar
oud - het huis uit bent en je komt je moeder tegen in de supermarkt, is het dan
niet vreemd dat je je moeder niet direct aanspreekt, maar juist zelfs niet weet
wat je moet zeggen?
‘Ik wilde niet dat ze
zag hoe mijn handen trilden.’
Wat is er gebeurd, dat de verhouding moeder-dochter zo verstoord is?
Emma heeft haar moeder zo’n honderd dagen niet gezien. Nu gaat ze mee naar
‘huis’.
‘Ik kreeg het gevoel dat mensen krijgen als ze terugkomen op een plek waar ze
jarenlang niet geweest zijn. Een mengeling van nostalgie en onbehagen. Ik hoor hier niet meer.
Ze reed de straat in. De vanzelfsprekendheid van het gevoel weer thuis te
komen, alsof het niet maanden, maar uren geleden was geweest dat ik hier weg
was gegaan. Alsof we terugkwamen van pianoles of boodschappen doen. Niet van
een ander leven.’
Dat andere leven is bij Frank, op de boerderij, in een groot gezin. Emma kon
het leven bij haar moeder niet langer verdragen nu ze een ander leven, dat bij
Frank thuis, leerde kennen. Bij haar thuis was het nooit goed. Als zij de tafel
dekte, legde haar moeder alles recht. Als zij de was opvouwde, deed haar moeder
het overnieuw. Niemand, maar dan ook niemand kon ooit iets goed doen in de ogen
van de moeder. Een huis vol visite was een ramp, niet alleen vanwege de hapjes die
in perfecte rangorde geschikt moesten worden op een schaal, in symmetrisch
gesneden stukjes. Het bezoek kon niet snel genoeg weer vertrekken zodat ze
alles weer perfect kon maken.
Emma, enig kind, kreeg daar de volle last van te verduren.
Maar dan haar leven nu. Met Frank die de absolute tegenhanger is: hij laat
alles vallen waar hij het kwijt wil, heeft geen tafelmanieren, het huis is
rommelig en Emma weet niet of het wel haar toekomst kan zijn:
‘Ik zou nooit zo kunnen zijn als hij. Niet als ik niet voorgoed afscheid van
haar neem.’
Maar dat is juist het probleem. Ontdekt ze immers niet dat ze eigenlijk heel
erg op haar moeder lijkt? Kan ze zich losmaken van haar verleden? Wil ze dat
dan wel?
Het poëtische taalgebruik, met veel vergelijkingen en veel overpeinzingen. Na
de openingsscène in de supermarkt, lijkt het of de rest van het verhaal zich
alleen in het hoofd van Emma afspeelt. Het zijn vooral herinneringen,
fantasieën en dromen, ook al is er een verloop in de tijd naar de toekomst toe.
Is het vreemde abrupte einde misschien ook een droom?
Het is een psychologische roman, die het nodige vergt van de lezer. Niet dat
het een moeilijk boek is, maar Anne van der Dool lijkt soms zelf de draad kwijt
te raken. Of is dat opzet?
Dit is het debuut van
de schrijfster Anne van den Dool (1993). Ze schreef eerder columns voor het
Leidsch Dagblad en won in 2013 de Volkskrant schrijfwedstrijd.
ISBN 9789021454979 |paperback
|224 pagina’s | Uitgeverij Querido| maart 2014
© Marjo, 31 mei 2014
Lees de reacties op
het forum en/of reageer, klik HIER