Mist in augustus
Robert Domes
Ernst is de oudste zoon van het rondreizende echtpaar Lossa. Zij leven als zigeuners maar als je hen zo noemt zijn ze beledigd. Zij zijn geen zigeuners, zij zijn Jenische. Zelf denken ze dat ze afstammen van het Keltische volk, maar eigenlijk weet niemand wat voor volk zij precies zijn. Ze zijn blank, en hebben net als zigeuners geen vaste verblijfplaats, maar reizen rond als handwerkers, bijvoorbeeld ketelmakers, mandenvlechters of waarzeggers.
Ook de familie Lossa trekt rond met een woonwagen; moeder Lossa biedt haar diensten aan als waarzegster, en vader Lossa drijft handel. De kinderen – behalve Ernst zijn er twee jongere zusjes – zijn nog te klein om te worden ingezet, en de tijden - de jaren dertig van de vorige eeuw, zijn slecht. Het nazisme doet opgang, en steeds meer worden zigeuners – en dus ook de Jenische- verguisd, en weggestuurd. Het kost hen moeite om rond te komen, en moeder Lossa is hoogzwanger. Dat is de reden dat het gezin naar Augsburg trekt waar ze in de winter altijd een huis huren, dan kan het kind in een huis geboren worden, en officieel ingeschreven worden. Maar als ze daar arriveren - het is mei - zegt de verhuurder dat hij het huis aan iemand anders verhuurd heeft. Ze hebben dus geen andere keuze dan te vragen of ze tijdelijk bij oom Fritz mogen wonen. Daar wordt Christian geboren.
Er bestaat zoiets als een ‘zigeunerboek’. Het is een boek dat uitgegeven is door de veiligheidsdienst van Munchen en daarin staan de families van zigeuners en Jenische vermeld. Vermeld staan in het boek staat gelijk aan het hebben van een strafblad. En de familie Lossa staat er in. Zij weten dat ze gezien worden als verderfelijk volk, en dat ze opgepakt kunnen worden. Zeker in deze tijden.
Het gaat niet goed met het jonge gezin. Ze zijn met teveel mensen in een kleine ruimte en armoe is troef. Vader gaat op zoek naar werk en op dat moment komt de Jeugdzorg en haalt de kinderen weg bij hun zieke moeder. Ernst komt als vierjarige terecht in een tehuis, en zijn zusjes worden in een ander tehuis geplaatst. Het is het begin van een hoop ellende. De jongen wordt gepest, en gedwongen dingen te doen die de oudere jongens zelf niet durven. In de ogen van de gezaghebbers is hij de schuldige. Hij is immers een zigeuner, en Ernst klikt niet, laat het allemaal gebeuren. Het is wel zo: hij is net een ekster. Als hij iets moois ziet moet hij het hebben. Die neiging probeert hij onder controle te krijgen, maar dat lukt niet erg.
En zo groeit de jongen op. Zijn moeder overlijdt. Zijn vader laat zich af en toe zien, maar neemt hem niet mee. Later belandt hij in een concentratiekamp. Intussen breekt de oorlog uit. Niet dat ze daar in het tehuis veel van merken, het is een kleine wereld. Ernst is een intelligente jongen die een normale ontwikkeling doormaakt in een niet zo normale omgeving. Hij wordt gezien als een raddraaier en men plaatst hem over naar andere, strengere tehuizen. Een daarvan is een psychiatrische inrichting waar de jongen om zich heen gruwelijke dingen ziet gebeuren. En tenslotte komt ook hij terecht in een concentratiekamp waar hij de dood vindt.
Dit verhaal is de geromantiseerde geschiedenis van de jongen Ernst Lossa. Zijn dossier werd in 2002 door de geneesheer-directeur van het streekziekenhuis Kaufbeuren in handen gegeven van Robert Domes, met het verzoek het verhaal van Ernst op te schrijven. Al eerder, in 1945, werd door de Amerikanen onderzoek gedaan naar de moorden van de nazi's op psychiatrische patiënten, waarbij men steeds op de naam Ernst Lossa stuitte.
Hoe kon het dat een geestelijk normale jongen, gezond van lijf en leden, in een inrichting voor zwaar gehandicapten terecht kwam? Wie zette hem op de dodenlijst? Robert Domes onderzoekt zijn zaak. Aan de hand van het dikke dossier kon hij het leven van de jongen reconstrueren. Ook interviewde hij mensen die hem en zijn familie gekend hadden. Van wat hij te weten kwam maakte hij dit goed lopende verhaal. Hij maakt de jongen niet tot een engeltje, hij blijft een kwajongen. Maar eentje waar geen kwaad in steekt. Een slachtoffer van het naziregime, een regime dat zijn hand niet omdraaide bij het doden van onschuldige mensen die als lastig ervaren werden. Mensen die niet pasten in hun ideaalbeeld. Zo'n 200.000 vooral geestelijk en/of lichamelijk gehandicapten, werden slachtoffer van het euthanasieprogramma van de nazi's.
Robert Domes, Duits politicoloog en journalist (1961), laat Ernst het vertelperspectief zijn. Het verhaal is gebaseerd op feiten al maakte Domes er voor de leesbaarheid een roman van. Daarbij kiest hij niet altijd voor de goede toon, die bij de betreffende leeftijd zou passen, maar dat zij hem vergeven. Het is een verschrikkelijk verhaal, dat aan komt als een klap in je gezicht, omdat je weet dat Ernst niet het enige slachtoffer was.
Ernst Lossa kijkt je aan vanaf de voorkant van het boek, een gewone jongen, die helder uit zijn ogen kijkt en sympathiek overkomt. Een gewone jongen die een gewoon leven wilde leiden, maar de kans niet kreeg. Na het relaas is er een nawoord met uitleg, een tijdlijn, een woordenlijst en opmerkingen bij de verfilming. ‘Nebel in August’ was de verfilming van dit verhaal, en kwam uit in 2016.
ISBN 9789401606967| paperback | 341 pagina's | Xander| april 2017
Vertaald uit het Duits door Sylvia Wevers
© Marjo, 10 september 2017
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Mist in Augustus
Het hartverscheurende verhaal van het euthanasieprogramma van de nazi’s
Robert Domes
Mist in augustus vertelt het schokkende en waargebeurde verhaal van Ernst Lossa in nazi Duitsland, 1942. Door de nazi’s wordt hij gemakshalve aangeduid als zigeunerkind, maar in werkelijkheid is hij een Jenische. Een zwerfvolk zonder vaste woon en verblijfplaats, vaak werkzaam als reizende handwerkers, mandenvlechters, scharenslijpers of kermisreizigers.
Het verhaal begint in 1933, als Christian, het kleine broertje van Ernst, wordt geboren, zijn moeder komt verzwakt uit de bevalling en overlijdt in datzelfde jaar aan tuberculose. Ook Christian zal later overlijden. Vader is rond die tijd op reis en spoorloos. Ernst gelooft heel lang dat zijn vader terug zal komen en met hen naar Amerika zal gaan, maar dat blijkt ijdele hoop. Ernst, zijn kleine broertje en zijn twee zusjes komen terecht in verschillende kindertehuizen. Ernst denkt dat het voor een paar dagen is, maar uiteindelijk verblijft hij van zijn vijfde tot zijn veertiende in verschillende kindertehuizen, nazistische jeugdgevangenissen, opvoedingsgestichten en staatsinrichtingen. De omstandigheden in de huizen zijn slecht, er wordt getreiterd en er is geweld, zowel onderling als door de leiding.
In zijn beginperiode wordt Ernst door oudere jongens gedwongen geld te stelen om aan hen af te dragen. Dat loopt uit in een gewoonte om alles te stelen wat los en vast zit, wat hem de aantekening ‘onhandelbaar’ oplevert. Hierdoor wordt hij keer op keer overgeplaatst, om uiteindelijk, terwijl hij zowel fysiek als geestelijk gezond is, het label ‘psychopaat’ te krijgen en in een psychiatrische inrichting, eerst in Kaufbeuren later in Irsee, tussen zwaar psychiatrische en ernstig meervoudig gehandicapte patiënten geplaatst te worden. Gek genoeg beleefd Ernst daar zijn beste periode. De verzorgers zijn er minder streng, het eten is er beter en de patiënten zijn er vriendelijker. Bovendien is er een medepatiënte op wie hij vanaf de eerste blik verliefd wordt, Nandl.
In die periode duiken echter steeds vaker geruchten over mysterieuze doden op, patiënten die ‘s nachts in grijze bussen, de zogenaamde hemelvaartsauto’s, weggevoerd worden en in een kist terug komen en kinderen die tabletten in frambozenlimonade krijgen en van het ene op het andere moment slap in hun bed liggen en de dag erna overlijden. Hoe verder de oorlog vordert, hoe vaker dat lijkt te gebeuren.
Ook Ernst ontkomt niet aan het noodlot. Op 8 augustus 1944 krijgt hij avonds tegen tien uur kort na elkaar twee injecties met morfine scopolamine toegediend. Daarvoor probeerden verplegers hem met geweld tabletten te laten innemen. Ernst overlijdt zonder nog een keer bij te komen aan de gevolgen van de injecties. Hij is dan veertien jaar.
Na de oorlog onderzochten de Amerikanen zijn dood. Hoe kon het dat een jongen die niet lichamelijk gehandicapt of geestesziek was, in een psychiatrische inrichting werd gestopt waar verder alleen psychiatrische patiënten en meervoudig gehandicapten opgenomen werden. En hoe kwam hij op een dodenlijst terecht? Het hartverscheurende antwoord is dat als je in nazi Duitsland met de stempels ‘zigeuner’ en ‘psychopaat’ in een psychiatrische inrichting terecht kwam, je het hoogst mogelijke risico liep om slachtoffer te worden van massamoord.
In de nazitijd hebben artsen en hun medewerksters tussen 1939 en 1945 op persoonlijk bevel van Hitler ongeveer 200.000 psychisch zieke mensen vermoord. Het ‘euthanasieprogramma’ was systematisch van aard. Vroedvrouwen en artsen waren verplicht om kinderen met bepaalde afwijkingen en afkomst te melden. Elke ‘afbreuk aan het Duitse volkslichaam’ moest worden tegengegaan.Vanaf 1940 werden patiënten uit de psychiatrische inrichtingen en verpleeghuizen overgeplaatst naar zogenaamde Rijksinrichtingen, waar zij in speciaal hier voor ingerichte gaskamers vergast werden. Deze centraal aangestuurde acties werden in 1941 weer gestopt, maar daarmee kwam geen eind aan het moorden, de “euthanasie” ging gedecentraliseerd verder.
In Kaufbergen/Irsee, waar Ernst verbleef werden, in 1940 en 1941, 684 gehandicapten met de, in de hierboven genoemde grijze bussen, opgehaald en in gaskamers vermoord. Daarna ging het moorden ín de inrichting zelf verder. Er overleden daarna nog eens 209 kinderen, waarvan het merendeel met een overdosis medicijnen om het leven werd gebracht. In totaal stierven er 2333 patiënten. Twee van de hoofdverantwoordelijke van deze moorden zijn tijdens de Neurenberg processen ter dood veroordeeld en opgehangen. Het grootste deel van de daders werd niet opgepakt en bleef werkzaam als arts.
Robert Domes werkt als onderzoeksjournalist en auteur. Voor dit boek deed hij vijf jaar onderzoek in talloze archieven. Hij ging ook in gesprek met overlevenden, waaronder de twee zussen van Ernst. De uiteindelijke gebeurtenissen in dit boek hebben plaatsgevonden zoals Robert Domes ze beschrijft. Om weer te geven wat er in Ernst omging heeft Domes voor de romanvorm gekozen. Inmiddels is het boek onder de titel Nebel im August ook verfilmd.
Het is onnodig te zeggen dat dit boek mij schokte, niet alleen door het verhaal van Ernst, maar vooral ook door de systematische manier waarop er in die periode 200.000 psychiatrische patiënten werden vermoord. Natuurlijk wist ik wel dat dit soort praktijken toen gebeurde, maar niet dat het op déze schaal en zo systematisch gebeurde. Het blijft dan ook belangrijk dat dit soort boeken, zeker als ze zó goed gedocumenteerd zijn, blijven verschijnen.
Een zéér indrukwekkend boek.
ISBN 9789401606967 | Paperback | 342 pagina's | Uitgeverij Xander | april 217
Vertaling Sylvia Wevers
© Willeke, 16 mei 2017
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER