Boekenarchief C-D

Stefan van Dierendonck

https://stefanvandierendonck.nl

 

En het sneeuwde in Rome
Stefan van Dierendonck


Ongeveer een jaar geleden leerde ik Stefan van Dierendonck en zijn vrouw onafhankelijk van elkaar kennen. Hem kwam ik tegen op een lokale netwerkborrel, haar met zoon Ruben bij het babyzwemmen. Indertijd was Stefan bezig de laatste hand te leggen aan zijn tweede roman: En het sneeuwde in Rome. De tweede is de moeilijkste. Het afgelopen jaar heb ik Stefan beter leren kennen, zijn werk van een afstandje mogen volgen. En ik ben ook steeds meer gaan uitzien naar dat boek. In de tussentijd las ik En het regende brood. Een mooie roman, maar niet een voor mijn top-10: er was veel afstand.


Gisteravond sloeg ik En het sneeuwde in Rome dicht. In de schaarse uren die ik daarvoor kon vrijmaken heb ik het gelezen vanaf de eerste dag dat het te koop was. Hoewel ik moet toegeven dat mijn verwachtingen al hoog waren door de hoopvolle berichten van zijn vrouw, moet ik zeggen dat Stefans boek mij in het geheel niet teleurstelde. Sterker: al lezende heb ik hem regelmatig haast lyrische WhatsApp-berichten gestuurd met kreten als Prachtig en Virtuoos. Dit tweede boek is echt zijn grote werk. Waar in En het regende brood Stefan zich primair een goed verteller toont, met een verfrissende schrijftrant die tegelijk klassiek en hedendaags aanvoelt, gaat hij in En het sneeuwde in Rome de diepte in.


Het boek is sterk autobiografisch. Stefan vertelt over zijn eigen periode als priester in Rome. Als zodanig is het een vervolg op En het regende brood. Maar waar hij in dat boek nadrukkelijk afstand doet van het autobiografische element door het verhaal als raamvertelling te brengen, met een hoofdpersoon die in veel opzichten duidelijk van Stefan zelf afwijkt, doet hij in En het sneeuwde in Rome geen enkele moeite te verbloemen dat het over hemzelf gaat. De hoofdpersoon draagt dezelfde naam en heeft dezelfde achtergrond. Een aantal keer verwijst hij ook letterlijk naar zijn debuut. Hij noemt zichzelf als schrijver van dat werk en legt op een prachtige manier in hoofdstuk 11 de link tussen zijn twee romans. Tussen de regels door lees je hoe Stefan met zijn eerste roman iets van zichzelf achter zich heeft gelaten en als herboren een nieuwe fase van zijn leven is ingegaan.


Een jonge Nederlandse priester in Rome, een stad vol verleidingen. Dat is natuurlijk een interessante premisse. Op de eerste bladzijde zegt de priester in alle onschuld: “Geen opwaaiend zomerjurkje had mijn ogen verleid”. En daar gaat het in de roman steeds om. Over de wereld van passie en spullen waaraan priester Stefan zich tot dan toe heeft kunnen onttrekken. We lezen hoe zijn eigen lijf en zijn nieuw verworven hebbedingen (een televisie, een overhemd, een auto) hem langzaam maar zeker inpalmen. Hoe hij ontwaakt en er tegelijkertijd iets heel dierbaars uit zijn leven verdwijnt. De bekoorlijke Arianne en de Heer vechten om zijn hart. Een strijd tussen verboden vruchten en godsvrucht.


En het sneeuwde in Rome is niet perfect. Maar het is een roman die in veel opzichten mooi in balans is. Het verhaal is voorspelbaar en misschien zelfs wel een beetje anticlimactisch. Maar de manier waarop Stefan het vertelt brengt dat helemaal in balans. Je leest deze roman niet zozeer om wat hij vertelt, maar primair om hoe hij het vertelt. En dat is bij vlagen briljant. Met perspectieven die wisselen tussen het heden en de jaren rond 2000 relativeert Stefan mooi de hier en daar wat zoete liefdesgeschiedenis: dan eens lezen we over de beeldige, bijna mythische Arianne en dan weer vertelt Stefan in meer nuchtere, maar minstens zo liefdevolle bewoording over zijn huidige vrouw. We lezen hoe hij met Arianne door het Italiaanse landschap cruiset en hoe hij zijn zoontje een troostende knuffel geeft.


Wat de roman vooral zo meeslepend maakt is de indringende sfeer. Of eigenlijk: sferen. Afwisselend verkeert de lezer in het zwoele Rome, rijk geïllustreerd met sprekende straatnamen, schetsen van alledaagse taferelen en verwijzingen naar de rijke historie. Dan weer word je in de wereld van de katholieke kerk gezogen, met priesterboordjes, misstanden en vooral ook veel rituelen en exotische termen. En als contrast – en bijna als anker in de echte wereld – vertelt Stefan over het Calvinistische Nederland, over zijn nieuwe en oude leven hier, met herkenbare en aardse taferelen van alledag. Het contrast is prettig. De scènes in Nederland voelen als een adempauze: ze geven je als lezer de kans de rijke wereld van mediterrane passie, doorspekt met talloze kreten in het Italiaans, even te relativeren. En ze helpen begrijpen hoe die wilde Romeinse omgeving in het hoofd van de hoofdpersoon moet overkomen.

Het taalgebruik van Stefan is rijk, maar voelt nooit onnatuurlijk, overdreven of opschepperig. Hij gebruikt regelmatig Italiaans en legt lang niet altijd uit wat de woorden betekenen. Toch begrijpt de lezer wat hij bedoelt. En het helpt ook om te begrijpen hoe een jonge Nederlandse priester zich daar in Rome gevoeld moet hebben. Stefan brengt de cultuurverschillen mooi in beeld. Zonder het te overdrijven contrasteert hij het warme leven van een Romein met het koude bestaan van een Hollander. Soms richt hij zich ook direct tot de lezer. Hij vloekt een enkele keer en geeft intrigerende inkijkjes in zijn schrijverschap. Stefan flirt soms met de lezer, maakt zichzelf daarmee heel tastbaar en wekt sympathie. Maar hij laat zo ook zien hoe hij veranderd is van een overtuigd priester in een wereldwijze schrijver in een wereld van leugens en nuances.


In mijn ogen heeft Stefan zichzelf overtroffen en een meesterlijke roman geschreven. Hij is als schrijver enorm gegroeid. Het is moeilijk voor te stellen hoe En het sneeuwde in Rome nog overtroffen zou kunnen worden. Voor zijn lezers een luxeprobleem, maar voor Stefan absoluut een uitdaging.

ISBN 9789400400603 | Paperback | 272 pagina's | Thomas Rap | maart 2017

© Michiel de Wit, 27 maart 2017

Lees de reacties op het forum en/of regeer, klik HIER

 

Stefan van Dierendonck - En het regende broodEn het regende brood
Stefan van Dierendock


'Priesters vallen samen met hun functie, zoals een politieagent met de wet, een journalist met het nieuws, een artiest met de muze. Ook priesters zijn slechts een werktuig.’


Als je een droom hebt, en die valt in duigen; als je ergens rotsvast in gelooft en de basis blijkt gebaseerd op een poreuze ballon; als de realiteit niet overeenkomt met je verwachtingen? Wat moet je dan verder met je leven?
Clemens Driessen schreef een dagboek, en liet die samen met alle andere papieren na aan zijn mentor: pater Johannes Beckers, die zijn leven gaat reconstrueren.
Clemens was een priester, en hij is dood. Dat weten we vanaf het begin. Maar nu willen we samen met de pater uitpluizen hoe dat zo gekomen is. Hij vertelt Clemens’ verhaal vanuit diens gezichtspunt. Over zijn jeugd, zijn roeping, de rol van vrouwen, en medestudenten. Over zijn eigen rol in het leven van de jonge man. En natuurlijk over de Kerk, dat gedrocht, waar Clemens aanvankelijk zijn draai heel goed in leek te vinden. Maar hij had een probleem, en daar kon de Kerk niet mee omgaan.
Pater Beckers krijgt de vraag voorgelegd als het te laat is: had hij meer kunnen doen? Had hij meer moeten doen? In hoeverre evenwel de jonge man open is geweest over zijn problemen komt niet echt naar voren. Misschien had hij zelf meer kunnen aandringen?


‘Clemens is een schuw nachtdier
‘Ik ben zijn vermoeide drijver.’


Het is een heel indringend verhaal, dat de lezer ontredderd achterlaat. Stefan van Dierendonck vertelt het verhaal van Clemens, en omzoomt het met bedenkingen van de pater, waardoor hij kanttekeningen bij het vertelde kan plaatsen en een andere kijk op de zaak kan geven.
Het gaat over een katholieke priester die het leven dat hem zo mooi toescheen en veelbelovend toelachte, gedwarsboomd zag worden door een ogenschijnlijk klein lichamelijk gebrek, maar het zou ook het verhaal vanuit een andere invalshoek kunnen zijn. Een droom spat uit elkaar, en er is niemand die een reddende hand biedt. Het is een universeel gegeven. Dat het hier gaat om een gewezen priester is niet vreemd, want de schrijver zelf was priester, en kent dus de ins en outs van de Kerk op zijn duimpje.
Zelfs voor een katholiek opgevoed persoon als ikzelf worden er dingen verteld die ik nooit geweten heb. (Woorden als ‘pyxis’ en ‘hesychast’ ??) Andere zijn bekend, maar worden zodanig verteld dat ze opnieuw boeien. Het verhaal over de kleine jongen die zo uitgekeken heeft naar de dag van zijn eerste communie is prachtig. Die dag wordt overschaduwd door de dood van zijn vader. Maar niet de vader is de oorzaak van zijn teleurstelling.
Zijn weg door het instituut ‘kerk’ vormt behalve een ontroerend verhaal ook een inkijkje in de katholieke kerk. Over de mooie kant van het geloof, maar ook over de starheid die mede oorzaak is geweest voor de achteruitgang. Een indringend verhaal, waar je even stil van bent. Mooi geschreven, goed in elkaar gezet, het raakt de lezer.


ISBN 9789076168449 |paperback | 240 pagina's | Thomas Rap | september 2012

© Marjo, 2 december 2012

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER