Boekenarchief C-D

Owen Donkers

alt

IJsbrood


‘Toen ik maandagmiddag thuis kwam - het was achttien over drie - was er niemand. Dat was vreemd. Mijn ouders werkten allebei, het kwam op zich wel vaker voor, dat was het niet. Het was dat mijn moeder, sinds ze zaterdagavond door de straat had gerend, zich zo goed al niet meer kon bewegen. Zondag had ze de hele dag verkrampt op de bank gezeten. Eén keer was ze naar de wc gestrompeld. Dat had een halfuur geduurd. En nu was ze ineens weg’


Een elfjarige naamloze jongen vertelt het verhaal van een Grote Gebeurtenis in zijn leven, in gang gezet door het verdwijnen van zijn moeder. Zijn iets oudere zus zegt dat ze opgehaald is, zijn vader zegt niets, die kookt - niet al te goed, dus de snackbar en de chinees bezoeken ze ook-  en schildert zoals hij altijd al deed. Het verbaast de jongen wel dat zijn moeder niet terugkomt, maar eigenlijk is hij veel meer met iets anders bezig.


Twee dagen eerder, toen de halve finale in IJmuiden was, was er thuis nog niets aan de hand. De jongen vertelt thuis dat de finale in Harderwijk zal zijn, over twaalf dagen. Zijn ouders reageren niet erg enthousiast..
Maar voor de jongen is die finale de Grote Gebeurtenis. Na een flauwe start is hij gedreven: ze moeten winnen, als team van school, maar ook als team van de club!
Zeker: hij vertelt over zijn moeder, over het leven thuis en tussen de regels door begrijpt de lezer wel wat er aan de hand is. 'Zeg maar dat ik van mijn fiets was gevallen, dat zeg ik zelf ook, zei mijn moeder.'
Maar dammen! Joh, dat is het ware, dat is zijn leven!


Als een tweede Erwin Mortier weet Owen Donkers de onderhuidse spanning te beschrijven zonder in details te treden. Langzaam vallen de stukjes op hun plek, zoals ook plaats en tijd van het verhaal niet expliciet vermeld worden, maar als een pars pro toto verhuld worden.
Dat de jongen ook bezig is met rekenen en taal maken we ook op uit de tekst:

‘Ik snap er niks van. Ik zal er niks van snappen. Ik zal er niks van gesnapt hebben. Zo moeilijk was het toch niet.’


‘IJsbrood’, een subtiel verhaal over een kleine onschuldige jongen wiens wereld in een week tijd verandert, en dan niet zoals in zijn dromen. Mooi van taal, conform de intellectuele vermogens van het kind - korte zinnen, duidelijke taal - vormt het geheel een ontroerend verhaal.


ISBN 9789400403963| paperback | 160 pagina's | UitgeverijThomas Rap | augustus 2013

© Marjo, 9 januari 2014

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

debuutJulien


Julien Korvers verwachtingen zijn hoog gespannen als hij met zijn vriendin Simone naar New York verhuist. Amerika, het land van de onbegrensde mogelijkheden. Zij gaat daar promoveren, hij zal eindelijk tijd hebben om zich in alle rust aan zijn dichtbundel te kunnen wijden. Hij wil daarnaast een baantje zien te vinden maar de 'stranger' wordt nergens aangenomen. Uiteindelijk vindt hij een baan bij een smerige pizzatent waar hij een paar uur per week gaat werken. Naast Julien is er één vaste medewerker, de Mexicaan Rui, die geen woord Engels spreekt. Samen werken zij stoïcijns de bestellingen weg, ze zien niets, weten niets, horen niets, want het is daar een komen en gaan van illegalen die er even werken tot ze er achter komen dat ze niet uitbetaald worden.
Door dit werk krijgt Julien een heel ander Amerika te zien. Hij beseft dat hij met zijn verblijfspapieren en mooie appartement niets te klagen heeft. Simone leeft in een andere wereld en kan zich nauwelijks iets voorstellen bij wat Julien haar vertelt. Schrijnend is het contrast tussen rijk en arm. Julien wordt in een luxe auto van vrienden opgehaald om naar een feest te gaan, Rui moet lopend naar zijn werk.
De enige andere 'vaste' medewerker is Andy, die niet van de drank af kan blijven en daardoor om de zoveel tijd de gevangenis in gaat vanwege de ravage die hij met drank op veroorzaakt. Ook aan Andy worden verder geen vragen gesteld. Rui en Julien doen hun werk en dat is het.
Thuis schrijft Julien zijn gedichten en stuurt ze op naar uitgevers maar ze worden nergens geaccepteerd. Verder probeert hij Spaans te leren om beter contact met Rui te krijgen. Julien voelt zich een buitenstaander in de pizzatentwereld. De illegalen hebben gelijk hele gesprekken en wisselen binnen de kortste keren adressen en telefoonnumers uit.

"Soms komt er zo'n compañero in de zaak, vraagt mij in z'n beste Engels of die of die er ook is, ik zeg sorry die ken ik niet, maar als ik dan op het werkrooster kijk zie ik dat er inderdaad gisteren iemand heeft gewerkt die zo heet. Werkt hier dus een dag en heeft nu al vrienden gemaakt, is nu al een van hen. Ze hokken samen, ze zoeken elkaar op, ze wisselen onderling de nieuwste Mexicaanse muziek-dvd's uit, en geef ze eens ongelijk."

Langzamerhand begint Amerika en de Amerikanen Julien steeds meer tegen te staan. Ze zijn nep, fake met hun zogaamde beleefdheid, hun volgevreten lijven en standaardzinnen.

"Zo beleefd, zo correct, zo braaf is iedereen hier. Zo onuitstaanbaar verschrikkelijk braaf. Er is niet eens een woord voor, of het moet 'good' zijn. Het is hier hetzelfde, braaf staat gelijk aan goed. Hebben jullie allemaal je fietshelm op kindertjes? En drinken jullie geen alcohol voor je eenentwintig bent? Praten wij over de zwarte bevolking van dit land, dan zeggen wij African Amerikans, dat hoort zo, dat is correct, al zou tachtig procent van die mensen Afrika niet eens kunnen aanwijzen op de wereldkaart, nog geen vijf landen van dat continent kunnen noemen. Zo braaf.[...]

"De hele dag door zeggen wij sorry en thank you en excuse me, al is het nergens voor nodig en al betekent het daardoor ook eigenlijk niks meer. Gewoonte.[...]
En zoiets vertel ik dan, en dan is het van o o o die Julien, wat een ondeugende rakker die man van jou Semóón, we zullen hem die bluntheid maar vergeven omdat ie uit Europa komt [...]"

"Dit is het land van de anonimiteit. De wurgende onpersoonlijke anonimiteit. Het land waar je niemand bent, geen persoon, alleen een potentiële klant. Het land waar niemand je ziet staan, behalve als je je portemonnee trekt. "

"Amerikanen houden van Het Systeem. Het Systeem heeft alles al voor ze bedacht, als je braaf Het Systeem volgt hoef je zelf nergens over na te denken, en dat is mooi want Amerikanen houden niet van nadenken. Bedrijven waarderen het ook niet als werknemers zelf nadenken. Daar ben je niet voor ingehuurd, dat wordt niet van je verwacht, je moet je gewoon houden aan Het Systeem en anders niet."

Kortom, de droom, de zeepbel, het beloofde land is uiteen gespat. Julien ergert zich steeds meer aan de constante reclame overal, de waarschuwingen op ieder gebruiksvoorwerp, zelfs op een emmer staat dat een kind niet alleen gelaten mag worden als de emmer gevuld met water is.  De verering van de sporthelden die een 'rolemodel' vertegenwoordigen. De ophef als er per ongeluk een blote borst op tv te zien is. De onzin dat die vrouw dan overal haar excuus maakt omdat dat gebeurd is.
Simone krijgt dit allemaal niet mee, zij contateert alleen dat Julien weinig tot geen gedichten meer schrijft...

Het boek begint als een roman maar wordt later steeds meer een grote aanklacht tegen Amerika.
Daarbij krijgen de (Nederlandse) uitgeverijen er ook flink van langs. Waarom zien ze het talent niet? Waarom die nietszeggende afwijzigingen? Er wordt zelfs geen moeite genomen om die brieven als persoonlijke, voor hem geschreven, brieven te laten overkomen. -Hij krijgt standaard afwijzingen met zijn naam ingetypt in de opengelate ruimte.-

Toen ik het boek uit had vroeg ik me af waarom dit boek geschreven is. Veel van wat Owen Donkers schrijft doet je grinniken, het geeft een bevestigend beeld van Amerika zoals veel Europeanen denken dat het land  is.  Donkers heeft vijf jaar in New York gewoond en hield het er niet meer uit. Moesten wij weten, vond hij, hoe Amerika écht is?  Waarom als een roman geschreven terwijl het meer een impressie is van het leven in Amerika? (Simone komt nauwelijks in het boek voor). Moesten wij ook weten hoe moeilijk je iets gepubliceerd krijgt?
Het is een boek dat gemengde gevoelens oproept. Bij tijden erg vermakelijk, bij tijden teveel 'gezeur' over hoe erg het allemaal is, als debuut echter wel knap en geslaagd.

ISBN 9789060057803,  Paperback 235 pagina's, Tomas Rap maart 2009

© Dettie, juni 2009

Lees de reacties op het forum, klik HIER

 

debuutJulien


Julien is een jonge dichter, die weinig anders ambieert in het leven dan dichter te zijn. Maar succes heeft hij vooralsnog niet. Uitgevers sturen zijn 'manuscripten' terug, met een afwijzing.
Als Simone, zijn vrouw, afgestudeerd is en met het idee komt om naar Amerika te gaan, hapt hij meteen toe. Amerika, dat is de droom, het land van de onbegrensde mogelijkheden, het land waar hij altijd al heen wilde. Simone zal daar kunnen promoveren, en inderdaad, ze vindt snel een plek, en ze regelt alles. Julien laat zich alles aanleunen. (dat ze het accepteert!!. Het verbaast me!)
En dan zijn ze in Amerika, en dan vindt Julien dus geen baan, zoals hij die in gedachten had: een parttime baantje op een bibliotheek leek hem wel wat. Maar hij begrijpt al gauw dat hij dat kan vergeten, en solliciteert ook op andere banen. Allemaal voor niets. Niemand zit te wachten op een Nederlander die geen diploma's heeft en bovendien slechts parttime wil werken. Tenslotte vindt hij iets: in een pizzeria wil de Italiaanse eigenaar hem wel hebben. Hij heeft papieren en kan zo de zaak nog enige schijn van legaliteit geven. Want al snel merkt Julien dat er wel heel erg veel verloop is, en ze zijn vrijwel allemaal Spaanstalig. Vluchtelingen, 'guest-workers'. Mensen die door de Amerikaan uitgebuit worden. Niets nieuws onder de zon. Ook in Amerika zijn deze misstanden. En nog veel meer. De Amerikaanse droom bestaat niet. Het is een ongelooflijk puriteins land, waar schijnheiligheid hoogtij viert.

'Amerikanen houden niet van Donald Duck. Donald Duck is chagrijnig, zit vaak zonder werk, scheldt en vloekt en gaat tekeer, tegen Guus, tegen de neefjes, tegen de buurman. Donald Duck is geen held, hij neemt voortdurend de verkeerde beslissingen, is een opschepper, een driftkop, niet bijzonder slim, heeft geen geduld, is altijd blut, trekt altijd eerst zijn snavel open en denkt dan pas na, en is ook als opvoerder niet bepaald een lichtend voorbeeld.
Hier in Amerika hebben ze meer met Mickey Mouse. [...]
Mickey, een braverik, die altijd vrolijk lacht, altijd aardig en beleefd is, enz enz.."

En de uitgeverijen sturen zijn gedichten nog steeds terug. Owen Donkers is misschien zelf wel Julien? Het boek is in de ik-vorm geschreven, en lijkt erg autobiografisch. Het leest als een trein, zou dat ook zo geweest zijn als Julien juist een succes was in dat land van de onbegrensde mogelijkheden?
Een boek waarin verteld wordt dat wij het nog zo slecht niet hebben hier in Nederland leest wel lekker natuurlijk. En dat die droom als een zeepbel geknapt is, daar verbazen we ons toch niet over?
Misschien wil hij in verkapte vorm toch zijn gedichten uitgeven? Er staan er enkelen tussen de hoofdstukken in. Dat heeft hij dan toch maar lekker voor elkaar!

ISBN 9789060057803,  Paperback 235 pagina's, Tomas Rap maart 2009

© Marjo, juni 2009

Lees de reacties op het forum, klik HIER