Boekenarchief C-D

Bibi Dumon Tak

Wolfskwint
Bibi Dumon Tak


Het gezin waar de hoofdpersoon van dit verhaal uit komt, Steffie, heeft een aantal problemen.
Dat merkt de lezer al snel, want de moeder gooit een suikerpot naar de vader. Steffie is dan drie jaar, maar het voorval laat een litteken achter, op haar ziel. Ze begrijpt eenvoudig niet waarom de moeder dat heeft gedaan. En in de rest van het verhaal komt ze langzaam maar zeker achter het lot van diezelfde moeder.


Deze vrouw verdwijnt uit beeld en blijkt later, maakt een martelgang langs psychiatrische instellingen door. Ze ervaart de verschrikkingen van spanlakens, isoleercellen en elektroshocks. Ook wordt ze - geheel volgens de mores van die jaren - volgepompt met tranquillizers. Jan Foudraine had nog niet zijn prachtige aanklacht tegen de psychiatrie Wie is van hout? geschreven. En in veel instellingen voor psychiatrische zorg konden de verplegers en artsen, maar vooral ook de psychiaters en psychologen ongestoord hun gang gaan.
Tot overmaat van ramp konden familieleden ervoor zorgen dat iemand werd weggeborgen in zo'n inrichting. Een paar handtekeningen en de medewerking van een arts waren al voldoende.

De vader van Steffie en haar oudere zus Gerdi maken de moeder alleen mee op verlof en spannen aanvankelijk samen om ongunstig over haar te rapporteren aan de kliniek. Hierdoor wordt de tijd dat de moeder thuis mag zijn steeds korter. Uiteindelijk kiest Gerdi er echter voor met haar vader te breken. Steffie blijft de man trouw. Ze helpt hem met het maken van worsten in het weekend. De vader van Steffie is de zoon van een slager en een uiterst onbehouwen figuur, die ook nog eens het geld van zijn opgesloten vrouw opmaakt aan hoerenlopen.


Steffie studeert af in het Griekse en Romeinse krijgswezen, maar ze kiest ervoor om piano's te gaan stemmen. Dat beroep was in die tijd slechts aan mannen gegeven, maar ze leert het vak van een aardige stemmer, ene Starink. Op een dag komt ze bij een vrouw thuis, die een duidelijk gestoorde man heeft. Steffie ziet hoe liefdevol de vrouw haar man bejegent. Dit is in schrille tegenstelling tot wat ze thuis heeft meegemaakt met haar vader en moeder. De moeder werd vreselijk behandeld. Ook leert ze van een professor wat de wolfskwint eigenlijk is:


(...)'De natuur,' zei hij, 'kent geen rechten, en dat is het verschil met de mens.' (...) Hij had net een artikel gelezen over wolven, beesten die concerten gaven en die hun gehuil tijdens zo'n concert zeer goed op elkaar konden afstemmen.(...)

Een roedel wolven kon zich via een kwint met elkaar in contact huilen. Een andere roedel kon dan horen met hoeveel wolven ze waren en eventueel vechten of het hazenpad kiezen. De grootste groep won natuurlijk het terrein, de kleinste groep zocht een andere plek. Kon een wolf de kwint niet nadoen dan was hij onbruikbaar en werd verstoten.


De titel Wolfskwint is prachtig gekozen, want het gezin van Steffie is nooit in harmonie en de moeder wordt weggejaagd, omdat ze niet mee kan huilen met de wolven in het bos, het is in wezen een kunstzinnige vrouw, die de verkeerde man heeft gekozen en zich, zijn wreedheden niet laat welgevallen.

Maar er is meer. Steffie zelf worstelt met haar geaardheid, haar verhoudingen met mannen zijn zuiver gevoelsmatig, ze twijfelt of ze lesbisch is maar komt dan ook in de verkeerde groep vrouwen terecht. Haar huwelijk met een onverschillige man loopt op de klippen.


Uiteindelijk - dan wordt het boek echt spannend - wil ze precies weten wat er eigenlijk met haar moeder gebeurd is. Steffie gaat de confrontatie aan met ene Avine, die verpleegster was in de inrichting waar de moeder was opgesloten. Hartverscheurende taferelen ontrollen zich als Steffie de verhalen aanhoort en de rapporten en verslagen inkijkt.

In één van de verslagen staat: 'Patiënt vroeg of ik haar wilde liefkozen!' De dienstdoende arts maakt daar van, dat de moeder seksueel obsessief zou zijn. Avine heeft daar een andere mening over:


'Avine zei dat het de jaren vijftig waren, conservatieve mannen in gesteven doktersjassen, zo ging dat in die tijd. Ze draaide zich naar mij toe en zei dat mijn moeder door iedereen in de steek was gelaten, en misschien voelde ze zich, nadat ze haar hart had gelucht, nadat er eindelijk aan háár had gevraagd wat er in haar omging, veilig bij de arts, wat wisten zij ervan? Ze was bij haar kinderen weggehaald, zelfs gezonde mensen zouden hun verstand kwijtraken als het hun gebeurde.'


Steffie realiseert zich dan pas wat haar moeder eigenlijk is aangedaan en ze kan met steun van Damian haar latere levenspartner Damian in het reine komen. Ook ene Gerrit, een knaap met veel ervaring in de verpleging helpt haar.

Een huiveringwekkend boek, zeker voor mensen met ervaring in de psychiatrische hulpverlening. Dat zijn er inmiddels heel veel in Nederland. Ook de familieleden kennen het leed. Daarin is maar weinig veranderd helaas. Dumon Tak weeft de verhaallijnen mooi aan elkaar, alles heeft met alles te maken en ook de valkuil van sentimentaliteit wordt behendig omzeild door de nodige humor.

Een fraai en aangrijpend verhaal.


ISBN 9789025300364 | Paperback | 207 pagina's | Uitgeverij: Athenaeum | oktober 2013

© Karel Wasch, 30 juli 2017

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER