Oom Petros en het vermoeden van Goldbach
Apostolos Doxiadis
(In 1742 schreef de Duitse wiskundige Christian Goldbach (1690-1764) in een brief aan zijn beroemde Zwitserse vakgenoot Leonhard Euler (1707-1783) het zogeheten vermoeden van Goldbach: elk even getal is te schrijven als de som van twee priemgetallen. Tot op heden is het bewijs voor deze aanname niet geleverd. Voorin dit boek staat die brief afgedrukt.)
Oom Petros is het zwarte schaap van de Griekse familie Papachristos. Zijn neefje vindt hem echter fascinerend. Hij weet nauwelijks waarom oom Petros als de mislukkeling van de familie wordt gezien. Door toeval komt hij er achter dat oom Petros professor in de wiskunde is, in zijn tijd ging hij om met de grootste wiskundigen als Alan Turing, Kurt Gödel en Ramanujan. Waarom dan die afkeer van de familie? Als neefje zelf wiskunde wil gaan studeren neemt hij contact op met oom, deze is niet zo enthousiast over dit voornemen als neef eigenlijk had verwacht. Hij houdt zijn neef voor dat een wiskundige wordt geboren, niet gemaakt. Verder legt hij zijn neef een wiskundig probleem voor, als hij dat probleem in drie maanden weet op te lossen dan heeft hij talent. Lukt het hem niet dan moet hij beloven geen wiskunde te gaan studeren. Neef gaat accoord, overtuigd als hij is dat hij dat wel 'even' zal oplossen. Het lukt hem niet en neef gaat dus, zoals beloofd, geen wiskunde studeren maar geeft zich op voor de studie economie. Na twee jaar hoort hij van een medestudent en vriend Sammy Epstein dat zijn oom 'het vermoeden van Goldbach' aan hem voorgelegd had. Neef is woedend en gaat alsnog wiskunde studeren. Daardoor komt hij wel weer in contact met oom Petros en er ontstaat een soort haat-liefde verhouding tussen de twee. Uiteindelijk vertelt oom zijn verhaal, hoe zijn carrière en leven kapot ging aan het vermoeden van Goldbach én een aanname van Kurt Gödel. Oom slijt nu zijn dagen in een buitenwijk van Athene met als enige afleiding het schaakspel.
Maar toch weet neef hem zo ver te krijgen om weer te beginnen met het zoeken naar bewijsvoering voor het vermoeden van Goldbach... met bonen, veel bonen.
Het boek bevat enkele wiskundige berekeningen die ik absoluut niet begrijp maar dat maakt voor het verhaal zelf niet uit. Het is fascinerend te lezen hoe een groot geleerde zichzelf kan vastbijten in bepaalde materie. Maar ook hoe diezelfde geleerde en zijn collega's hunkeren naar roem en erkenning. Ook is er de angst om ontdekkingen tijdens onderzoeken openbaar te maken, dat kan leiden tot versnelde ontdekkingen van andere geleerden en zo zal de ander de roem krijgen waarvoor de ene geleerde het voorwerk heeft gedaan...
De taal en het verhaal is helder, goed te volgen dus. Een aanrader.
ISBN 9789023439530 Hardcover 191 pagina's | De Bezige Bij | mei 2000
© Dettie, september 2009
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER