Boetegrond
Peter Drehmanns
Karel is een veertiger, een mislukte veertiger. Zijn vrouw heeft hem verlaten, hij wordt keer op keer ontslagen, hij verwaarloost zichzelf en zijn woning. Het gaat niet goed met Karel Voeldert.
En dan op een dag ontwaakt hij en hij beseft dat hij niet meer de persoon is die bij die naam hoort. Hij is niet meer die minkukel, hij heeft een doel, een missie.
‘Er was iets in hem neergedwarreld, een visioen, een opdracht, een Boodschap! Hij wist, met verpletterende zekerheid wist hij dat hij in bloei stond en weldra – aanstonds! –het punt bereikt zou hebben om door de wereld te worden geoogst. Grenzeloze opwinding doorgolfde hem. Doorkrieuwelde hem. Hij handelde niet meer in lachpatronen maar in geloofszaken! Voortaan was het zijn taak kond te doen van de werken der duisternis. De mensen verbijsteren, angst en verwarring zaaien, afgrijzen wekken. Ze in een donker bos droppen. Zodat ze de strijd moesten aangaan. Met het blinde toeval. Met hun eigen demonen. Dàt dus! Woorden op hen afvuren die hen uit hun baan zouden slingeren. Onherroepelijke woorden! Onverbiddelijke woorden!’
Maar voor het zover is, voor hij deze nieuwe taak op zich kan nemen moet er het een en ander gebeuren. Wat precies, dat komt vanzelf wel. In een verbijsterende opeenvolging van gebeurtenissen lezen we hoe de man steeds gekker wordt. Steeds reageert hij op de wereld om hem heen, op een manier die je niet als mentaal gezond zou beschouwen.
Eerst is daar zijn naam. Karel Voeldert? Nee, dat kan niet meer. Hier is duidelijk hoe hij ad hoc reageert. Hij ziet op straat een affiche waarop een tentoonstelling aangekondigd wordt van Henk Helmantel. En Karel weet: hij moet Helmantel heten. Out of the blue komt daar de naam Marnix in hem op.
Marnix Helmantel zal hij zijn. En niet langer moet hij alles maar laten gebeuren, nee, nu moet hij actief ingrijpen. De mensen toespreken. Daarvoor behandelt hij zijn verhemelte met keiharde broodkorsten en gescheurd vlees: 'een vuurmond heeft hij, om staalharde en vlijmscherpe woorden te kunnen katapulteren'.
Zijn uiterlijk: een lange baard zou mooi zijn, maar hij komt niet verder dan een miezerig snorretje.
Een speciaal jasje en een voodoohoed vindt hij in een feestwinkel. Een profeet zoals hij nu is, moet boven het volk uittorenen en hij is vrij klein. De oplossing is er al: hij heeft een oude ambulance, die ooit van zijn broer was. Hij schaft zich nog een kruisboog aan en een megafoon. Klaar is Marnix. Hij gaat op pad.
Naar plekken waar de ellende voor het oprapen ligt, plaatsen die bekend staan als poelen des bederfs. Op eenzelfde impulsieve manier vindt hij zijn weg. Voor hem is alles vanzelfsprekend, voor de lezer is duidelijk dat de man niet meer zomaar depressief is, maar een fanatische gek. Als hij geen volgelingen krijgt – het verbaast hem nog ook! – is dat niet zijn schuld, maar die van de mensen die niet willen luisteren. De lezer kan in Helmantel de fanatici herkennen die ook onze wereld bevolken. Complotdenkers, die misschien wel het beste voorhebben met de wereld, maar dat op een foute manier overbrengen. Mensen die geen oog meer hebben voor de werkelijkheid en ageren tegen dingen die in hun ogen fout zijn.
Ook de waanzin van Helmantel loopt de spuigaten uit, hetgeen leidt tot bizarre situaties. Maar:
‘Onthutst liet hij zich op het bed zakken. Hij wist steeds minder wie die profeet in hem was: een hemelbestormer, een pantoffelheld, een sufferd of een sluwe zwendelaar, een brokkenpiloot of een luchtfietser, een vriend of een verrader.’
De wollige taal, de vele beeldspraak, en de wonderlijke luchtigheid die naast alle ellende in de tekst verweven is, maken dit eigenaardige verhaal boeiend. Karel Voeldert is als een tegenhanger van Tijl Uilenspiegel, een schelm, maar met nefaste gevolgen.
Er zitten vele verwijzingen in dit boek - de Bijbel, Dante, en naar hedendaagse problematiek - met iedere lezing zullen er andere interpretaties in je hoofd opkomen. Het is een boeiende roman, waar je met verbijstering kennis van neemt.
Peter Drehmanns debuteerde in 1999 met de roman De blindganger. Voor zijn gehele oeuvre won hij in 2015 de Halewijnprijs. Hij studeerde Italiaans en Literatuurwetenschap en was recensent voor Vrij Nederland en NRC Handelsblad. Zijn roman Altijd maar begraven werd in het Duits vertaald, de roman De begeleider in het Italiaans.
ISBN 9789493214828 | Paperback | 190 pagina's | Uitgeverij In de Knipscheer | juni 2022
© Marjo, 24 augustus 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Het Wezen
Peter Drehmanns
De hoofdpersoon in dit verhaal is Koen Grondijs, een vijftiger, die zich afvraagt of zijn leven wel is zoals hij dat zou wensen. Het antwoord is natuurlijk: nee dat is het niet, anders was het meteen gedaan met het verhaal!
‘Hij had zich door de verkeerde ouders laten verwekken. Hij was bij de verkeerde vrouwen gebleven en had de verkeerde vrouwen gedumpt. Al na twee weken had hij begrepen dat kunstgeschiedenis niet de juiste studie voor hem was en dat zijn even intense als infantiele verlangen om zich tegen de wil van zijn vader in te schrijven bij de kunsthistorische faculteit op een romantisch misverstand berustte.’
Hij neemt een besluit: hij neemt een sabbatical en vertrekt. Na een kort onderzoek valt de keuze op de Archipel, een ‘tropisch land van vulkanische oorsprong dat op zeker ogenblik in de geschiedenis, ruim honderdvijftig miljoen jaar geleden, niks meer met de rest van de wereld te maken wilde hebben en zich hovaardig had losgescheurd.’
En dat is eigenlijk wat Grondijs ook doet. Hij scheurt zich los van de Westerse wereld - drie pagina’s lang wordt er gefulmineerd over alles wat er fout is in onze maatschappij. Het kan niet anders dan fout aflopen. Hij verwacht dat zijn doel, de Archipel, nog niet gecorrumpeerd is. Waar de natuur nog oorspronkelijk is. En waar hij hoopt het Wezen te aanschouwen.
‘Hij (voorzover het Wezen een mensachtige is) of het ( in zoverre het Wezen een dier betreft) zou op basis van enkele morfologische kenmerken gerekend kunnen worden tot een (weliswaar onbeschreven) soort van een ondergeslacht van de zogeheten spookdieren, een familie van zoogdieren uit de orde der primaten die kenmerken van zowel apen als halfapen heeft.’
We volgen een mopperende Grondijs op zijn reis, die hem tenslotte op het eiland brengt waar het Wezen voor het laatst gezien is. Het verbaast de lezer niet echt dat het primitieve leven hem toch wel tegenvalt. De grootste teleurstelling is misschien nog wel het feit dat er wel degelijk toeristen zijn! Hij laat zich evenwel niet kennen, en dringt steeds dieper de wildernis in.
Hij ontmoet de Italiaan Dino Drogo, met wie hij optrekt ondanks diens beroep, taxidermist en nog wel gespecialiseerd in het maken van wolpertingers (= een wezen uit de Beierse folklore. Het zou een wezen zijn met lichaamsdelen van verschillende diersoorten). Grondijs vind het walgelijk, maar is toch blij als hij Drogo een tweede keer tegenkomt. Hun avontuur wordt steeds hachelijker. Ze trekken zich aan elkaar op, en voeren diepgaande gesprekken. Drogo confronteert Grondijs met zichzelf: is hij immers niet net zo goed een product van zijn opvoeding, dus van de westerse maatschappij!
Intussen lezen we ook hoe er op het thuisfront waar Grondijs zijn huis verhuurd heeft aan een Russisch echtpaar een vreselijke chaos ontstaat.
Is deze verhaallijn toegevoegd als een soort analogie aan het avontuur van Grondijs?
Terwijl Grondijs van de wal in de sloot geraakt in de Archipel, slaat in zijn huis de gekte toe.
De taal is nogal wollig, volzinnen met veel bijvoeglijke naamwoorden, en veel lastige termen; veel verwijzingen naar kunst en literatuur. En naar de biologie natuurlijk.
Het boek bestaat uit verschillende delen: de homo sapiens, de homo investigans, de homo demens, en de homo mutans. Deze aanduidingen zijn veelzeggend!
Een flinke hap is dit boek vol ideeën en inzichten wel, maar zeker de moeite waard.
Peter Drehmanns (1960) schreef al twaalf romans, een verhalenbundel en vier poëziebundels. Voor zijn gehele oeuvre won hij in 2015 de Halewijnprijs.
ISBN 9789493214064 | paperback | 370 pagina's | Uitgeverij in de Knipscheer | september 2020
© Marjo, 12 oktober 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Vaderval
Peter Drehmanns
Fraai geconstrueerde afrekeningsroman
Je hebt soms schrijvers van wie je weleens hebt gehoord, niets hebt gelezen en die toch al een aardig oeuvre hebben opgebouwd. Zo iemand is Peter Drehmanns, van wie in 1999 al de eerste roman is gepubliceerd. Zijn oeuvre is inmiddels uitgedijd tot ruim 10 romans, afgewisseld met enkele verhalen- en gedichtenbundels. In 2015 ontving hij de Halewijnprijs, een prijs voor relatief onbekende literaire talenten, waarvan een aantal andere winnaars inmiddels wel is doorgebroken naar het grote publiek. Het is Drehmanns hopelijk ook vergund, zijn laatste roman Vaderval is zeer de moeite waard.
Hoofdpersoon in Vaderval is Ben Teister. Hij verafschuwt zijn vader Harry, niet bepaald een family man, wel een zelfgenoegzame en egocentrische rokkenjager, die zijn fortuin op onfrisse wijze heeft bijeengegaard. De wet is voor deze Harry geen maatstaf, grenzen zijn er om te worden overschreden, limieten zijn voor anderen. Ben mijdt het liefst elk contact, doch als zijn vader lijkt te zijn verdwenen wordt hij ongewild toch betrokken bij de zoektocht naar zijn vader.
Na enige tijd worden resten gevonden die van zijn vader zijn, of zouden kunnen zijn, zoals een kunstknie. Harry wordt doodverklaard. Merkwaardig genoeg komt de vader dan pas weer voor Ben tot leven, bijvoorbeeld bij het opruimen van diens woning. Dit doet hij samen met Ada, de laatste vriendin van Harry. De emoties die bij Ada opkomen leiden tot een verrassend vervolg met voor Ben een nogal vervelende lichamelijke nasleep. Een andere bijkomstigheid is dat veel kledingstukken van de vader Ben wonderwel goed passen. Lijkt hij bij nader inzien meer op zijn vader dan hem lief is?
Als er ineens briefjes en andere instructies opduiken gaat Ben op onderzoek uit. Dit voert hem naar verschillende personen en plaatsen die in het leven van zijn vader belangrijk zijn geweest. Het gevoel van ongemak groeit. Waar komen die instructies vandaan? Sterker nog: de vraag komt op of zijn vader wel dood is.
Vaderval kan met recht een afrekeningsroman worden genoemd. Harry Teister komt er bijzonder slecht af, de zoon krijgt het niet voor elkaar om ook maar iets positiefs te noemen. De vraag is of er bij Ben Teister niet meer aan de hand is. De obsessie die hij voor zijn vader heeft en de ononderbroken stroom van negatieve gedachten over hem lijken te duiden op een psychisch probleem dat alleen maar kan worden opgelost door met de vader af te rekenen. Het is fascinerend, tragikomisch en soms grotesk om te volgen of de hoofdpersoon daarin zal slagen.
Het verhaal wordt veelal beschreven in de ik-vorm, doch er zijn passages die in de tweede persoon enkelvoud zijn geschreven, alsof de hoofdpersoon met verwondering zijn eigen daden beziet en becommentarieert. De misschien wel belangrijkste passage is echter in de verleden tijd geschreven, in de derde persoon. Het is nogal bijzonder om het verhaal zo te brengen en lijkt vooral bedacht, doch het past wonderwel goed in de opbouw en Drehmanns komt er goed mee weg.
Drehmanns verwerkt nogal wat literaire en mythologische verwijzingen in zijn verhaal. Dit doet hij in een heel herkenbare en krachtige stijl. Over het armoedige interieur van het uitvaartcentrum:
"De plastic zitting kraakt. Van een luisterrijke omgeving is bepaald geen sprake. Een afwerkplek van aandachtsjunk Thanatos, zoon van Nyx, meer niet”.
Vaderval is een zeer vlot en vaardig geschreven roman. Het is voor Drehmanns te hopen dat hij door dit boek meer bekendheid weet te verkrijgen bij het grote publiek Het zou verdiend zijn.
ISBN 978 94 6068 291 9 | Paperback | 284 pagina’s | Uitgeverij Marmer | februari 2016
© Jan Koster, 28 maart 2016
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER