De ondergrondse spoorweg
Colson Whitehead
Tussen 1850 en 1860 was in Amerika een ondergrondse beweging actief, The Undergroud Railroad. Dit was een informeel netwerk van vluchtroutes en veilige huizen, waar gevluchte slaven terecht konden, veelal geholpen door zwarte en blanke tegenstanders van de slavernij, de abolitionisten.
Zelf las ik heel uitgebreid over de ondergrondse spoorweg toen ik een essay schreef over de Blues, een uitvloeisel van de slavenliederen, die beide ingezet werden als middel van geweldloos verzet en verkapte communicatie onderling. In de teksten zijn codes opgenomen die alleen begrepen werden door insiders. Harriet Tubman, een medewerkster van The Undergroud Railroad, zong de spiritual Wade in the Water om weggelopen slaven te waarschuwen het pad te verlaten en via het water te vluchten. De honden van de slaveneigenaar konden zo hun geur niet ruiken. Zo was een op het oog onschuldige gospel, een belangrijk verpakte boodschap naar de vrijheid.
In dit boek van Whitehead volgen we die weg naar de vrijheid van Cora, de hoofdpersoon en slavin op een katoenplantage in Georgia. Cora besluit te vluchten als haar wrede eigenaar zijn oog op haar heeft laten vallen. Haar moeder Mabel is eveneens gevlucht toen Cora nog heel klein was en daardoor stond Cora er al heel vroeg alleen voor op de plantage. Zij werd, samen met andere slaven, geplaatst in De Keet, een verblijf voor de buitenstaanders onder de buitenstaanders.
Caesar, een mannelijke slaaf die ook op dezelfde plantage werkt, vraagt haar keer op keer om samen met hem te vluchten en op een dag besluiten ze dit ook daadwerkelijk te doen via De Ondergrondse Spoorweg. Cora vraagt hem of zij alleen maar voor hem een gelukspoppetje is, omdat het haar moeder Mabel gelukt is om te vluchten en weg te blijven. Voor Caesar is Cora meer, maar haar wantrouwen tegenover mannen, opgedaan op de plantage, hebben haar blind gemaakt voor zijn oprechte bedoelingen.
Colson Whitehead heeft er in het verhaal een letterlijk ondergronds netwerk van gemaakt, waarbij de stations onder de grond liggen en de spoorlijnen ondergronds lopen. Zij die opstappen hebben geen idee waar ze terecht zullen komen. Dat is een mooie metafoor voor hoe het werkte. De vlucht, die erop gericht was naar noordelijke staten te komen, moest natuurlijk zo onopvallend mogelijk verlopen. De uitwisseling van informatie tussen slaven en hun helpers en tussen de helpers onderling werd zo beperkt mogelijk gehouden om verraad zo veel mogelijk te voorkomen, vergelijkbaar met het verzet in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.
De vlucht van Cora en Ceasar verloopt in verschillende stadia en meer of minder succesvol. Steeds moeten zij alert zijn op de slavenjagers, die voor de eigenaren de gevluchte slaven tegen beloning terug proberen te brengen. Aan een aantal van de hoofdstukken in het boek gaat een advertentie uit die tijd vooraf waarin de eigenaar beschrijft welke slaaf bij hem is weggelopen, een voorbeeld:
25 DOLLAR BELOONING
Op 6 februari jongstleden is van ondergetekende weggeloopen diens negermeid PEGGY. Zij is omtrent 16 jaren oud, eene lichtgetinte kleurlinge van gemiddelde lengte, met steil haar en alleszins draaglijke gelaatstrekken. In haar hals heeft zij, als gevolg eener brandwond, een onregelmatig gevormd litteken. Zij zal ongetwijfeld trachten door te gaan voor een vrije, en heeft zich naar alle waarschijnlijkheid in het bezit weten te stellen van een vrijbrief. Zij slaat de oogen neer wanneer zij wordt toegesproken en is niet bijster schrander. Ze spreekt snel en heeft een schril stemgeluid
JOHN DARK
District Chatham, 17 mei
Zo'n tekst spreekt boekdelen over de denkwereld uit die tijd, alleszins draaglijke gelaatstrekken, over de omstandigheden, het onregelmatige litteken als gevolg van een brandwond en de vooroordelen, Peggy is niet bijster schrander, maar blijkbaar wel zo slim om te vluchten.
De sfeer, die uit een dergelijke advertentie spreekt heeft Whitehead heel mooi verweven in zijn roman. Daardoor heb je als lezer echt het gevoel dat je naast Cora staat en met haar meereist op weg naar de vrijheid, voor zover een vrijgevochten slaaf ooit echt kan beleven wat het betekent om daadwerkelijk vrij te zijn, omdat de sporen uit het verleden altijd onderdeel zullen blijven van zijn of haar wezen.
Op de website van de uitgever las ik: ‘Een stomp in je maag.’ – De Limburger. Dat is wat dit boek ook met mij deed. Het was een stomp in mijn maag en zelfs hier en daar tot misselijkmakend aan toe. Toch is het heel goed dat dit verhaal over de slavernij, ook nu nog, wordt verteld. De schrijver zal ook een dringende behoefte hebben gevoeld, dit verhaal te willen vertellen. Degene, die niets begrijpt van mensen die vertellen dat racisme, discriminatie en de daarbij horende uitsluiting ingrijpt tot heel diep in je ziel en nog generaties later een onderdeel is van wie ze zijn, zou (verplicht!) dit boek moeten lezen. Ook dat was ooit onze manier van leven, Nederlanders waren in hoge mate betrokken bij de slavenhandel.
Helemaal voorin lezen we dat dit boek is bekroond met de National Book Award. Zowel Barack Obama - 'Fantastisch, aangrijpend' - als Oprah Winfrey - 'Dringt door tot in het merg van je botten, nestelt zich en blijft voor altijd'-, en vele anderen hebben zich lovend over dit boek uitgesproken.
Zie ook het gesprek met Colson Whitehead over dit boek in het programma Buitenhof.
Over de auteur: Colson Whitehead (1969) is een New Yorkse romanschrijver. John Henry Days was zijn doorbraak – dat haalde de shortlist van de National Book Award. Zijn laatste twee boeken waren Sag Harbor, over een jeugd op Long Island, en de bestseller Zone One (een literair zombieverhaal).
ISBN 789025449124 | Paperback | 352 pagina's | Uitgeverij Atlas Contact | januari 2017
Vertaling: Harm Damsma en Niek Miedema
© Ria, 2 maart 2017
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER