Hij noemde me Elly
Naar het waargebeurde verhaal van Esther Vleeschhouwer-Blocq, die acht concentratiekampen overleefde
Femmetje de Wind
Het is 1940, oorlog. En Esther is joods, al is het gezin niet praktiserend, daar storen de Duitsers zich niet aan. Ze hebben nog even respijt, het normale leven kan nog even doorgang vinden. Esther gaat naar de tekenschool, waar ze Sonja leert kennen. Zij introduceert Esther op de joodse tafeltennisvereniging, waar ene Wim Vleeschhouwer de voorzitter van is. Cupido slaat zijn slag.
Esther Blocq is pas zestien als ze Wim leert kennen. Begrijpelijkerwijs zijn haar ouders niet zo blij met het feit dat ze aangeeft verliefd te zijn: hij is veel ouder! Nu valt dat wel mee, hij is nog net geen twintig.
Op een feest waar men het begin van het jaar 1941 viert wenst Wim haar een fijn jaar:
‘Geweldig!’ Hij legde zijn hand op mijn wang. ‘Dit wordt ons jaar, Elly.’
Ik schrok. Had hij misschien het verkeerde meisje voor zich? Was er iemand anders? ‘Ik heet Esther,’ zei ik.
‘Ja, dat weet ik, maar voor mij ben je Elly.’
Het is voorzichtig het begin van wat een levenslange relatie zal worden.
Maar zoals we weten waren Joden niet veilig. En in 1943 wordt Elly opgehaald door NSB-ers. Tot ieders verbijstering besluit Wim met haar mee te gaan!
Ze belanden in Vught, waar een kamp wordt opgericht, waar steeds meer mensen binnenkomen. Er worden dus mensen op een lijst gezet, en dan getransporteerd naar een onduidelijke bestemming. Wim weet hen beiden op de lijst te krijgen van het Philips-Kommando. Mensen die in dienst waren van Philips waren lang veilig. Maar helaas werden ook zij gedeporteerd: in 1944 wordt Elly op transport gezet naar Auschwitz. Het wordt het begin van een reis van het ene kamp naar het andere, onder steeds slechtere omstandigheden. Onmenselijke omstandigheden: mishandeld en uitgehongerd neemt de gezondheid van de kampbewoners zienderogen af.
Er is maar één ding dat Elly op de been houdt: af en toe is er een teken van leven van Wim…
Het verhaal van een Joodse vrouw die door wilskracht, maar vooral met veel geluk aan haar zijde, maar liefst acht concentratiekampen overleefde, is indrukwekkend. Als in mei 2024 de dodenherdenking plaatsvindt, is Esther Block bijna honderd jaar oud. Onvoorstelbaar: als overlever woog ze nog slechts twintig kilo!
Met aandacht voor zowel het persoonlijke verhaal als de historische achtergrond heeft Femmetje de Wind haar verhaal opgetekend.
Femmetje de Wind is schrijver, journalist, columnist en uitgever. Ze studeerde Rechten en Vergelijkende Kunstwetenschap en werkte jaren als hoofdredacteur van verschillende magazines. In 2015 debuteerde ze met de roman Rivka – waar ze veel lof mee oogstte en die deels gebaseerd is op het oorlogsverleden van haar vader.
ISBN 9789044367256 | Paperback | 416 pagina's | Uitgeverij The house of Books | april 2024
© Marjo, 8 juli 2024
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Rivka
Femmetje de Wind
‘De rest van mijn vaders familie is weggehaald. Ze zijn nooit meer teruggekomen.’
’Ze zijn niet meer teruggekomen?’
‘Nee, niemand is teruggekomen.’
‘Als je het zo formuleert, impliceer je dat ze een keuze hadden. Niet terugkomen spreekt geen beschuldiging uit. Het legt een verwijt bij hen die niet zijn teruggekomen. Ze hebben ons in de steek gelaten door niet terug te komen, dat is wat je eigenlijk zegt. En als je dat zo blijft zeggen, dan blijft het schuldgevoel bij jou.’
‘We weten allemaal dat het niet zo is. En toch zeggen we het. Ze zijn niet teruggekomen, ze hebben ons verlaten, het is hun schuld, hun schuld is onze pijn geworden. Waarom zeggen we niet wat er echt gebeurd is?‘
‘Omdat daar geen woorden voor zijn.’
‘Jawel. Wat dacht je van: vermoord, vergast, vernietigd?’
In 1942 wordt de veertienjarige Isaac Cohen opgehaald. Samen met zijn moeder moet hij mee, naar Westerbork. Onderweg wordt hij aangespoord uit de trein te springen en ondanks tegenwerking van sommigen weet hij de oorlog te overleven. Er is gelukkig ook hulp, hij loopt in de armen van een man die zich Piet noemt. Deze brengt de jongen onder op een geheim adres, waar ook het jonge meisje Selly met haar baby zit. Isaac en Selly hechten zich aan elkaar, maar terwijl de baby wordt gered, verliezen de twee jongelui elkaar weer uit het oog. Na de oorlog hoort Isaac dat ze in een vernietigingskamp is omgekomen, net als zijn moeder.
In 1995 is Rivka Cohen een dertigjarige alleenstaande vrouw. Zij is verbonden aan een tijdschrift, waarvoor ze een interview gaat afnemen. Als ze Daniel Rubinstein, een vooraanstaand advocaat, ontmoet, slaat er een vonk over, ook al is de man twintig jaar ouder en getrouwd.
Haar vader, Isaac, is geen makkelijke man. Met zijn oorlogstrauma en lichamelijke klachten legt hij een zware emotionele claim op zijn vouw – niet Selly! - en op Rivka, waaraan ze probeert te ontsnappen.
Is Daniel de geschikte man om haar daarbij te helpen? Of is het beter bij Alex te blijven, een man die veel van Rivka duldt, en eindeloos op haar blijft wachten, ondanks de wetenschap dat Daniel een geducht rivaal is.
Welke keuze ze ook maakt, het lijkt er niet echt op dat Rivka vrede vindt. Niet alleen haar vader, maar ook zij, heeft last van oorlogtrauma’s. Het lijkt niet te voorkomen dat ze te weten komt wat er gebeurd is. En Daniel blijkt daar ook interesse in te hebben.
Dit mooie, meeslepende verhaal gaat vooral over de liefde. Maar het is een liefde die bepaald wordt door het verleden. En door het Joods zijn van de personages, iets wat de lezer wel steeds in het achterhoofd moet houden, om hun handelingen te kunnen begrijpen. Het verhaal van Rivka overheerst, haar zoektocht naar zichzelf en het antwoord op de vraag wat voor haar de beste keuze is. Maar het verhaal van Isaac, dat in hoofdstukken tussendoor verteld wordt, hangt daar nauw mee samen, tot de verhalen bij elkaar komen.
Misschien is het niet origineel, maar de gedachtewisselingen met de overledenen passen prima in het verhaal. Het doet recht aan de Joodse cultuur, die niet nadrukkelijk aanwezig is, maar wel degelijk een rol speelt.
Terwijl Rivka het moeilijk heeft met haar vader, voelt de lezer wel sympathie voor hem. Dat heeft mede te maken met de toon die de schrijfster hanteert: ze schrijft filmisch - je ziet de scènes als het ware voor je - en dan komt Isaacs gedrag vaak komisch over, al zal het zeker niet zo bedoeld zijn.
Femmetje de Wind (1973) studeerde Vergelijkende Kunstwetenschap en Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Amsterdam. Ze is uitgever, schrijver, journalist en columnist. ‘Rivka’ is haar romandebuut. Daarin stelt ze dat ze liever de Inktaap zou winnen dan een Edison. Nog zo’n gekke keuze niet!
ISBN 9789401603133 | Paperback | 352 pagina's | Uitgeverij Xander | januari 2015
© Marjo, 8 mei 2015
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER