Moenie kyk nie
Moenie kyk nie is de geschiedenis van een Nederlands gezin dat eind jaren 50 naar Zuid-Afrika emigreert. Het gezin bestaat uit vader, moeder en vier kinderen. De verteller van het verhaal, de oudste jongen, is dan 9 jaar oud. Door een oogziekte verliest hij zijn linkeroog waar hij een kunstoog voor in de plaats krijgt. Alsof hij zich nu bewuster is van het belang goed te observeren, kijkt hij met zijn ene oog intenser dan menig mens met twee ogen.
De moeder van het gezin is ernstig ziek en komt na enige tijd te overlijden. Dit wordt zo terloops vertelt, dat het verdriet, dat niet wordt uitgesproken, een knoop in je maag legt. Dat moeder gemist wordt blijkt enkel uit het feit dat de jongen zich dikwijls terugtrekt in de Hollandse kamer, de veilige haven. Toen ze in Zuid-Afrika aankwamen heeft moeder deze kamer ingericht met de zware donkere meubels uit Holland, die niet in Afrika willen passen. Wanneer ze later verhuizen wordt in hun nieuwe huis een kamer opnieuw zo ingericht. De Afrikaanse bedienden en vriendinnen van vader mogen er niet komen.
Vanaf het moment, dat moeder sterft raakt het gezin ontheemd en komt in een neerwaartse spiraal terecht. De kinderen worden ondergebracht in een weeshuis, behalve de oudste jongen, die in een streng religieus pleeggezin wordt geplaatst. Wanneer vader een nieuwe vriendin krijgt, Laura, die bij hem intrekt, worden de kinderen weer naar huis gehaald. Laura behandelt hen slecht. De jongens ontvluchten vaak het huis en zwerven door de buurt.
Als Laura in verwachting raakt, wordt het huiselijk geweld nog erger. Met name Hans, de tweede zoon, kan haar niet meer verdragen en het komt tot een climax, waarna Laura met de inmiddels geboren baby naar haar zus verdwijnt. Hans wordt naar een tuchtschool gestuurd, de anderen naar kostschool. De verteller die zich met Hans nauw verbonden voelt, mist hem heel erg. Vader probeert het nog eens met een vriendin, Doreen, maar die is na een week ook weer verdwenen. Een echt gezin worden ze niet meer. Uiteindelijk verdwijnt vader met weer een nieuwe vrouw en de jongste kinderen naar Rhodesië, omdat het hem in Zuid-Afrika te heet onder de voeten wordt. Zijn laatste vrouw is namelijk niet helemaal blank, en de wetten worden steeds strenger.
De jongen heeft zich op zijn zwerftochten in de natuur ontwikkeld tot een bekwaam tekenaar en wordt toegelaten tot de opleiding beeldende kunst aan de universiteit.
Met broer Hans gaat het van kwaad tot erger. Hij loopt steeds vaker weg van school. Een tijdje verblijft hij in een psychiatrisch ziekenhuis, maar met het predikaat ongeneeslijke schizofrenie wordt hij weer op straat gezet. Even gaat het beter, als hij een zwarte vriendin krijgt. Deze vrouw, haar rug vol littekens, wil niet dat hij naar haar kijkt. Moenie kyk nie, ze is bang dat hij naar haar zal kijken zoals de Boeren naar haar kijken, als naar een minderwaardig dier. Zij krijgt echter heimwee naar de woestijn en gaat terug naar haar familie. Hans' weg voert onontkoombaar verder omlaag.
De verteller heeft uiteindelijk genoeg gespaard en zal met de boot terugkeren naar Nederland.
De stijl waarin dit boek is geschreven is deels brokkelig, deels meer beschrijvend. Ik moest daar erg aan wennen. Maar het werkt. Met een paar korte zinnen, als de lijnen die een sneltekenaar neerzet, schetst Van Woerden scènes, die ineens haarscherp voor je neus staan. Tussendoor vlecht hij fragmenten, vaak beschrijvingen van de natuur, met langere zinnen die het verhaal inkleuren. Over dit alles hangt een drukkende, benauwende sfeer. Je wordt meegezogen in dit gevoel van troosteloosheid, uitzichtloosheid en melancholie. Het lijkt of er niets aan de hand is, maar onderhuids broeit en kolkt het. En bij sommigen, zoals Hans, barst de energie met geweld naar buiten. Hans is de personificatie van Zuid-Afrika. Hij is levenslustig en vol enthousiasme, maar door allerlei onnatuurlijke wetten en regels wordt hij aan alle kanten ingesnoerd en beknot, totdat de opgehoopte krachten niet anders meer kunnen dan uitbarsten als een vulkaan.
De verteller, een rustiger type, tracht op een andere manier te ontkomen aan deze verlammende sfeer. Nederland is hem altijd blijven boeien. Hij wil terug naar zijn wortels. Maar met weemoed laat hij Zuid-Afrika achter. Daar ligt zijn jeugd, hij houdt van dat land.
Dit is een boek met heel veel tussen de regels, een boek dat onder je huid kruipt. Indrukwekkend.
ISBN 9789057590146 Paperback 172 pagina's Podium maart 2001
© Berdine, oktober 2006
Reageren? Klik hier!
Ultramarijn
Ultramarijn, de bijzondere kleur blauw, is het verhaal van Joakim en zijn halfzus Aysel. Ze wonen in een havenstad in het oostelijk deel van de Middellandse Zee. Hun vader is als te vrijzinnig verbannen van de universiteit in de hoofdstad en ook zijn kinderen zijn gedoemd te dolen.
Aysel en Joakim delen een geheim, dat, als het uitkomt, hun vader ertoe brengt halsoverkop met Aysel naar Europa te vertrekken. Joakim (met zijn moeder) blijft radeloos achter. De rest van zijn leven zal hij een dolende en zoekende ziel blijven. Ook Aysel is niet gelukkig in Duitsland: ze trouwt, krijgt een dochter (Özlem=verlangen, heimwee, weemoed) en begint een eethuisje. Joakim wordt een beroemde luitspeler. Aysel kwijnt helemaal weg in Duitsland, Özlem raakt losgeslagen en wordt prostituee in Amsterdam. Tijdens een vakantiereisje naar het land van haar moeder bloeit ze op en heeft ze het gevoel hier meer thuis te zijn. Bij toeval ontmoeten Özlem en Joakim elkaar, zonder de familieband te kennen. Ze voelen zich op een onverklaarbare wijze tot elkaar aangetrokken. Het dolen is over voor Joakim en als Özlem ontdekt hoe het in werkelijkheid zit met de familiebanden, zwijgt ze, om goed voor hem te kunnen zorgen tijdens zijn laatste levensjaren.
Clara Strijbosch schrijft in de Volkskrant: Utramarijn is het boek van de dingen en de mensen die tussen twee gebieden hangen en daarmee dubbel zijn: de immigranten en bannelingen die in hun moederland en in hun nieuwe land niet thuis zijn èn in beide voor een deel geworteld, de mensen die man en vrouw zijn, van mannen en vrouwen houden en daarmee een dubbele sexualiteit bezitten, de verboden liefde die afstotend en aantrekkelijk is, de klanken die kleuren worden. Henk van Woerdens werkelijkheid is veelvormig. In de glijdende toonschalen van de makáms die Joakim op zijn luit speelt, liggen de tussentonen, tussen de kleuren ochtendblauw en nachtblauw alle mogelijke schakeringen, van het lichte azuur tot het diepe ultramarijn, de kleur van “over zee”.
www.volkskrant.nl.
Ook het lezen van dit boek voelde heel dubbel voor mij. Enerzijds was daar de bijzonder beeldende en poëtische taal. Henk van Woerden gebruikt niet veel, maar zeer juist gekozen woorden om stemmingen, landschappen, kleuren en zelfs muziek tot leven te brengen. De opgeroepen werkelijkheid wordt haast tastbaar. Anderzijds gebeuren er gruwelijke, nare, weinig poëtische zaken. Het contrast met de taal waarin ze beschreven worden schept verwarring. Dat moet ook de bedoeling zijn geweest van Van Woerden: niet alles is zo zwart-wit als de Westerling het graag ziet. Nergens is sprake van een veroordeling. Of het moest zijn, dat er hier en daar een westerling voorbijkomt in het verhaal die duidelijk niets begrijpt van de bijzondere en rijke cultuur van de landen rond de Middellandse Zee.
Het boek heeft een mythische dimensie die voor kenners van de Klassieken en het culturele erfgoed in de landen rond de Middellandse Zeeland vast nog meer schatten verborgen houdt, dan ik er in kon herkennen. Daardoor en door het ontbreken van een expliciete moraal is het een bijzonder, onhollands verhaal geworden, dat nog lang door je hoofd blijft spoken.
Amsterdam, Podium, 2005. Geb., 300 p., isbn 90-5759-326-2.
© Librije, juli 2007.
Lees de discussie over dit boek, klik hier!
Ultramarijn
Al een paar dagen loop ik te worstelen met mezelf over dit boek. Wat is het? Wat moet ik hiermee?
Héél plat gezegd, broer doet het met zus, broer heeft ook seksuele relaties met mannen, zus krijgt kind van broer, wat broer niet weet, en uiteindelijk krijgen vader en kind een relatie. Kind ontdekt het, zegt niets en houdt de relatie in stand maar dan zonder seks. En dit is echt heel plat gezegd maar is wel het eigenlijke verhaal. Vanuit deze invalshoek denk je, het is geen goed boek, het verhaal hangt te veel van toevalligheden in elkaar. Het is te makkelijk, te ver gezocht...
Waarom dan die worsteling?
Omdat er ook prachtige stukken in staan, vooral het gedeelte over muziek wordt zo geschreven dat je het bijna hoort. Broer krijgt les van een meastro en die vertelt over de essentie van muziek, niet alleen noten, niet alleen de techniek maar denken in kleuren, zo spelen dat je totaal een bent met wát je speelt.
Deze oude maestro draagt het verhaal. Is als een rode draad terug te vinden in het gedachtegoed van broer/vader. Dochter wordt door zijn muziek getrokken naar haar vader, (ze weet dan nog niet dat het haar vader is) zij begrijpt de muziek onmiddellijk.
Vader is inmiddels een excentrieke, onrustige oude man geworden, die altijd is blijven verlangen naar zijn grote liefde, zijn zus. In de dochter herkent hij zijn zus, ze lijkt op haar, en daarom vat hij een liefde voor haar op en zij op haar beurt komt ook tot rust bij deze man. Aanvankelijk weten ze dus niets van hun familierelatie, er is gewoon een enorme wederzijdse aantrekkingskracht. In het midden blijft ook of vader werkelijk onwetend is en blijft. Is hij wel op de hoogte geweest, dan wisten ze tegenover elkaar uitstekend de schijn op te houden.
Beiden hebben een uitzonderlijk leven geleid, beiden houden ze van de muziek die vader speelt, beiden voelen ze elkaar haarfijn aan en dit wordt zo beschreven dat je eigenlijk de hele situatie, inclusief liefdesrelatie, niet vreemd vindt, het accepteert.
Maar toch blijft die twijfel, is het werkelijk goed? Er zitten enorme gaten in het verhaal. Er worden grote sprongen in de tijd gemaakt. Waarom moet de biseksualiteit van vader genoemd worden? Als indicatie van zijn onrust? Hoe komt die dochter ineens in dat plaatsje terecht? Waarom dát plaatsje? De kennismaking van dochter met de muziek van vader en de latere ontmoeting met vader is erg (te) makkelijk. Het hele boek hangt van literaire pieken én dalen in elkaar. De worsteling met dit boek zal nog wel even voortduren...
Maakt die worsteling het misschien tot een goed boek juist omdat je die worsteling hebt?
Hardcover | 299 Pagina's | Uitgeverij Podium B.V. | ISBN10: 9057593262 | ISBN13: 9789057593260
© Dettie, juli 2007
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER!