Boekenarchief W-X-Y-Z

Jacqueline Zirkzee

http://www.jacquelinezirkzee.nl

 

De eerste priesteres
Jacqueline Zirkzee


Langs de rivieren de Tigris en de Eufraat in wat nu het zuiden van Irak is, zijn er ook voor de tijd van de Sumeriërs (rond 4000 v.Chr.) groeperingen mensen geweest. Het oudste schrift dat ooit terug gevonden is, is het spijkerschrift van de Sumeriërs, maar waar een schrift ontstaat wordt taal gesproken. Waar mensen met elkaar communiceren, vertellen zij verhalen. Verhalen zijn een onderdeel van beschaving, met een verhaal kun je de wereld zoals je die kent uitleggen. In die verhalen vinden we een verhaal terug over een overstroming. Rond 5600 voor Christus steeg de zeespiegel in de Middellandse Zee en veroorzaakte een doorbraak naar de Zwarte Zee.


Jacqueline Zirkzee begint haar verhaal daar, bij de overstroming. Als het water komt, neemt die veel dorpelingen uit het Dorp van de Reiger met zich mee. Anu, de stamleider helpt zijn moeder, de ziener van het dorp, als ze vluchten. Zijn kinderen, Inanna en haar tweelingbroer Eridu, en nog enkele anderen weten zich in veiligheid te brengen. Sommigen geven Eridu de schuld van hun rampspoed. Een tweeling is toch al iets wat tegen het gewone in gaat, en dan ziet hij er ook vreemd uit met zijn hoge voorhoofd en hij heeft last van toevallen.


De moeder van de tweeling is bij de geboorte overleden zodat de kinderen opgevoed werden door hun grootmoeder. Inanna zal haar opvolgen, maar zij is nog geen vrouw als grootmoeder sterft. En ze vindt trouwens ook dat haar broer een betere ziener is. Als Nima hun vader overhaalt een verbintenis met haar aan te gaan eist zij, behalve dat ze geaccepteerd wordt als ziener, dat hij zijn kinderen opgeeft. Dat doet hij niet, maar als hij even daarna sterft, wordt Eridu in een kooi gestopt.


Omdat het leven niet goed is, en ze honger hebben, nemen enkele mannen het besluit er op uit te trekken om een betere plek te vinden maar zij blijven lang weg. Wel komt er een groep herders, vertegenwoordigers van de stam van de Gehoornde God, een stam van nomaden. Waarom zijn zij bereid ze tweeling met hen mee te voeren?


Het leven blijkt er niet gemakkelijker op te worden, maar Inanna en Eridu vinden na een reeks beproevingen hun weg, en een plek binnen de stam van de Gehoornde God. Inanna wordt de zieneres van de stam, haar ervaringen en beproevingen leiden tot bepaalde ideeën.


‘Ze vroeg zich af of dit het weten was dat niet in woorden paste, waarover Eridu had gesproken. Een weten dat ook zij ooit in zich gedragen had, maar was vergeten, kwijtgeraakt, door alles wat de buitenwereld van haar vroeg naarmate ze ouder werd. Als kind kende ze het geluid van de reiger die een kikker verschalkte, Als het riet ritselde, wist ze of er een vogel in zat of een knaagdier. Van veraf kon ze zeggen van wie de stemmen waren die de liederen onder het werk zongen. Wat het zoiets, als het weten hoe iemand van wie je houdt, dor een enkele blik op zijn gezicht of de warmte van zijn anderen? Een weten van de ziel?’


In een visioen zien Inanna en Eridu hetzelfde: een heuvel met een gebouw erop. Ze zullen naar de goden reiken door zelf een hoogte te maken. De anderen accepteren haar zeggingskracht: de eerste priesteres is geboren. Ten koste van haar eigen dromen, zal ze haar mensen leiden.


Naast een spannend verhaal over mensen uit lang vervlogen tijden, geeft dit historische verhaal ook een inkijkje in hoe het idee van een heiligdom zoals wij dat kennen ontstaan zou kunnen zijn. Tegelijk met de ontwikkeling van de mens zijn sociale contacten ontstaan. Er werd gecommuniceerd, met gebaren, later met taal, en weer later met het schrift. Waar ideeën groeien groeit de tweespalt mee, want geen mens is gelijk. Er ontstaan meningsverschillen, maar over één ding waren ze het wel eens: rondom de mens was de natuur, die machtiger was dan de mens. Zo ontstond het idee van goden. En die moet je te vriend houden.


Het boek doet wat een goede historische roman moet doen: nieuwsgierig maken. Naar Ur en Eridu, de tweelingsteden in de oudheid, waar Inanna en Eridu zich vestigden. Naar de Sumeriërs, en hun cultuur.


Jacqueline Zirkzee is schrijfcoach en historicus. Dit idee ontstond naar aanleiding een nieuwe ontdekking:  de Sumeriërs - een prehistorische beschaving in Mesopotamië - waren niet de eerste beschaving, maar wel de eerste waar geschreven geschiedenis van bewaard is gebleven. Onder dikke lagen klei werden nog oudere nederzettingen gevonden van oudere beschavingen.


ISBN 9789078905967 | Paperback | 372 pagina's | Uitgeverij De Brouwerij/Brainbooks | januari 2020 (nieuwe uitgave)

© Marjo, 25 januari 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altHet heksenhuis
Jacqueline Zirkzee


Als een roman de pretentie heeft historisch te zijn, dan wil ik graag van te voren weten wat dan wel, en wat er niet op waarheid gebaseerd is. Vaak moet ik dan achterin zoeken. Zo ook in dit boek. Veel personages die Jacqueline Zirkzee opvoert blijken echt geleefd te hebben, maar niet de hoofdpersoon Eva en haar familie.


Het verhaal draait om een brief die gevonden is in het archief van de heksencommissie. Die is geschreven door Johannes Junius, aan zijn dochter Veronica. De brief is gedrukt als traktaat en werd verspreid met een gelukkig gevolg voor al die onschuldige mensen die gearresteerd werden, verdacht van hekserij. Gevangen gezet, gemarteld tot men de namen uitschreeuwde van iedereen die hen maar te binnen schoot, het leidde tot de dood op de brandstapel. Soms was er enige clementie en was men al dood, vaak ook leefden de zogenaamde heksen nog.
In Bamberg, waar dit verhaal grotendeels speelt, werden in de periode 1623-1630 zeker 415 mensen ter dood gebracht. Ruim 73 procent was vrouw. En er waren nog 82 personen die niet op de brandstapel belandden, maar waarschijnlijk in de gevangenis stierven ten gevolge van de martelingen.


Dit zijn de feiten, verteld in een gefictionaliseerd verhaal, waarin het meisje Eva de hoofdrol speelt. Op zoek naar de waarheid omtrent haar moeder, ziet ze kans te werk gesteld te worden in de gevangenis in Bamberg. Ze vindt er de bewuste brief, maar moet vluchten voor de wijbisschop Friedrich Förner, (historisch figuur) die het tot zijn taak ziet om het katholicisme te zuiveren. In zijn ogen is hervorming zoals Luther of Calvijn dat voor ogen staat helemaal niet nodig: zij ageren tegen de verloedering van het priesterambt, en hanteren in Förners ogen verkeerde normen en waarden.  Je kan ook vanuit het katholicisme de verloedering aanpakken vindt hij. In Bamberg bouwt hij het Heksenhuis, waar velen gemarteld werden en onder gruwelijke pijnen de meest fantastische dingen ‘opbiechtten’.
Eva ontmoet Veronica, de dochter, en samen vluchten ze naar Nederland. Daar – weten ze - staat de waag, in Oudewater. Daar kunnen ze bewijzen dat Veronica geen heks is.


De historische achtergrond is interessant genoeg, maar ik vind het verhaal er om heen nogal taai. Zirkzee schetst een beeld van het leven in de zeventiende eeuw, in enkele korte tussenstukjes, die meer tot leven komen dan de eigenlijke tekst. Niettemin: even doorbijten, en je hebt weer heel wat bijgeleerd.


ISBN 9789054292586  | Paperback | 304 pagina's | Conserve | april 2008

© Marjo, 28 augustus  2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altReimer
Jacqueline Zirkzee


‘Als er in iedere pit een gehele boom of vrucht vervat is, is de gehele grote wereld aanwezig in één klein mens, wiens godsdienst, politiek, gezondheid, ledematen, natuur, taal, woorden en werken, alle in één klank en in één melodie harmoniëren met God, hemel en aarde. ‘
(citaat uit de Fama Fraternitas, manifest van de Rozenkruisers)


Lang verkeerde ik in de veronderstelling dat Reimer Rijkerszoon een bestaand figuur was. Dat blijkt niet zo te zijn. Wat wél historisch verantwoord is, is het tijdsbeeld van de Gouden Eeuw, de perikelen rond de VOC en de snode daden van Jan Pieterszoon Coen. Jacqueline Zirkzee heeft de persoon Reimer verzonnen en hem geplaatst in die tijd.
Deze zoon van een apotheker in Middelburg gaat, met de bedoeling zijn vader en grootvader op te volgen, stage lopen bij familie in Gouda – en passant krijgen we de tegenstelling van verschillende milieus mee. Reimer heeft geen zin om nog terug te keren naar de benauwde hervormde wereld die hij als kind zo vanzelfsprekend vond, maar voorlopig is daar ook geen sprake van. In Gouda maakt hij een pestepidemie mee, hetgeen hem schokt en vastbesloten maakt om een geneesmiddel te vinden. Hij gaat naar Leiden, geneeskunde studeren en ontmoet daar Hans, een 'gezant' van de Rozenkruisers. Reimer krijgt het idee dat die geheimzinnige orde streeft naar een panacee, een algemeen geneesmiddel voor alle kwalen. Ook spreekt hem het feit aan dat de Rozenkruisers tegen geldelijk gewin ageren. De VOC zou er alleen op uit zijn om rijker en machtiger te worden ten koste van anderen, en dat is niet wat de orde wil. En ook niet waar Reimner op uit is.
Als tot Reimer doordringt waar de Rozen kruisers werkelijk naar streven, en wat Hans met hem voor had, zit hij al op een VOC-schip, dat naar Indië onderweg is. Het leven aan boord is - eufemistisch gesteld - niet makkelijk, maar hij ziet kans om het grootste deel van de reis de assistent te zijn van de scheepsarts. Hij leert met de dag bij, en kijkt er naar uit om op Banda de plaatselijke medicijnvrouw te spreken en te horen welke toepassingen zij kent van allerlei kruiden, waaronder foelie en nootmuskaat, die alleen op dat eiland groeien. Daar komt Jan Pieterszoon Coen op zijn pad.
Wie een beetje opgelet heeft de afgelopen maanden weet dat deze man niet bepaald de onomstreden held is zoals we altijd aangenomen hebben.
Het hoofdthema is de stand van zaken in de geneeskunde in de zeventiende eeuw, maar Jacqueline Zirkzee verwerkt nog veel meer in haar roman, waardoor het geen moment verveelt.


Achterin vinden we een verantwoording en een bibliografie, voor wie interesse heeft om verder te zoeken.
Boeiend, mooi verhaal over een interessante periode.


ISBN 9789078905653 | paperback |320 pagina's | De Brouwerij/ Brainbooks | februari 2013

© Marjo, 22 mei  2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altEva's dochter
Jacqueline Zirkzee


Verhalenbundel, waarbij het eerste verhaal meer een novelle is.
Dat wordt verklaard: het is een vervolg op het eerste boek van Jacqueline Zirkzee ‘Het heksenhuis’, waarin verteld wordt over de heksenvervolging in Duitsland in de zeventiende eeuw. In het verhaal ‘Eva’s dochter’ schrijft de zeventienjarige Hélène een dagboek. Haar ouders hebben haar niet veel verteld over het verleden, en dat begint steeds meer te wringen. Ze weet dat haar oma verbrand is omdat ze verdacht werd van hekserij, en dat haar moeder gevlucht is. Af en toe vertelt haar moeder iets, en zo probeert Hélène de puzzel op te lossen. Als er een nieuwe meid in huis komt, Marit, komen de dingen in een stroomversnelling. Ze is nieuwsgierig en leergierig en dat haar oom Hans Georg met haar Descartes gaat lezen, maakt haar zelfbewust. Ze wil weten: wat haar afkomst is, en ook of haar dromen verwezenlijkt kunnen worden.


‘ik denk  dus ik ben. Dat is belangrijk, maar het is niet genoeg. Dat denkende deel van ons is niets wanneer het niet verbonden wordt met alles om ons heen. Met ons lichaam, dat gestuurd wordt door het verstand en er tegelijkertijd een eenheid mee vormt. Met de werkelijkheid die we zien, de mensen die we liefhebben en  die van ons houden. Hij schrijft het niet, Descartes, maar zo is het.’


Aan het eind van het verhaal volgt een brief van burgemeester Johannes Julius  over het leven in de heksengevangenis, waar het boek ‘Heksenhuis’ op gebaseerd is. Hij schrijft aan zijn dochter Vera, en waarschuwt haar. Ze moet vluchten.
Ik weet niet in hoeverre dit fictief is, maar het is in ieder geval een spannend verhaal over een opgroeiend meisje, dat de volwassenheid nadert. Een mooi en boeiend verhaal.


De overige zeven verhalen zijn van geheel andere orde. Ze spelen in het heden. Verhalen waarin de hoofdpersoon geconfronteerd wordt met zichzelf: een verkeerde inschatting, een drama dat niet verwerkt is, een onvervulde droom of hun geweten. Of soms het verhaal van een ander.
Als hun leven een wending neemt die de hoofdpersonen niet voorzien hebben, moeten zij een beslissing nemen. Die ligt niet altijd voor de hand. Het mooiste verhaal? Dat over Daantje waar alles draait om Daantjes moeder, maar waar de zus de hoofdpersoon is.
De opbouw is zodanig dat je als lezer pas halverwege een idee krijgt wat er zou kunnen gebeuren. Soms heb je het mis…soms is het ontroerend, en soms is het een anticlimax. Voor de hoofdpersoon en voor de lezer.
Zirkzee kan goed vertellen, en haar verhalen zijn niet zomaar na te vertellen. Ja, de feiten wel, maar zonder de sfeer, zonder de enscenering blijft er niet veel over. Je moet ze dus zelf lezen! 
Zeker de moeite waard!


ISBN 9789044511536| paperback | 412 pagina's | Geus | mei 2008

© Marjo, 7 december 2011

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Het boek van Tristan en Isolde


Zo bekend als Romeo en Julia zijn Tristan en Isolde niet, maar hun verhaal is wel een paar eeuwen ouder. Jacqueline Zirkzee publiceerde deze roman – de opvolger van haar debuut Mykene uit 2001 - al anderhalf jaar geleden zonder dat er veel aandacht aan werd besteed. Nu een film met hetzelfde onderwerp onze bioscopen bereikt, haakt men hier handig op in met deze midprice uitgave van Het boek van Tristan en Isolde.


Het verhaal van de twee gedoemde geliefden werd al in de middeleeuwen verteld. De jonge prins Tristan wordt om politieke redenen buiten het Schotse hof opgevoed om daar later terug te keren. Dan wordt hij ook nog eens tot troonopvolger benoemd.
Later belandt hij in Ierland waar hij na een ziekte wordt verzorgd door de aantrekkelijke prinses Isolde. Als Tristans koning Marc vervolgens een bruid zoekt valt de keuze al snel op Isolde en Tristan keert terug naar Ierland om Isolde op te halen. Daar gebeurt het onvermijdelijke als Tristan en Isolde verliefd op elkaar worden. Gezamenlijk keren ze terug naar het rijk van koning Marc waar Isolde met de laatste moet trouwen, terwijl ze haar hart en haar maagdelijkheid aan Tristan heeft verpacht. Het is een begin van een zich in het gure Schotland afspelende Griekse tragedie met een noodlottige afloop.


Nieuw is het verhaal van Tristan en Isolde dus niet. Het is al vaker opgetekend door anderen. Wat Jacqueline Zirkzees versie vooral de moeite waard maakt is de levendige beschrijving van de personages. In tegenstelling tot de ietwat oppervlakkige personages uit de oude folklore, zijn haar Tristan en Isolde figuren zoals jij en ik. De spanning van hun liefde is voelbaar. Het sterke is ook dat karakters als koning Marc en de dienstmeid Barwen eveneens als echte mensen naar voren komen. Zo zou deze roman zich, ondanks de historische setting, net zo goed in deze tijd kunnen afspelen. Het taalgebruik verdient een verdere pluim; het is nergens oubollig en toch zou dit zomaar een klassieke roman uit de negentiende eeuw kunnen zijn. Jacqueline Zirkzee brengt een oude legende met veel gevoel voor detail tot leven. Het enige minpuntje is dat ze zich weinig artistieke vrijheid veroorlooft; ze volgt de oude legende keurig en voegt er weinig aan toe, misschien uit angst anders niet authentiek over te komen. Juist bij een historische roman als deze mag een auteur wel wat losser omspringen met de bekende feiten. Maar de conclusie blijft toch dat Het boek van Tristan en Isolde eenvoudigweg een pracht van een roman is die een tweede kans verdient.


Paperback l 278 Pagina’s l Uitgeverij Muntinga l 2006 l ISBN: 904176142X

© gordana, april 2006

Reageren? Klik hier!