Boekenarchief W-X-Y-Z

Igor Znidarsic

http://www.igorznidarsic.nl

Zie ook de Leestafelrecensies over de thrillers van Igor Znidarsic. 

 

De zevende zuster
Igor Znidarsic


Het begon allemaal met de Heracleum mantegazzianum, oftewel de reuzenberenklauw.  Een plant die wel vier meter hoog kan worden en ernstige allergische reacties zoals blaren en blindheid kan veroorzaken.


Simon ontdekt tientallen stekjes van deze gevaarlijke plant in zijn achtertuin. De bron van dit gevaar komt uit de tuin van de achterbuurvrouw, een zonderlinge vrouw van wie niemand ooit iets verneemt. Simon besluit ondanks de reputatie van zijn buurvrouw toch aan te bellen en te vragen of hij de plant uit haar tuin verwijderen mag en zo ontstaat voorzichtig aan een relatie. Wat complicaties geeft, want Simon is getrouwd. Keurig getrouwd, met twee kinderen, een rijtjeshuis, veel meer materiële zaken dan hij ooit van plan was te verzamelen en een baan waar hij met de dag ongelukkiger van wordt.
Van zijn huwelijk wordt hij trouwens ook al niet erg gelukkig. Hij had het allemaal zo anders in zijn hoofd, hij was idealist, kunstenaar, wilde de wereld veranderen, het anders doen en zich afzetten tegen het materialistische establishment met zijn marktwerkingen en zelfverrijking, maar het is er niet van gekomen.


Bij zijn achterbuurvrouw Eva herkent hij dat idealisme, ook zij wilde het anders doen, iets betekenen voor de wereld, haar diepste verlangen was mensen helpen en het verschil maken.
Ze sluit zich in haar jonge jaren aan bij de sekte God’s Loving Army, geleid door de charismatische John the Baptist en laat “het systeem” haar familie en haar hele bestaan achter zich om het evangelie van liefde en hoop te verspreiden en zoveel mogelijk zieltjes te winnen voordat de dag des oordeels komt.


De sekte blijkt van binnen minder liefdevol dan gedacht, er heerst een ijzeren discipline om wat werelds is uit te bannen en de liefde moet wel erg letterlijk gedeeld worden, met medebewoners, volgens een vast schema, en ook met kinderen.
Incest, misbruik, indoctrinatie en heropvoedingskampen voor kinderen die naar het systeem neigen, omdat ze bijvoorbeeld popmuziek luisteren, zijn binnen de sekte de normale gang van zaken.
Ook Eva vindt het lange tijd normaal en neemt zelfs een leidinggevende positie in, maar uiteindelijk breekt ze toch met de sekte. Ze heeft op dat moment zes kinderen van verschillende vaders. Kinderen met wie ze nu geen enkel contact meer heeft en van wie er nog twee bij Gods Loving Army verblijven.
Terug in de maatschappij is ze totaal vervreemd van alles en iedereen en kan totaal niet aarden.
Simon hoort beetje bij beetje haar verhaal met alle gruwelijkheden van dien aan, maar ziet ook haar ontworteling en ontheemding in het hier en nu.
Tegelijkertijd lokt ondanks zijn liefde voor Eva het thuisfront meer en meer.


De zevende zuster is een roman over liefde en idealisme. Over de onmacht van de liefde misschien ook wel. Over twee mensen die zich herkennen in hun verzet tegen de maatschappij maar daarin totaal andere keuzes gemaakt hebben.
De een heeft zich mee laten drijven op de stroom van de tijd en is in een burgermansbestaan terecht gekomen waarin hij totaal ongelukkig is, de ander heeft wél gekozen voor haar idealen, maar is daar diep teleurgesteld en beschadigd uit gekomen en heeft alles verloren wat ze had, inclusief zichzelf.


Erg sterk vond ik het wereldbeeld wat de schrijver neerzet, een wereld waar zowel Eva als Simon zich niet thuis in voelen...


“De generatie van de jaren zestig en zeventig kijkt achterom en maakt de balans op.  Gedeelde welvaart, persoonlijke vrijheid en de mogelijkheid om jezelf te ontplooien, daar hebben ze ooit voor gestreden. Een betere wereld voor iedereen. Maar ergens is het fout gegaan. Het ideaal is doorgeschoten. In egoïsme, hebzucht, een grote bek.
Het moet in de jaren tachtig begonnen zijn, toen het geloof in de maakbaarheid van de mens en de maatschappij haast onmerkbaar verdampte om plaats te maken voor marktwerking. Met lede ogen zag Simon aan hoe daarna in de jaren negentig alles tot product werd gedegradeerd, waar de vrije markt op los gelaten moest worden; de zorg, het onderwijs, de levering van elektriciteit, het openbaar vervoer, zelfs de spaarcenten en pensioenen van de burgers.
Ineens doken de apostelen van de vrije markt overal op en zij predikten winstmarges en consumentisme.
Hun schaamteloze motto greed is good werd hun aangereikt door een Hollywoodfilm.”


De opbouw van het boek zit goed in elkaar, het leest vlot, het gaat echt ergens over en de personages zijn goed uitgewerkt.
Muziek is een verrassende rode draad die vooral aan het einde van het boek met prachtige songteksten tot indrukwekkende passages leidt waarin alles bij elkaar komt. Dat de schrijver de hoofdpersoon laat verzuchten dat vrouwen geen verstand van muziek hebben zullen we hem derhalve maar vergeven.

De zevende zuster is de tweede roman van Igor Znidarsic. Dat er nog maar vele mogen volgen.


ISBN  978 90 78840589 paperback 250 pagina's Uitgeverij PMA september 2014

© Willeke, 29 december 2014

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Diepgevroren makrelen
Igor Znidarsic


Milan, een Tsjechische immigrant, droomt van een carrière als gerenommeerd schrijver. Hij wil niet langer de 'onzichtbare passant' zijn. Hij ziet zichzelf al lopen door zijn woonplaats Haarlem, mensen stoten elkaar aan, fluisterend... daar heb je Milan... Onbekende mensen zullen hem dan gedag zeggen want hij is die gevierde schrijver...


Hoe anders is de werkelijkheid. Milan, een hoogopgeleide man van dertig jaar, droomt al tien jaar zijn droom maar zijn manuscripten worden zonder uitzondering afgewezen. Hij woont in Haarlem-Noord waar hij twee armetierige kamers bij een hospita huurt. Hij wil per se geen vaste baan van 9 tot 5, daarin zou hij maar vastgeroest raken. Zo komt het dat hij via het uitzendbureau als schoonmaker werkt in een zusterflat. Irma, een kunststudente, werkt daar ook. Milan, die ooit een carrière als beeldend kunstenaar ambieerde maar inzag dat hij daarvoor niet voldoende talent bezat, vindt het prettig om met haar over kunst te praten. Zij wil wel eens wat van hem lezen, hij werkt momenteel aan zijn roman Icarus, en hij wil haar werk wel eens zien. Irma is van een elegante schoonheid, een vrouw die hij nooit zal kunnen hebben. Zij is alles wat Milan niet is. Als zij ergens binnenkomt valt ze onmiddellijk op, zij woont aan 'de Goudkust' in Haarlem, haar talent wordt wel gezien en erkend.

Veel verder dan één bezoekje komt Milan niet want natuurlijk heeft Irma al een vriend. Hij stelt zich tevreden met Annabel, hoewel ze zijn grote liefde niet is, hebben ze het samen prettig. En dan ontmoet hij Irma weer en zij blijkt tot zijn stomme verbazing nu wel in hem geïnteresseerd. Zijn vriend Abdul waarschuwt Milan, hij wordt gebruikt door Irma. Milan luistert niet... Annabel wordt gedumpt en Milan belandt in het paradijs. Maar na drie maanden in hogere sferen geleefd te hebben stort Milan weer ter aarde...  Abdul krijgt gelijk, Irma kiest voor haar ex, de kinderarts Mark.


Het leven wordt zwaarder, het uitzendbureau heeft steeds minder werk voor Milan. Hij klampt zich vast aan zijn literaire werk... Maar na het zoveelste ellendige baantje waar hij letterlijk doodziek van wordt, beseft hij dat het zo niet langer kan. Net als Icarus kan hij kiezen om te blijven proberen hoog te vliegen wat helemaal mis kan gaan of kiezen voor een aardser bestaan dat wel haalbaar is. Hij beseft dat hij nooit die gevierde schrijver zal worden, hij zal nooit een vrouw als Irma krijgen. De wanhoop is groot. Heeft alles nog wel zin? Hij knokt en vecht met zichzelf en zijn dromen en ambities.
Milan heeft het geprobeerd, maar greep te hoog, hij neemt uiteindelijk genoegen met minder hoge ambities en beseft dat je daar ook gelukkig mee kunt worden. De droom verdwijnt niet, blijft altijd bestaan, er zal ook altijd aan gewerkt worden maar het is geen uniek en zaligmakend doel meer. Hij wordt een succesvol journalist hoewel hij de journalistiek altijd als 'het zwakbegaafde broertje van de literatuur' zag.
En tot zijn verbazing merkt hij ook dat hij Annabel mist, wat hij toen door het najagen van zijn droom niet wilde zien, beseft hij nu, zij was het helemaal, maar wil zij hem nog wel?


Het boek is een semi-autobiografische ontwikkelingsroman.
Het prettige van dit boek is dat ondanks de worstelingen van Milan eindelijk eens niet de ongekende somberheid overheerst die bij veel andere Nederlandse schrijvers wel gebruikelijk is. Igor Znidarsic heeft het verhaal zo weten te schrijven dat het geen eindeloze lamlendigheid of gezeur wordt maar een verhaal over iemand die volwassen aan het worden is. Een man die probeert ondanks tegenslagen iets van zijn leven te maken. Als het boek uit is blijf je met een positief gevoel zitten.  Dat is voor mij de grote kracht van dit boek. Het laat op een milde, humoristische manier een mens zien met al zijn zwakheden en positieve eigenschappen die langzamerhand zichzelf accepteert zoals hij is. Het is puur genieten, een boek dat energie geeft.


Igor Znidarsic (54) is, net als Milan, een immigrant maar dan uit Slovenië. Hij wilde ook naar de kunstacademie. Hij woonde tot zijn drieëndertigste ook in Haarlem waar hij een minder prettige tijd had. Igor schreef eveneens zowel non-fictie als fictie. Met non-fictie had hij snel succes en hij schreef artikelen voor bijna alle grote Nederlandse kranten en bladen en was tien jaar hoofdredacteur van een vakblad over eten en drinken. Het fictie schrijven lag een tijd stil maar na een aantal jaren begon hij daar weer mee en er werd een verhaal gepubliceerd in het literaire tijdschrift Lava. Daarna schreef hij deze, uitstekende,  debuutroman Diepgevroren makrelen.


ISBN 9789078840220 Paperback 197 pagina's  Uitgeverij PMA mei 2011

© Dettie, 16 juli 2011

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altDiepgevroren makrelen
Igor Znidarsic


Igor Znidarsic is een immigrant uit Slovenië. Hij wilde naar de kunstacademie. Hij woonde tot zijn drieëndertigste in Haarlem. Igor kreeg met het schrijven van non-fictie snel succes en hij schreef artikelen voor bijna alle grote Nederlandse kranten en bladen en was tien jaar hoofdredacteur van een vakblad over eten en drinken.
Als je met deze wetenschap in je hoofd het boek begint te lezen over Milan, een immigrant, die naar de kunstacademie had gewild, en - eenmaal afgewezen, maar is gaan schrijven, dan is het lastig om ook niet de rest van het verhaal in ‘Diepgevroren makrelen’ als autobiografisch te beschouwen.
Milan neemt zichzelf voor om binnen een jaar een boek uitgegeven te hebben. Lukt het niet, nou, dan lijkt een sprong van een hoge flat aangewezen. Dat, of berusten in een saaie kantoorbaan.


‘Maar op de dag dat mijn banksaldo is gedaald naar welgeteld 0,04 euro en mijn portemonnee nog één laatste stuiver bevat, gebeurt er niets. De hemelen gaan niet open, de uitzendbureaus komen niet massaal met lucratieve aanbiedingen, de uitgevers bieden geen riante voorschotten, Annabel daalt niet neer om mij vergiffenis te schenken en Irma al helemaal niet om mij te verlossen uit mijn lijden.’


De ziel! En dan ook nog tot de ontdekking komen dat de vrouw waar hij verliefd op is, wèl succes heeft met haar beginnende kunst. Het wordt dus tijd voor de sprong of de saaie kantoorbaan. Wat het worden zal? Als ik flauw wil zijn, dan zeg ik dat het al in de eerste alinea van dit verslag staat, maar vooruit. Het boek is tenslotte geschreven als een fictieve roman.
Er mankeert niet veel aan de manier van schrijven, het is helaas het onderwerp waar ik niets mee heb. Weer een beginnend schrijver, die zijn eigen leven tot onderwerp kiest. Heeft hij geen duim waar een verhaal in zit? Heeft hij geen fantasie? Er zijn toch genoeg andere, interessantere onderwerpen om een mooi boek over te schrijven?


ISBN 9789078840220 | Paperback | 197 pagina's  | Uitgeverij PMA | mei 2011

© Marjo 27 februari 2012

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER