Boekenarchief W-X-Y-Z

Peter Zantingh

http://zanti.nl

 

altDe eerste maandag van de maand
Peter Zantingh


Boris heeft een obsessief-compulsieve stoornis – aldus de therapeut. Een dwangstoornis dus, hij moet bepaalde handelingen verrichten om verder te kunnen met zijn leven. Bij het alarm van de eerste maandag van de maand moet hij voor het alarm af gaat om twaalf uur alles wat hij bij zich heeft op tafel leggen. Zoals bij een veiligheidscontrole op een vliegveld: eerst al je spullen controleren, anders mag je niet mee.
Hij weet het: hij doet het zelf, zich die regels opleggen, ‘maar dat maakte ze niet minder noodzakelijk’. Hij wordt ongelukkig van oneven getallen, hij kan niet onder een paraplu lopen die een ander vast heeft.
Als het verhaal begint, is het weer een eerste maandag, en hij staat voor de deur bij zijn vader, met een koffer. Het is uit met zijn vriendin, ze zag het niet meer zitten zei ze.


‘Vind je dat we ruzie hebben?’ vroeg ik.
‘Ik vind niet dat we ruzie hebben, nee,‘ zei ze. ‘We hebben alleen – we hebben geen relatie meer.’


Sarah weet dan ook niets van zijn stoornis, en begrijpt logischerwijs vaak niet waarom hij dingen doet, of niet doet. Maar Boris legt niets uit. Hij pakt zijn spullen en vertrekt. En zijn vader laat hem onverwijld binnen, zegt ook weinig. Woorden zijn overbodig tussen deze twee mannen, die last hebben van een zelfde neurose, en elkaars gedrag herkennen.
Zijn vader stelt voor naar Praag te gaan, voor een korte vakantie. Even de zinnen verzetten.
Daar komen vader en zoon door het lot dichter bij elkaar. En nemen ze beslissingen.


Vader en zoon vertellen afwisselend hun kant van het verhaal, en dat is vanzelf niet hetzelfde verhaal. Soms gaan ze er van uit dat de ander wel weet wat hij bedoelt, dat de ander het wel begrijpt, terwijl dan blijkt dat het niet het geval is.
’Je weet met die jongen nooit zo goed waar hij allemaal aan denkt’, denkt de vader, iets wat logisch is. Kun je een ander ooit echt kennen? Zeker als je niet uitspreekt wat je bezig houdt.


Het boek gaat over intermenselijke communicatie, en dan speciaal tussen mensen die een stoornis hebben die dat zeer lastig maakt. De vader en de zoon herkennen elkaars gedrag, maar een buitenstaander lukt dat niet als zij er niet van weten.
Logisch.  Ik krijg sterk de indruk dat de schrijver zelf een dwangstoornis heeft dan wel er anderszins mee bekend is. Het is een ‘kleine’ roman. Hoewel het verleden er in flashbacks wel een rol speelt, blijft het binnen een korte tijdspanne. Het draait om twee personen, de anderen worden slechts genoemd. En hoewel er zeker mooie zinsneden in staan  - ‘ik verloor mijn moeder later pas, toen ik zag dat anderen er wel een hadden’-  blijft alles een beetje tam. Het lijkt wel een zelfhulpboek, maar dan in een leuke romanvorm.
Misschien moest Zantingh dit boek schrijven, maar nu het uit zijn systeem is, hoop ik dat een derde roman boeiender is.


ISBN 9789029589512 | Paperback | 224 pagina's | Uitgeverij Arbeiderspers| augustus 2014

© Marjo, 11 februari 2015

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altEen uur en achttien minuten
Peter Zantingh

‘Het rommelt aan mijn perspectief.’


Het boek beslaat een week uit het leven van vijf jonge mannen, wier leven op zijn kop wordt gezet door het bericht dat een van hen de hand aan zichzelf heeft geslagen. Op dat moment stuurde hij een laatste sms’je aan Johan, Dennis, Richard en Alex, zijn vrienden.


‘Hij leek te veel vreugde in zich te dragen om alles binnen tien jaar te hebben opgebruikt.’


Johan, de ik-verteller, ziet zijn leven langs  komen, de herinneringen aan Joey, de overledene, met de onbeantwoorde vraag ‘waarom?’.

Op zondag keert hij terug in het dorp ergens in West-Friesland, en in de dagen van de week tot de begrafenis vertelt hij over de groep jongens, die hun leven gedeeld hebben.


‘Elke voetbalwedstrijd, elke zomervakantie, elke zaterdagavond. Elke keer dat ik mijn flesje hier tegen dat van hen heb getikt. Het geluid van dat dikke bruine glas. Elke keer dat we tegelijkertijd een zwembad in sprongen. Doelpunten vierden. Verjaardagen vierden. Barbecues. Meisjes. Woordgrappen. Studio sport. Tuinstoelen. Kaartspellen. Koninginnedagen.

Zwart.’


Zo was hun vriendschap, hier draaide het om. Diepgaande gesprekken kwamen nauwelijks voor. Gevoelens delen, hun ziel blootleggen, daar was geen sprake van. Johan begint langzaam in te zien dat zij met hun vieren Joey dan misschien niet in de steek hebben gelaten, maar zeker geen hulp hebben geboden op de momenten dat hij er om vroeg. Zijn zij schuldig? Hadden zij het kunnen voorkomen?
Johan is de enige die studeert, de anderen zijn na de middelbare school aan het werk gegaan. Had hij meer moeten bieden? Kunnen bieden? Het is achteraf praten: hij was er niet alleen niet voor geestelijke steun, hij was er ook fysiek steeds minder. Punt. Hij heeft het er moeilijk mee, tot na de begrafenis. Dan keert hij weer terug naar zijn studentenleven.


Peter Zantingh schreef dit verhaal naar aanleiding van een bericht in de krant. In West-Friesland plegen drie keer meer jongeren zelfmoord. Zantingh last één keer een algemene verteller in, even is het verhaal algemeen, niet meer het persoonlijke verhaal van een fictieve verteller.
Als dit boek een antwoord is op die vraag, blijft er een nog dringender vraag open: wat kun je er aan doen? In deze maatschappij viert de oppervlakkigheid hoogtij. Vriendschap is niet meer dan camaraderie, men gaat met elkaar om, maar kent elkaar niet. Gevolg: eenzaamheid.


Het boek kijkt je aan. Een bril met een dorpje en een landschap erin weerspiegeld. Op een uur en achttien minuten afstand ligt het verleden, daar ligt je schuld.


Het is maar de vraag of je met een boek als dit discussie oproept, of je iets toevoegt aan eventueel rumoer. Er zijn prachtige stukjes (vooral het stukje over Johans moeder, dat is een verhaal op zich, mooi!!) en het is geschreven in een snelle makkelijke stijl, jammer genoeg ontsierd door enkele spellings- en vormfouten. Het is een verhaal, waar je tussen de regels door moet lezen, de lezer mag invullen. Maar waarschijnlijk doe je net als de hoofdpersoon: je gaat verder met je leven.
Het is behalve een boek over schuld, ook een boek over volwassen worden zou kunnen noemen. Vijf jongens die hun weg in het leven zoeken, ieder op een eigen manier. En eentje kon die weg niet vinden.


ISBN 9789029578455| Paperback | 208 pagina's | Arbeiderspers | oktober 2011

© Marjo, 28 november 2011

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER