Boekenarchief W-X-Y-Z

Jeanette Winterson

http://www.jeanettewinterson.com


 

De Schemerpoort
Jeanette Winterson


Jeanette Winterson (Manchester, 1959) is sinds haar debuut Oranges are not the only fruit (1985), die haar de Whitbread Prize opleverde, een geliefd auteur. Is haar debuut nog sterk autobiografisch, haar latere werk kenmerkt zich door postmodernisme, waarvan het meest in het oog springende kenmerk is het in twijfel trekken van vaststaande ideeën over waarheid en authenticiteit. Ze schrijft naast romans o.a. essays en kinderboeken en speelt daarin graag met de begrippen tijd en ruimte, fictie en werkelijkheid.


De Schemerpoort is de tijd tussen daglicht en avond waarbij het volgens de overlevering mogelijk is een blik te werpen in een andere tijd; om in contact te komen met wat niet bestaat.


Pendle Hill is een desolaat oord in het noorden van Engeland van waaruit je het hele graafschap Lancashire kunt zien. Het is woest land, donker, dreigend en niet te temmen. Hier heeft in 1612 een groot heksentribunaal plaatsgevonden, opgetekend door de jurist Thomas Potts, die in dienst was van de papenhatende koning James I. Zijn geschrift 'The Wonderfull Discoverie of Witches in the Countie of Lancaster' wordt beschouwd als de beroemdste en meest gedetailleerde beschrijving van een heksengericht. Het is de tijd waarin het levensgevaarlijk is om af te wijken van de norm. Een bochel of scheve ogen kon al genoeg zijn om je in de kerkers te doen belanden, waar je werd geradbraakt, gemarteld, gevild, de ogen uitgestoken – alles om je tot een bekentenis te dwingen, waarna executie wachtte.


Alice Nutter is een welgestelde vrouw, die jarenlang in Londen heeft gewoond waar ze heeft samengewerkt met een alchemist. Hoewel het protestantisme tot staatsgodsdienst is verheven, is bijgeloof wijdverbreid in alle lagen van de bevolking. Niemand is veilig wanneer de verdenking van hekserij op je is gevallen, zelfs niet wanneer je geld hebt. Alice is een wat oudere vrouw, maar ze ziet er dankzij een elixer nog prachtig uit. Dat wekt argwaan op; net als de bescherming die zij biedt aan een haveloze familie, armer dan arm. Zij heeft hiervoor haar redenen, - de mater familias Elizabeth Southern was vroeger haar vriendin - er wordt echter gefluisterd dat Elizabeth een heks is en de mensen zijn bang voor haar. Wanneer een boer ziek wordt en de schuld bij Elizabeth en haar familie wordt gelegd, slaat de vlam in de pan met grote gevolgen. 


Jeanette Winterson brengt dat allemaal in korte, heftige hoofdstukken tot leven. Hoewel ze zich ook enige dichterlijke vrijheden permitteert, drukt ze haar lezers met de neus op de feiten van de donkere Middeleeuwen. De grote armoe, de willekeur, het grove onrecht of, zoals Winterson het beschrijft: 'Alleen mensen kunnen weten wat het is om een mens te ontdoen van het menselijke'. Een ander mooi citaat wordt aan Shakespeare toegedicht; die ook zijn opwachting maakt in het boek: 'Maar, mevrouw, zorg dat u niet te ver van de werkelijkheid wordt gezien die zichtbaar is voor anderen, of u zult worden beschuldigd van de werkelijkheid die zichtbaar is voor u'.


Fascinerende roman, geschreven in een prachtige, tot de verbeelding sprekende stijl. Omdat het boek geen thriller is in de gewone zin van het woord, is het niet goed mogelijk spanning en plot te beoordelen. Voor de rest kan ik alleen maar zeggen: lees en huiver.   


(Tot op de dag van vandaag spreekt het duistere, waargebeurde verhaal van de heksen van Pendle tot de verbeelding en komen er toeristen op af. Er zijn boeken over geschreven en via websites zijn poppetjes te koop van Alice Nutter, Elizabeth Southern en de andere slachtoffers van die vreselijke tijd.)


ISBN 9786025440442 | Paperback | 189 pagina's | Uitgeverij Atlas Contact | maart 2013
vertaald door Lidwien Biekmann

© Janneke Bouwman, 21 november 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De passie


Laatst probeerde ik "sexing cherries" van Jeanette Winterson en vond het een vreselijk boek, zonder kop of staart. "Men" zei dat ik toch "Passie" eens moest lezen, dat zou zo mooi zijn...
En "men" heeft niets teveel gezegd. "Passie" is heel anders, het leest als een trein, het brengt de lezer in verleiding een zin of alinea een tweede keer te lezen omdat het zo mooi is, het is een boek dat je helemaal meesleurt in verhalen over oorlog en liefde, terwijl ook zeker de humor niet ontbreekt!


Een uitspraak van een priester:


"als je dan toch voor iemand moet werken, kun je dat maar het beste voor een afwezige baas doen".


Of deze:


"Ze vertelde me dat ze een baby verwachtte maar dat ze niet met me wilde trouwen.Hoe kan dat nou? Ik wil wel wel met haar trouwen, maar ik verwacht geen baby van haar."


In het eerste hoofdstuk maken we kennis met een jonge soldaat, Henri, die gepassioneerd raakt door Napoleon. Hem volgt hij tot in de bijtende kou van Rusland. De jongen is eigenlijk geen soldaat maar kok, hij verzorgt de dagelijkse kip. Napoleon eet niets anders. Hij ziet zijn kameraden sneuvelen, vaak voor niets, hij ziet hoe Napoleon maar doorgaat, zijn mannen gebruikt als waren het geen mensen van vlees en bloed, en hoe er steeds maar jonge jongens bijkomen. Maar in Rusland heeft hij er schoon genoeg van: hij loopt weg.


In het tweede hoofdstuk zijn we in Venetië, waar Villanelle in het casino werkt, nu eens als haarzelf, dan weer als jongen verkleed. Zij is de dochter van een gondelier. Gondeliers hebben zwemvliezen en Villanelle doet nooit haar schoenen uit..
Het leven is gokken, en na ieder spel is er weer een ander spel. Helaas wordt er ook met haar gespeeld, ze wordt verkocht aan Franse officieren, en belandt aan het front in Rusland.
Jullie snappen het al: in het volgende hoofdstuk komen deze twee samen, maar helaas: geen "lang en gelukkig" voor hen...


Natuurlijk wordt er over passie gesproken: passie voor kip, passie voor Napoleon, passie voor gokken en nog veel meer...


ISBN 9025417345 Ingenaaid, 214 pagina's Verschenen: mei 2004 Uitgeverij Contact
Oorspronkelijke titel: The Passion Vertaler: Geertje Lammers

© Marjo

Reageren? Klik hier!

 

De passie


Het eerste hoofdstuk alleen al deed me glimlachen. Napoleon en zijn passie voor kip, ik vond het een leuke invalshoek om een boek mee te beginnen. Het gegeven komt sporadisch terug, maar steeds onder andere gedaanten.


Jeanette Winterson laat in De Passie twee levens die eerst los van elkaar staan en elkaar dan sporadisch kruisen, zich verstrengelen. Zo leren we Henri kennen, een jonge soldaat die het privilege heeft Napoleon zijn kip te mogen brengen. Zo groot als Napoleons liefde voor kip is, zo groot is de liefde van Henri voor Napoleon. Prachtig overigens, hoe hij vertelt dat ze hem blind volgden, niet in twijfel trokken: als hij zei “spring”, dan sprong zijn hele leger, de dood tegemoet als dat moest. Met zo’n leger kan je je als lezer wel voorstellen dat Napoleon een erg inspirerende figuur moet zijn geweest en dat “après moi le déluge” in zijn mond geen holle woorden waren. We komen te weten hoe het leger optrekt, het de ene overwinning na de andere behaalt, ook al is het soldatenleven hard.


Henri heeft het niet zo op de geneugten van de gemiddelde soldaat, hij is anders, en dat voel je onmiddellijk. Ik denk dat de situaties die hij schetst niet zo verschillen van die vandaag de dag. De vertwijfeling die hem bij momenten overvalt, de onmacht om iets te kunnen veranderen op je eentje, de enkele kostbare vriendschappen die je koestert omdat al de rest om je heen komt en gaat. Dat wordt vooral duidelijk als Napoleon niet zo onoverwinnelijk blijkt en fouten maakt in zijn beoordelingen. Plots wordt hij een leider die ook falen kan, en ook al hebben de soldaten het in het begin moeilijk om dat onder ogen te zien, de Russische winter kan onmogelijk weggemoffeld worden.
Het is in die Russische winter dat Henri besluit ervandoor te gaan. De liefde die hij voelde voor Napoleon is omgeslagen in haat, een spijtige haat die voorkomt uit ontgoocheling. Onderweg leert hij Villanelle kennen, die als prostituee in het leger werkt en uit Venetië afkomstig blijkt. Het is een taaie tante en erg vindingrijk en hij gaat ontzettend veel van haar houden.


Intussen zijn we als lezer ook al op de hoogte van de ontwikkelingen die Villanelle daar hebben doen belanden. Ze werd als bijzondere dame geboren, met de gondeliersvliezen tussen haar tenen, iets wat eigenlijk alleen maar voorkwam bij mannelijke gondeliers. Die vliezen stelen haar in staat om op water te lopen, iets wat ze nooit doet. Omdat ze als meisje het brood niet kan verdienen als gondelier werkt ze bij een soort casino, omdat ze eigenlijk gek is op de passie waarmee bepaalde spelers alles in kunnen zetten, met de kick en de angst alles te kunnen verliezen. Zelf wordt ze hopeloos verliefd op een wat oudere dame en ze hebben een korte, stormachtige relatie. Uiteindelijk trouwt ze echter nogal ongelukkig, en het is die man die haar verkoopt als prostituee in het leger. Eenmaal uit Rusland weg, besluiten de twee naar Venetië te gaan, een vreemde stad waar ook Henri van leert te houden, zij het op zijn manier. Helaas lopen ze de zo gevreesde echtgenoot tegen het lijf en raar maar waar, ook Henri blijkt hem te kennen. De gevolgen van die ontmoeting zijn niet te overzien…


Prachtig verhaal met wondermooie zinnen en knappe ideeën omtrent het thema. Ik vind erg mooi hoe op het einde de passie niet echt verdwijnt, maar eerder door Henri bevroren lijkt te worden onder een laagje dauw dat hem zijn rust moet schenken. Een echte aanrader!


Paperback | 214 Pagina's | Poema pocket | 2e Druk | 2005 ISBN: 9046700526

© Elvira, januari 2007

Reageren? Klik hier!

 

De passie


De Passie is het verhaal van Henri en Villanelle.
Het verhaal begint in 1804. Henri is een van de keukenbedienden van Napoleon, speciaal aangesteld om de kip te serveren, want daar is Napoleon gek op. Villanelle is de dochter van een gondelier in Venetië. Zij gaat werken in het casino aldaar. Na een onstuimige liefdesrelatie met een getrouwde vrouw besluit Villanelle toch maar te trouwen om vervolgens door haar echtgenoot aan het Franse leger verkocht te worden om te dienen als vertier voor de generaals. Zo ontmoeten Villanelle en Henri elkaar tijdens Napoleon’s tot mislukking gedoemde veldtocht in Rusland in 1813. Ze zien de soldaten één voor één sterven door de honger en de kou. Henri’s liefde voor Napoleon slaat om in haat. Op een dag besluit Henri te deserteren en samen met Villanelle loopt hij van Rusland, via Polen en Oostenrijk naar Italië, alwaar ze onderdak vinden bij Villanelle’s ouders in Venetië.


Ik vond dit een prachtig boek. Het mooiste dat ik in tijden heb gelezen. De beschrijvingen, m.n. van Venetië, zijn zo mooi. Elke zin is een juweeltje, er staat geen woord te veel in. Het verhaal is meeslepend, rijk in sfeertekening, heel beeldend. Zoals gezegd speelt het verhaal zich af in de tijd van Napoleon. Echte feiten en verzinsels lopen dwars door elkaar heen, maar dat is nooit storend. Sommige dingen kunnen helemaal niet (iemand die geen hart meer heeft en toch gewoon doorleeft totdat zij haar hart jaren later weer terugkrijgt), maar het is de verdienste van de schrijfster dat je hier toch gewoon in mee gaat. Er zitten veel verwijzingen in naar de katholieke kerk, naar religie in het algemeen, naar grote gebeurtenissen in de geschiedenis, naar literaire werken. Er zit veel (zwartgallige) humor in. Maar bovenal is dit natuurlijk een verhaal over passie in velerlei vormen. Echt heel indrukwekkend.


p.42-43: Ik weet niet hoe het komt dat het ene soort donker zo verschillend kan zijn van het andere. Echt donker is dikker en stiller, het kruipt in de ruimte tussen je jas en je hart. Het komt in je ogen. Als ik ’s avonds laat nog de deur uit moet, ben ik niet bang voor een mes of een trap, al zijn die er genoeg achter muren en heggen. Ik ben bang voor het Donker. Jij, die daar zo vrolijk loopt te wandelen terwijl je een deuntje fluit, blijf eens vijf minuten stilstaan. Stilstaan op een veld of een pad. Dan weet je opeens dat je daar alleen maar wordt gedoogd. Het Donker laat je telkens maar één stap nemen. Stap en het Donker sluit zich achter je rug. Vooruit kun je niet, tenzij je ruimte maakt voor jezelf. Donkerte is onverbiddelijk. Lopen in het Donker is zoiets als zwemmen onder water, je kunt alleen niet boven komen om adem te halen. Lig stil ’s nachts en het Donker voelt zacht aan, het is gemaakt van molshuid en je wordt er o, zo zacht onder bedolven.

p.82: Ergens tussen het moeras en de bergen. Ergens tussen angst en seks. Ergens tussen God en de Duivel ligt passie en de weg erheen is snel en de weg terug is nog erger.

p.97-98: Met de dood voor ogen slaat je passie voor het leven nergens meer op, je kunt je passie alleen maar opgeven. Alleen dan kun je beginnen met overleven. En als je weigert? Als je iets zou voelen voor iedere man die je had vermoord, elk leven dat je in tweeën had gebroken, elke geduldige en moeizame oogst die je vernietigd had, elk kind waar je de toekomst van stal, dan zou gekte haar strop om je nek werpen en je meevoeren naar het donkere bos waar de rivieren vergiftigd zijn en de vogels zwijgen.

p.156: De doden zijn dood, aan welke kant ze ook vochten.

p.176: De steden van het innerlijk zijn uitgestrekt, zijn op geen enkele kaart te vinden.

p.178: Ze vertelde me dat ze een baby verwachtte maar dat ze niet met me wilde trouwen. Hoe kan dat nou? Ik wil wel met haar trouwen maar ik verwacht geen kind van haar.

p.181: We zijn er bang voor. We zijn bang voor passie en lachen om te veel liefde en hen die te veel liefhebben. En toch hunkeren we naar gevoel.

p.186: Ik blijf schrijven zodat ik altijd iets te lezen heb.


Paperback | 214 Pagina's | Poema pocket | 2e Druk | 2005 ISBN10: 9046700526

© Sarah, maart 2006

Reageren? Klik hier!