Boekenarchief W-X-Y-Z

De passie


Het eerste hoofdstuk alleen al deed me glimlachen. Napoleon en zijn passie voor kip, ik vond het een leuke invalshoek om een boek mee te beginnen. Het gegeven komt sporadisch terug, maar steeds onder andere gedaanten.


Jeanette Winterson laat in De Passie twee levens die eerst los van elkaar staan en elkaar dan sporadisch kruisen, zich verstrengelen. Zo leren we Henri kennen, een jonge soldaat die het privilege heeft Napoleon zijn kip te mogen brengen. Zo groot als Napoleons liefde voor kip is, zo groot is de liefde van Henri voor Napoleon. Prachtig overigens, hoe hij vertelt dat ze hem blind volgden, niet in twijfel trokken: als hij zei “spring”, dan sprong zijn hele leger, de dood tegemoet als dat moest. Met zo’n leger kan je je als lezer wel voorstellen dat Napoleon een erg inspirerende figuur moet zijn geweest en dat “après moi le déluge” in zijn mond geen holle woorden waren. We komen te weten hoe het leger optrekt, het de ene overwinning na de andere behaalt, ook al is het soldatenleven hard.


Henri heeft het niet zo op de geneugten van de gemiddelde soldaat, hij is anders, en dat voel je onmiddellijk. Ik denk dat de situaties die hij schetst niet zo verschillen van die vandaag de dag. De vertwijfeling die hem bij momenten overvalt, de onmacht om iets te kunnen veranderen op je eentje, de enkele kostbare vriendschappen die je koestert omdat al de rest om je heen komt en gaat. Dat wordt vooral duidelijk als Napoleon niet zo onoverwinnelijk blijkt en fouten maakt in zijn beoordelingen. Plots wordt hij een leider die ook falen kan, en ook al hebben de soldaten het in het begin moeilijk om dat onder ogen te zien, de Russische winter kan onmogelijk weggemoffeld worden.
Het is in die Russische winter dat Henri besluit ervandoor te gaan. De liefde die hij voelde voor Napoleon is omgeslagen in haat, een spijtige haat die voorkomt uit ontgoocheling. Onderweg leert hij Villanelle kennen, die als prostituee in het leger werkt en uit Venetië afkomstig blijkt. Het is een taaie tante en erg vindingrijk en hij gaat ontzettend veel van haar houden.


Intussen zijn we als lezer ook al op de hoogte van de ontwikkelingen die Villanelle daar hebben doen belanden. Ze werd als bijzondere dame geboren, met de gondeliersvliezen tussen haar tenen, iets wat eigenlijk alleen maar voorkwam bij mannelijke gondeliers. Die vliezen stelen haar in staat om op water te lopen, iets wat ze nooit doet. Omdat ze als meisje het brood niet kan verdienen als gondelier werkt ze bij een soort casino, omdat ze eigenlijk gek is op de passie waarmee bepaalde spelers alles in kunnen zetten, met de kick en de angst alles te kunnen verliezen. Zelf wordt ze hopeloos verliefd op een wat oudere dame en ze hebben een korte, stormachtige relatie. Uiteindelijk trouwt ze echter nogal ongelukkig, en het is die man die haar verkoopt als prostituee in het leger. Eenmaal uit Rusland weg, besluiten de twee naar Venetië te gaan, een vreemde stad waar ook Henri van leert te houden, zij het op zijn manier. Helaas lopen ze de zo gevreesde echtgenoot tegen het lijf en raar maar waar, ook Henri blijkt hem te kennen. De gevolgen van die ontmoeting zijn niet te overzien…


Prachtig verhaal met wondermooie zinnen en knappe ideeën omtrent het thema. Ik vind erg mooi hoe op het einde de passie niet echt verdwijnt, maar eerder door Henri bevroren lijkt te worden onder een laagje dauw dat hem zijn rust moet schenken. Een echte aanrader!


Paperback | 214 Pagina's | Poema pocket | 2e Druk | 2005 ISBN: 9046700526

© Elvira, januari 2007

Reageren? Klik hier!