Boekenarchief M

Ingewikkeld kind

 

Dit boek heb ik al een paar weken geleden gelezen en vanaf die tijd loop ik te denken op welke manier ik duidelijk kan maken hoe dit boek is. Ik ga dus nu een poging wagen.

 

Het is het verhaal vertelt door Carol, een meisje van tien. Ze heeft donkere krullen en 'iets wilds' in haar blik. Ze is een nakomertje, 'onze beste' volgens haar vader én oom Frans.
Het verhaal (vroeg jaren zestig) begint met de grote zomervakantie en eindigt op het eind van die vakantie.
"Voor een kind is de vakantie horen, zien en zwijgen. Alles horen en alles zien want alles gebeurt in de vakantie. (Maar je moet niet alles geloven, zegt mijn moeder. Niet wat je hoort, niet wat je ziet.) En zwijgen.
Als ik in september een opstel schrijf, zijn mijn eerste regels: 'De vakantie is voorbij. Ik heb gespeeld, gefeest, gelachen naar het vogeltje. Omdat het wegvloog zijn niet alle foto's even scherp.'"
Het niet scherp zijn kan je symbolisch zien... Er gebeurt erg veel in deze vakantie tot het, voor Carol, schokkend eind aan toe.
Een kind van tien ziet inderdaad veel en begrijpt lang niet alles.
Carol vertelt over de zondagse bezoeken aan de kerk en aan haar zus Maartje, die in een gesticht zit. Daar gaat zij, met haar moeder en oom Frans, want hij heeft een auto, naar toe. Vader en broer Rik willen nooit mee.
Vader blijft een redelijk vaag figuur in het boek.
"Het is zaterdagochtend. Mijn vader heeft zijn nette pak aan. Nu hij verkozen is tot iets waarvoor hij een zondags pak aan moet om te vergaderen, trekt hij dat op bepaalde zaterdagen aan."[...]
Langs de voordeur komt een echte meneer naar buiten, met een tas waarin geen boterhammen en geen drinkbus horen. Mijn vader.
Hij gaat vergaderen."
Carol lijkt niet op haar vader.

 

Oom Frans is een beetje zielig, tante Roosje heeft hem eruit gegooid. Nu gaat hij een badkamer bouwen bij Carol thuis. Oom Frans vindt het prettig als Carol bij hem op schoot komt zitten en vraagt soms een zoen als hij haar wat geld geeft. Carol vindt oom Frans heel erg leuk en aardig, je bent precies je moeder, vindt hij...
Carols vader heeft weinig in te brengen, hij laat haar moeder haar eigen gang gaan totdat ze het tuinhuis van mevrouw de commissaris krijgt...
Als mijn vader thuiskomt, hebben we een tuinhuis, achter in de tuin, onder de perenboom. Hij gaat aan tafel zitten. Mijn moeder brengt, op een dienblad, een glas bier met een schaaltje kaasblokjes. Ik krijg limonade. 'Een aperitiefje,' zegt ze. 'Prosit!'
Mijn vader schudt het hoofd. 'Een aperitief? Waar is dat goed voor? '[..]
Carol, zeg jij het. Dat het een beetje feest is omdat we zo'n mooi tuinhuis hebben. Gekregen.'
Tegen Carol zegt hij even later 'Zo'n tuinhuis, Carol, dat is toch niets voor ons?'
Moeder heeft stof gekocht voor de kussens en oom Frans heeft het opgebouwd. Er komen gordijntjes, kussens, en damesbezoek... om het tuinhuis te bewonderen. Vader ziet alles met lede ogen aan en dan barst de bom...

 

Het verhaal bestaat uit de beschouwingen van Carol met hier en daar een zeer volwassen ondertoon. De hoofdstukken gaan vooraf met korte stukjes waarin iemand het kind beschouwt. Het is de tijd van het fatsoen, het burgermoraal, het zich beter voor willen doen, de zondagse kerkbezoeken. Moeder maakt constant kleren voor Carol, van patronen uit de Burda. Vader probeert hogerop te komen.
Het kind: 'Waarom zegt iedereen mevrouw de commissaris tegen mevrouw de commissaris?"
De moeder: 'Ze stelt dat op prijs. Het is een titel.
Het kind: 'Waarom noem niemand jou mevrouw de arbeider?'
De moeder: 'Dat is geen titel.'
Het kind: 'Hoezo?'
De moeder: 'Je bent te klein om dat te begrijpen.'
Alles draait om 'Wat zullen de mensen er van zeggen'.

 

De ondertoon van het verhaal is broeierig, er worden steeds toespelingen gemaakt op het ontluikende lichaam van Carol. Zij zelf bekijkt haar blote lijf. De arts houdt iets te lang zijn hand op haar bil, oom Frans die een zoen wil.
Maar ook in de relatie tussen de ouders broeit het. De moeder die vreemd doet, de ouderlijke slaapkamerdeur die af en toe dicht is, vader en moeder die ruzie maken. Oom Frans met zijn toespelingen...
En dan gebeurt het...

 

Een heel apart boek, er worden korte zinnen gebruikt zoals een kind doet, waardoor het verhaal natuurlijk overkomt. Af en toe is het humoristisch maar niet te overdreven komisch. In mijn ogen zeker een kanshebber voor de debutantenprijs.

 

Paperback | 185 Pagina's | Em. Querido's Uitgeverij maart 2008 ISBN10: 9021433893 | ISBN13: 9789021433899

© Dettie, mei 2008

Reageren? Klik hier!