Foute man
Op de kaft van het boek staat een 'foute man' afgebeeld. Keurig wit jasje, witte broek, stropdas... blote voeten in een soort sandalen en strooien hoed met rafelrandjes, donker keurig geknipt haar, doorkomende baard en snor en zongebruind.
Rogier de Jong (29) is ook zo'n 'foute man'.
Maar wie is Rogier nu werkelijk?
Zo'n vraag zou hij zichzelf nooit stellen: hij dacht weinig over zichzelf na, hoe vaak hij ook voor de spiegel stond. Hij koesterde een welbehagen in zichzelf en zijn rol in de wereld, zodat zijn neiging tot zelfreflectie gering was, maar als je zijn vrienden gevraagd had om Rogier in één woord te definiëren, dan hadden ze meteen gezegd dat hij een playerwas.
Rogier weet dat hij bij de 'vrouwtjes' in trek is, hij komt ergens binnen en ziet gelijk wie voor hem valt. Hij had liever dat hij meer moeite moest doen, moest jagen!
Bijna elke vrijdag gaat hij met Joost en Huib op stap. Joost is Rogiers beste vriend, hij versiert de 'minder mooie exemplaren' en Huib is een vriend van Joost. Huib is een nerd, volgens Rogier, hij spreekt te beschaafd, heeft literaire ambities, praat altijd over boeken en kan geen vrouw versieren.
Maar dan vraagt Huib hem mee naar een verjaardagsfeest van ene Marieke van Leeuwen (30).
Op het feest aangekomen constateert Rogier: "Een echt raspaardje, het resultaat van een verstandige teeltkeus en goede opvoeding. [...] Marieke was een vrouw om langdurig op te kauwen."
Het raspaardje laat zich echter niet intimideren door Rogier en dat is hij niet gewend. Marieke blijft door zijn hoofd spoken, hij probeert informatie in te winnen bij Huib maar wordt daar ook niet veel wijzer van. Kortom, Rogier kan eindelijk jagen.
En dan ziet hij een boek liggen getiteld Waarom vrouwen vallen voor foute mannengeschreven door... Marieke van Leeuwen en daarin staat Rogier beschreven (met foto) als een heel foute man.
Dit gegeven zet Rogiers leven op zijn kop.
Daarna volgt een kat en muis spel tussen Marieke en Rogier
Het bovenstaande zou zo een verhaal voor een chicklit kunnen zijn. De sexy knappe man, de mooie vrouw, hij is veel bezig met uiterlijke zaken, er is erotiek en vooral... het spelletje krijgen ze elkaar wel of niet. Maar Martin Snijder heeft er iets heel anders van gemaakt. Hij voegt het commentaar van een schrijver toe.
Bepaald sympathiek is hij niet, de held van deze geschiedenis, die de naam Rogier heeft gekregen. De schrijver die gelukkig getrouwd is en zijn vrouw in alle opzichten als zijn gelijke beschouwt, doet dan ook met lichte tegenzin verslag van de wederwaardigheden van zijn personage. Als hij behalve die lichte tegenzin niet ook lichte symapthie voelde, zou hij het boek op deze bladzijde afgebroken hebben.
Gelukkig heeft 'de schrijver' het verhaal niet afgebroken. Hij speelt een spel met de personages en met het schrijfproces. De ene keer heeft 'de schrijver' alles strak in de hand, hij geeft commentaar op zijn personages, denkt na over het verdere verhaal, hij heeft de regie, maar dan gaat het verhaal met hém op de loop. Is hij eigenlijk wel 'de schrijver'? Is Rogier wel een player of is Huib de player, of 'de schrijver' zelf? Bestaat 'de schrijver' wel? Is 'de schrijver' zelf fictie?
Door dit spel met de personages en eigenlijk met de lezer is het een humoristisch, boeiend en apart verhaal geworden. Elke keer opnieuw wordt je verrast.
Martijn Meijer schrijft in directe taal, hij sneert, daagt uit, zet je op het verkeerde been, schudt je door elkaar.
Conclusie: Een zeer aangenaam, onderhoudend en bijzonder boek.
ISBN 9046803627, Ingenaaid, 222 pagina's Verschenen: februari 2008 Uitgeverij: Nieuw Amsterdam
© Dettie, maart 2008
Reageren? Klik hier!
Arthurs Apocalyps
Er zal wel een reden zijn waarom het boek "Arthurs apocalyps' heet, maar aan mij is het niet duidelijk. In feite is de ondergang van de wereld niet iets waar Arthurs in gelooft, iedere Messias is een valse Messias, zegt hij. Want alleen de verwachting telt, niet de verwezenlijking.
Wat heeft Arthurs dan met de apocalyps te maken? Hij krijgt een brief van jeugdvriend Onno, waarin deze schrijft dat hij in Amerika heeft gevonden wat hij zocht. Hij is uitverkoren, hij heeft zijn levensopdracht gevonden. In een naschrift staat:
"Arthur, er staat iets enorms te gebeuren. Niets zal meer hetzelfde zijn. Over een paar maanden al. De wereld zal beven, de zon zal zwart worden en de maan van bloed. Je bent gewaarschuwd."
En al staat er in de brief dat Arthur niet moet komen, hij gaat toch. Hij doet wat hij als kind ook al deed: Onno volgen. Op school waren ze allebei buitenstaanders, waardoor ze elkaar vonden. Onno praatte, en Arthur, labiel en onzeker, deed. Na school gaan ze allebei studeren, waarbij Arthur zijn eigen plekje min of meer vindt, terwijl Onno de nihilist uithangt.
Nu, in Amerika, vindt Arthur dat hij niet onnadenkend Onno moet volgen, maar hij keert zich tegen Onno, die volgens hem onder kwade invloed staat van een (valse) Messias.
Een warrig boek. Aanvankelijk lijkt het een wordingsroman te worden, het verhaal van het volwassenworden van twee jongens, maar helaas is het dat niet helemaal. Al snel verzandt het in het verhaal van een terroristische dreiging van een gevaarlijke sekte. De karakters van Onno en Arthur komen ook niet echt uit de verf, jammer.
Uitgever: Nieuw Amsterdam 216 bladzijden ISBN 9046800288
© Marjo, maart 2006
Reageren? Klik hier!
Arthurs Apocalyps
Arthur zit in het vliegtuig, onderweg naar Onno die tegenwoordig in Denver woont. Dit naar aanleiding van een brief van Onno die Arthur verontrustte.
Arthur en Onno zijn vanaf hun jeugd vrienden. Allebei buitenbeentjes zijnde vonden ze elkaar op het schoolplein en raakten al gauw, bijna onafscheidelijk, bevriend. Onno houdt enorme redevoeringen en Arthur luistert bewonderend. Onno zegt welke boeken Arthur moet lezen en Arthur leest ze.
Beiden raken verliefd op hetzelfde meisje maar Irene vindt Arthur leuker. Omwille van de vriendschap begint Arthur niets met Irene maar volgens Onno was dit het begin van het einde.
In hun studietijd verwatert de vriendschap. Arthur is een serieus student maar Onno keert zich van alles af. Hij eet zich kogelrond om "de leegte te kunnen vullen". Hij leeft voornamelijk in zijn kamer en van daaruit geeft hij zijn cynische oordeel over de wereld. Arthur komt erachter dat Onno's wijsheid voornamelijk uit boeken komt, de welbespraaktheid en kennis wat hij eerst zo bewonderde in Onno blijken letterlijk citaten uit boeken te zijn. De vrienden zien elkaar in die tijd nog maar zelden.
Onno vertrekt naar Amerika en ontmoet daar Gordon King, een sekteleider die een enorme fascinatie voor Hitler heeft. Onno wordt zijn volgeling. In zijn brief naar Arthur vertelt hij dat er iets groots staat te gebeuren, niets zal daarna meer hetzelfde zijn. Onno heeft het licht gezien. Dit is wat Arthur verontrust en hem doet besluiten naar Denver te vertrekken.
Arthur ontmoet Gordon King en raakt niet onder de indruk van zijn 'charisma'. Hij ziet dat het een fanatieke man is, uit op eigenbelang. Arthur weet dat hij moet ingrijpen. Aan het eind komen er nog enkele verwijzingen naar de bijbel. (omdat Hitler gezien wordt als de antichrist?) De apocalyps die zal gaan plaatsvinden wordt gestart met een kus van 'Judas' Onno. Flink onder de drugs krijgt Arthur een gevoel van goddelijke openbaring enz. enz.
De apocalyps loopt met een sisser af en het eind der tijden zal nog even op zich laten wachten Er zal weer een fanatiekeling opstaat en weer, en weer...
Tot het vertrek van Arthur naar Amerika is het een goed verhaal maar als Arthur eenmaal in Denver is zakt het totaal in elkaar. Onno en Arthur zien elkaar nauwelijks, Arthur zwerft een beetje door Denver en we worden getrakteerd op de filosofische visies van de schrijver (filosoof en freelance journalist). Helaas heeft hij niets vernieuwends te melden en eigenlijk wordt het vanaf dit punt een tamelijk onsamenhangend verhaal. Het begin van het verhaal is pakkend en boeiend maar het is jammer dat de schrijver zich niet bij het verhaal houdt en verzand in zijn eigen filosofie.
Uitgever: Nieuw Amsterdam 216 bladzijden ISBN 9046800288
© Dettie, maart 2006
Reageren? Klik hier!