Vandaag was ik mezelf liever niet tegengekomen
Herta Müller
Dit verhaal gaat over een leven in voormalig Oostblokland Roemenië. Hier geen tragische kampverhalen, geen uitvoerige beschrijvingen van arrestaties en martelingen, maar wel een schets van leven onder een totalitair regime, dat niets zal nalaten om je te laten merken dat je altijd in de gaten wordt gehouden en je je niets kunt veroorloven.
De hoofdpersoon gaat met de tram naar het bureau van de Securitate. Net als op veel andere dagen, is zij ontboden. Ooit heeft ze iets gedaan, iets onbenulligs eigenlijk, wat voor de autoriteiten aanleiding is geweest om haar te controleren en volgen. Tijdens de tramreis denkt ze aan allerlei gebeurtenissen uit het recente en minder recente verleden. De omgang met haar man Paul komt veelvuldig aan bod. Paul is werkloos en besteedt zijn tijd drinkend. Dat is niet altijd zo geweest, maar hij heeft de moed laten zakken. Ze is twee keer eerder getrouwd geweest. Eén van haar voormalige schoonvaders heeft haar familie vroeger gedeporteerd. In het boek komt niet aan de orde waarom dat was, maar in Roemenië werden hele dorpen vernietigd om er moderne steden voor in de plaats te zetten. Ik vermoed dat het daar om ging.
De hoofdpersoon wil graag naar het buitenland. Ze werkte in een fabriek die kleding produceert voor de export en die de Roemenen zelf niet kunnen kopen. Voor haar is deze kleding een symbool van de vrijheid en van een leven met minder grauwheid. Iets anders dat haar leven heeft beheerst, is de jaloezie op de minnares van haar vader (een trambestuurder). Waarom koos hij haar niet, als haar moeder niet voldeed? Zij voelt zich gepasseerd en veronachtzaamd. Ook de gesprekken met de ondervrager van de Securitate komen aan de orde. Die gaan nergens over. De ondervrager wil af en toe eens weten welke buitenlanders ze allemaal kent, terwijl duidelijk is dat ze er niet één kent. Dat ontbieden is dan ook vooral machtsvertoon en pesten. Steeds dreigt arrestatie, daar hoef je niet veel voor gedaan te hebben. Haar collega heeft haar poging om naar het buitenland te komen met de dood moeten bekopen.
De ene herinnering gaat zonder duidelijke aanleiding over in de andere. Een lekker wegleesboek is dit dan ook niet, want je moet voortdurend alert zijn over welke situatie en welke tijd het nu weer gaat. Het taalgebruik is sober. De sfeer die wordt getekend, is er één van uitzichtloosheid en wanhoop om het onvermogen je eigen leven vorm te geven. De mensen in de tram worden af en toe humoristisch beschreven en Müller hanteert wel eens vaker humor, zij het zwarte, om het verhaal wat te verlichten. Zo beschrijft zij hoe Paul ervoor zorgt dat de hoofdpersoon op de drukke vlooienmarkt de kans krijgt om naar de openbare wc te gaan (er is gebrek aan wc’s, zoals er aan alles gebrek is): dat moet via het doorgeven van de deur van het kleine, ontzettend vieze hok. Een deur te pakken krijgen is een vaste uitdrukking op de vlooienmarkt.
Er wordt op heel indringende wijze geschetst hoe het leven is in zo’n soort land. Non-fictie slaagt daar moeilijk in: je kunt vertellen wat er allemaal verboden was, maar niet hoe het voelt. Met fictie gaat dat beter: tijdens het lezen ga je heel goed begrijpen waarom mensen uit dat Oostblok weg wilden en hoe grauw het was. Niet door de grote rampen werden ze gekweld, want die troffen toch vooral een minderheid, maar het gebrek aan hoop in het alledaagse bestaan verpletterde ze.
ISBN 9789044516555 Hardcover 221 pagina's | Uitgeverij De Geus | november 2009
vertaling Ria van Hengel
© PetraO., november 2009
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER