Het leven van Pi
Op aanraden van Leesster die mij een paar keer vertelde dat het écht een goed boek was ben ik er maar aan begonnen. Ik had een beetje iets van: Ja zal wel, een schipbreuk en dan in een sloepje met een tijger aan boord nog overleven ook. Maar wat een geweldig boek. Ik had het absoluut niet willen missen en het verhaal blijft nog lang nasudderen.
Piscine Patel
Piscine Patel woont in India waar zijn vader een dierentuin heeft. Pi is daar vaak te vinden en leert langzamerhand de gewoontes van de dieren kennen. Deze gewoontes worden heel humoristisch vertelt vanuit het inzicht van het kind Pi.
Pi raakt zo vertrouwd met de dieren dat hij nauwelijks gevaar meer in ze ziet. Zijn vader geeft hem daarom een wijze les!
Wanneer de ouders van Pi besluiten India te verlaten vanwege de steeds verslechterende toestand daar, wordt de hele dierentuin ingescheept. Pi en zijn familie zijn ook aan boord en zij verzorgen de dieren. Op een ochtend hoort Pi een harde knal en gaat op onderzoek uit. Als hij op het dek staat en terug wilt naar zijn ouders en broertje blijkt dat het schip aan het zinken is.
Pi wordt door de bemanning in een sloep gesmeten en raakt bewusteloos. Voordat hij bewusteloos raakte dacht hij Richard Parker te hebben gezien in de sloep.
Als hij bijkomt is er van Richard Parker geen spoor te bekennen maar wel is aan boord een hyena, een zebra met een gebroken been en een aap. De dieren houden zich rustig net als Pi, ze zijn allen vreselijk zeeziek! Pi maakt een plekje voor zichzelf in de sloep, afgebakend van de dieren. Na verloop van tijd wordt de hyena onrustig en Pi herinnert zich de verhalen van zijn vader. Ze eten alles!! Na de overige dieren aangevallen te hebben denkt Pi dat hij nu aan de beurt is maar de hyena komt wonderbaarlijk genoeg niet in de buurt van Pi.
Richard Parker
Op een dag ziet Pi tot zijn ontzetting een ernstig zeezieke Richard Parker onder het sloepzeil vandaan kruipen. De tijger valt de hyena aan en nu is Pi alleen met Richard Parker. Wat volgt is een fantastisch verhaal over Pi en hoe hij weet te overleven. Richard Parker mag niet verhongeren omdat het Pi bezig houdt en verhinderd dat Pi gek wordt. Pi is enorm vindingrijk, je voelt je betrokken bij zijn plannen, zijn overlevingsdrang, zijn verhouding met Richard Parker. Je bent angstig als hij angstig is, blij als hij blij is.
Na 227 dagen op zee rondgedobberd te hebben bereikt hij land. Richard Parker springt van boord en wordt nooit meer gezien. Pi vertelt zijn verhaal maar niemand gelooft hem. Wat daarna volgt is ongelooflijk maar dat moeten jullie zelf maar lezen.
Mijn indruk
Ongelooflijk knap in elkaar gezet verhaal. Doordat vrij uitgebreid de verhalen in de dierentuin zijn verteld is het heel aannemelijk dat Pi inderdaad weet te overleven met een tijger aan boord. Hij kent de tijger goed, kent zijn streken en geluiden, weet precies de stemming van de tijger. Hij weet wat de tijger nodig heeft om te overleven. Ook de verhalen over de vissen die hij vangt, de schildpadden die hij vangt en weet hoe hij ze uit hun schild kan krijgen zijn daardoor zo volkomen logisch. De beschrijving van de zee in al zijn uitgestrektheid en met al zijn kuren is geweldig. Je bent aan boord bij Pi. Een fantastisch en fantasievol verhaal!
Ik zou zeggen, lezen!
Ingenaaid, 319 pagina's Verschenen: september 2004 Prometheus ISBN 9044605291
Oorspronkelijke titel: Life of Pi Vertalers: Gerda Baardman en Tjaldine Stheeman
Dettie, 08-02-2004
Reageren? Klik hier!
Zelf
Dit is een vreemd boek. Zo eentje waarvan ik bladzijden aan een stuk getwijfeld heb of het nu eigenlijk wel de moeite was om verder te lezen, om dan ineens te ontdekken dat ik al 200 bladzijden ver was en dat ik eigenlijk evengoed tot het einde kon gaan.
De eerste indruk die ik van het boek kreeg was dat het een weliswaar chronologisch geordende maar toch chaotische hoop herinneringen is. Een boek dat voor de schrijver een groot plezier is geweest om te schrijven, maar waaraan een lezer minder boodschap heeft. Behalve dan als je dat soort lezer bent als ik, het soort lezer dat haar hele leven lang honderden dagboeken is begonnen, waarvan maar enkele langer dan een paar maanden mee zijn gegaan, maar dat nog steeds jaloers is op elk dagboek dat haar onder ogen komt en dan vol goede moed opnieuw begint te schrijven.
Het mooie aan “Zelf” is dat het mooi neergepende herinneringen zijn. Herinneringen die niet zozeer gaan over een mensenleven vol gebeurtenissen als wel over een mensenleven vol gedachten, denkbeelden en ideeën. Er zit wel een veegje absurditeit in het boek: twee traumatische gebeurtenissen doen de verteller elk van geslacht veranderen. Niets ter operatie, het gebeurt gewoon vanzelf. Borsthaar en penis worden probleemloos ingeruild voor borsten en vagina en weer terug, beschreven alsof dat dan wel een vreemde gebeurtenis mag zijn, maar amper de moeite van het vermelden waard. Het zijn transformaties waar ik me aan gestoord heb. Het is als lezer, vind ik, niet evident om je de ene keer in de gedachten van een man te wurmen, vervolgens in die van een vrouw om dan weer over te schakelen op die van een man. Geslacht speelt een grote rol in dit boek, er zijn heel wat filosofische en minder filosofische beschouwingen over te vinden. Veel seks ook, maar niet platvloers.
Een ander aspect is de meertaligheid van de verteller die weerspiegeld wordt in het boek. Sommige stukken staan in twee kolommen afgedrukt, links in het Frans en rechts in het Nederlands. Of Spaans, of Engels. Op het einde is er ook een stuk Hongaars, en daar is het me opgevallen dat de Nederlandse vertaling niet hetzelfde was als wat er in het Hongaars stond. Niet dat ik Hongaars spreek, maar de linkerkolom bleek, na enig onderzoek, een dialoog, terwijl de rechterkolom een innerlijke monoloog was. Die dubbelheid geeft ook perfect weer wat er in het verhaal verteld wordt: de verteller, op dat moment een vrouw, heeft de man van haar leven gevonden. Die man is Hongaars, en bijgevolg droomt ze gezellig weg als hij met zijn familie of vrienden zit te keuvelen. Die dialoog is dus wellicht die tussen haar man en zijn moeder, terwijl zijzelf daar haar eigen gedachten bij heeft. Dit soort stilistische details vind ik dan weer fijn gevonden.
Al bij al een boek, waarvan ik nog steeds niet goed weet wat te denken maar dat me tegen wil en dank toch mee heeft gesleept naar de laatste pagina.
ISBN 9044604384 Nederlandse vertaling bij Uitgeverij Prometheus, Amsterdam, 2004 Vertaald door Hans van Cuijlenborg Paperback, 336 pagina’s
Elvira
Lees de reacties, klik hier!
De geschiedenis van de Roccomatio's uit Helsinki
Een onaantrekkelijke titel, of juist intrigerend?
Vreemd in ieder geval. En dat zijn alle vier de verhalen in dit boek, een beetje vreemd, of neigend naar bizar. Maar heel boeiend. Het is het debuut van Yann Martel, waarin hij laat zien dat hij kan schrijven, al wisten we dat na Life of Pi al.
Ik ben geen verhalenfan, leg zo'n boek vaak weg na een paar verhalen, maar deze heb ik in een keer uitgelezen. Vier heel verschillende verhalen, waarvan ik dat van de "sterfwijzen" even wil noemen. Het verhaal bestaat uit brieven die allemaal beginnen met de volgende zin:
"Geachte mevrouw Barlow,
Als directeur van de penitentiaire instelling Cantos en conform de wet op de openbaarheid van bestuur schrijf ik u om u op de hoogte te stellen van de wijze waarop uw zoon Kevin zich voorbereidde op zijn dood door ophanging wegens de door hem gepleegde misdaden."
en dan volgt steeds een andere inhoud van de brief.
Hoe verzin je zoiets!
ISBN 9044605828 Ingenaaid, 189 pagina's Verschenen: mei 2005 (in deze uitvoering) Prometheus
Vertaler: Barbera de Lange
© Marjo
Reageren? Klik hier