Perlmann’s zwijgen
Pascal Mercier
Soms kan het vorige boek van een schrijver je in de weg zitten. Dat gebeurde mij van Perlmann’s zwijgen van Pascal Mercier.
Met zijn prachtige en filosofische 'Nachttrein naar Lissabon' nog in mijn hoofd, verheugde ik mij enorm op dit boek, maar ik moest al lezend snel omschakelen.
De hoofdpersoon van dit boek is weliswaar wederom een oudere man die een tekst op zijn pad vindt die veel in beweging zet, maar daar houdt de vergelijking wel op. Perlmann’s zwijgen gaat veel meer over de ontwikkelingen zelf dan over filosofische teksten en vraagstukken en heeft aanzienlijk minder prachtige citaten dan 'Nachttrein naar Lissabon'. Het duurde dan ook even voor ik echt in het verhaal zat, ook al omdat het verhaal in het begin niet echt vaart maakt.
Hoofdpersoon van dit boek is de taalkundige Philipp Perlmann, hij is een internationaal gelauwerd hoogleraar en wordt gevraagd om een internationaal congres voor te zitten met vakgenoten naar zijn eigen keuze, om een maand aan een onderwerp uit hun vakgebied te werken en dat vervolgens aan de betreffende collega’s te presenteren en later te publiceren. Een eervolle opdracht, maar ook eentje die Perlmann vanaf het allereerste begin beangstigt.
Hij is namelijk al een tijdje de liefde voor zijn vak kwijt, de wetenschappelijke honger die hem altijd voortdreef is hem de laatste jaren vreemd geworden en hij heeft het gevoel dat hij letterlijk niets meer te melden heeft. Sterker nog, het verwondert hem in sterkte mate dat hij al de jaren hiervoor blijkbaar wél iets te melden had.
Zijn toestand van apathie zou met het overlijden van zijn vrouw te maken kunnen hebben, maar als hij eerlijk is, was het toen zij nog leefde ook al aan de orde. Op routine geeft hij colleges en doet dat zodanig dat niemand in de gaten heeft dat er iets veranderd is, maar de geestdrift voor zijn vak en voor de wetenschap blijken totaal verdwenen.
Toch reist hij af naar Italië om het congres voor te zitten en daar iets te publiceren, eigenlijk alleen maar omdat zijn vrouw, die fotografe was, zo hield van het licht daar. Een van de weinige dingen die hij in zijn koffer stopt, is de Russische tekst van een collega die hij recentelijk ontmoette.
Hij beheerst de Russische taal een beetje en wordt gegrepen door die tekst die hij in zijn geheel weet te vertalen en die aansluit bij zijn vakgebied.
Omdat hij zijn eigen bijdrage voor het congres alsmaar uitstelt en hier tegen zijn collega’s stelselmatig over liegt, wordt hij meer en meer in het nauw gedreven en komt hij tot daden en plannen die hij van te voren nooit voor mogelijk had gehouden.
Dat laatste brengt mij meteen tot mijn grootste bezwaar tegen dit boek. Het kostte mij als lezer een enorme inspanning om me voor te kunnen stellen dat iemand bereid zou zijn zó ver te gaan als Perlmann in dit boek bereid is te gaan, alleen om geen gezichtsverlies te lijden. Mijn geest haakte hier alsmaar bij af.
Toch stelt Mercier interessante vragen; hoe hoog is de prijs die je bereid bent te betalen om het beeld wat anderen van je hebben in stand te houden, hoe ver wil je daarvoor gaan en is het echt zo dat je alleen maar bent wat je doet en presteert?
Op die laatste vraag geeft Mercier het mooiste antwoord van het hele boek:
“Wat hij was geworden, een hoogleraar die in aanzien stond, gelauwerd en wel en met een uitnodiging voor Princeton, dat was hij vanaf vanavond niet meer, dat was vernietigd. Maar daarom was hij nog lang niet niets.
Er bleef veel van hem over, nog heel veel en daarvan hadden de anderen geen idee.
Daarin zou hij zich nestelen en dan was het van belang zijn ziel helemaal rond te maken en met was te bekleden, zodat alles ervan af zou glijden en druppelen, ook de vijandige blikken van de anderen. Hij zou kaarsrecht, met opgeheven hoofd, over straat lopen.
Het was een bevrijdende gedachte”
En hierop aansluitend mag zijn slotconclusie er ook wezen:
“Langzamerhand begon hij te vermoeden dat hij tientallen jaren met een verkeerde voorstelling geleefd had.
Het was helemaal niet waar dat afbakening betekende jezelf af te schermen en op te sluiten in een innerlijke vesting.
Waar het om ging was iets heel anders; dat je, als de anderen het te weten kwamen, onbevreesd en rustig stond voor wat je was, diep in jezelf.”
Kortom, zo had ik toch nog mijn mooie citaten te pakken!
Al met al geen slecht boek, al was de aanloop me wat te lang en het dilemma me zoals ik al zei, iets te onvoorstelbaar.
De beklemming en de personages zijn echter goed getroffen en je blijft lezen omdat je alsmaar wilt weten hoe Perlmann zich uit de situatie zal redden en wat daarvan de gevolgen zullen zijn.
ISBN 9789028423381 Paperback 623 pagina's Wereldbibliotheek november 2009
Vertaling Gerda Meijerink
© Willeke, 3 februari 2015
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Perlmann’s zwijgen
De Zwitserse schrijver Pascal Mercier (pseudoniem van de hoogleraar in de filosofie aan de universiteit van Bern, Peter Bieri) is in Nederland vooral bekend door zijn bestseller Nachttrein naar Lissabon. Ook zijn roman De Pianostemmer, die ik eerder op deze site besproken heb, is in Nederland zeer goed ontvangen.
Van een heel ander genre, maar zeker niet minder van kwaliteit en spanning is zijn allereerste roman, Perlmann’s zwijgen, al geschreven in 1995. Bij het lezen van deze vaak zeer spannende roman nam mijn bewondering voor deze schrijver steeds meer toe omdat hij zo zorgvuldig, zelfs minutieus, de gebeurtenissen maar vooral ook de gedachten van de hoofdpersoon onder woorden brengt.
De hoofdpersoon, Perlmann, is in deze roman hoogleraar taalwetenschap te Berlijn. Door een manager van Olivetti wordt hem verzocht een wetenschappelijke bijeenkomst te organiseren in een kustplaats bij Genua, waarvoor hijzelf de deelnemers mag uitnodigen. Het wordt een select en opmerkelijk gezelschap dat we gedurende de ruime maand die het seminar duurt ruimschoots leren kennen.
Maar het gaat vooral om de nogal egocentrische Perlmann, een hoog aangeschreven taalwetenschapper die zowel in een persoonlijke als wetenschappelijke crisis verkeert. De persoonlijke crisis omdat hij nog geen jaar geleden zijn vrouw verloor door een verkeersongeluk, de andere omdat hij sterk is gaan twijfelen aan de waarde en zin van zijn wetenschappelijke werk.
Van moment tot moment volgen we zijn daden en gedachten, zelfs zijn dromen. De crisis verhindert Perlmann zijn wetenschappelijke bijdrage aan het congres tijdig op papier te zetten. Door dit steeds voor zich uit te schuiven en zijn tijd door allerlei escapades te verspillen, psychologisch boeiend door Mercier beschreven, wordt zijn tijdnood zo groot dat hij door de toenemende spanning vreemde dingen gaat doen die hem in steeds grotere moeilijkheden brengen.
Tenslotte pleegt hij bijna plagiaat en bereidt zelfs een moord voor, die hij in zijn wanhoop als onvermijdelijk beschouwt met als motief slechts het verlies aan prestige dat hij zal lijden bij degenen die hem kennen. Door het toeval komt hij in een bijna onoplosbare situatie, maar hetzelfde toeval redt hem, in de zeer verrassende gedaante van een voetbaldoelpunt.
De plot is ongelooflijk spannend beschreven. Meer zal ik hierover niet onthullen. Toen ik dacht dat de spanning geweken was keerde deze in een verhevigde vorm weer terug.
In het boek worden de relaties die Perlmann heeft met zijn dochter, een oude vriendin en de nieuwe contacten die hij tijdens het congres opdoet op intrigerende wijze beschreven. Het is geen man waar je sympathie voor krijgt maar zijn persoonlijkheid blijft boeien door zijn eerlijke gedachten en het hier tegenover staande oneerlijke optreden tegen zowat iedereen. Het boek geeft ook enig inzicht over de onderwerpen waarmee taalwetenschap zich bezig houdt zoals de herinnering en de tegenwoordigheid.
Op bladzijde 553 staat de volgende overweging van Perlmann:
“Langzamerhand begon hij te vermoeden dat hij tientallen jaren met de verkeerde voorstelling had geleefd. Het was helemaal niet waar dat afbakening betekende jezelf af te schermen en op te sluiten in een innerlijke vesting. Waar het om ging was heel iets anders: dat je, als de anderen het te weten kwamen onbevreesd en rustig stond voor wat je was, diep in jezelf. En het kwam Perlmann voor alsof dit inzicht ook de sleutel was tot de tegenwoordigheid waarnaar hij zo verlangde, maar die altijd zo ongrijpbaar en vluchtig was gebleven, als een luchtspiegeling”.
Als Perlmann, waarvan ik steeds meer denk dat hij het alter ego van Pierre Bieri is, dit zo’n dertig jaar eerder als levensmotto had aangenomen en had toegepast zou dit boek nooit geschreven zijn. Ofschoon bij mij de vraag rijst of de sleutel tot de tegenwoordigheid, zeg maar tot je zelfbewustzijn en zelfkennis, zomaar voor iedereen beschikbaar is of afdoende gebruikt kan worden bij alles wat je denkt, zegt en doet.
Perlmann’s zwijgen is een boek met veel psychologische en filosofische diepgang, met meesterlijke beschrijvingen van gedachten en confrontaties en met veel spanning. Iedereen die niet te lui is voor een boek van 623 bladzijden moet dit lezen!
Paperback | 623 Pagina's | Wereldbibliotheek ISBN10: 9028421874 | ISBN13: 9789028421875
Vertaald door Gerda Meijerink
© PieterW, augustus 2008
Reageren? Klik hier!
Nachttrein naar Lissabon
Raimund Gregorius (57) is een man op wie je de klok gelijk kunt zetten. Een man waar je van op aan kunt, zelfs wat betreft zijn kennis. Want hij beheerst de talen Grieks, Latijn en Hebreeuws tot in de perfectie. Maar hij heeft nooit iets meer dan dat gewild: alleen maar 'goed' zijn, hij heeft geen ambities en heeft een hekel aan gewichtigdoenerij. Hij geeft les aan een gymnasium, en hoewel hij dat niet beseft: zijn leerlingen zijn dol op hun "Mundus".
Als dit verhaal begint ziet Gregorius op de Kirchenfeldtbrucke in Bern een vrouw een brief lezen, die verfrommelen en in het water gooien. Ze is duidelijk van slag, en Gregorius loopt op haar af. Ze zal toch niet springen? Maar ze pakt een viltstift en schrijft iets op zijn voorhoofd... Bedenkt dan hoe raar dat is, en schrijft hetzelfde, een telefoonnummer, op haar hand. Ze poetst Gregorius schoon. Intussen zijn ze drijfnat geregend, en Gregorius neemt haar mee naar zijn school, waar hij haar na het afdrogen in zijn klas laat plaatsnemen.
"wat is uw nationaliteit?" heeft hij gevraagd, want Duits was ze duidelijk niet. "Portugues", was het antwoord, en vanaf dat moment is hij van slag. Is het haar stem? Is het het woord? Hij weet het niet, maar als ze verdwenen is, probeert hij tevergeefs les te geven zoals hij dat altijd deed. En dan ineens staat hij op, pakt zijn nog natte jas, loopt het lokaal uit, loopt de school uit..
Natuurlijk is de vrouw weg, maar hij zoekt haar ook niet echt. Hij loopt door Bern, en komt als vanzelf in de boekhandel terecht, waar hij altijd zijn boeken met oude talen koopt. Nu wordt zijn aandacht getrokken door een Portugees boekje van ene Amadeu Inacio de Almeida Prado. Het heet "um ourives das palavras" (een goudsmid van woorden).
De boekhandelaar vertaalt een stuk tekst. In het boek staan Prado's gedachten, zijn overdenkingen over het leven, filosofische stukjes, die hem bezighielden en gaan bezighouden. Hij komt thuis met een woordenboek en een taalcursus, en tenslotte neemt hij de nachttrein naar Lissabon.
En dan volgt pas het eigenlijke verhaal. Pagina's lang houdt Mercier je in zijn ban...
Mundus' zoektocht naar de inmiddels overleden Prado brengt hem in contact met de mensen met wie hij te maken had: zussen, vriendinnen, vrienden. Stukje bij beetje ontrafelt Gregorius het leven van de man met wie hij zich zo verbonden voelt.
Het is een brok literatuur die je langzaam tot je moet nemen, een fantastisch avontuur ten tijde van de dictatuur van Salazar, wiens regime omver geworpen werd tijdens de anjerrevolutie. Maar vooral de vragen die Pascal Mercier opwerpt zetten je aan het denken: kunnen wij zelf ons lot in handen nemen? Waarom doe ik wat ik doe? Kunnen we een ander kennen? Kennen we onszelf wel?
Liefde, trouw, verraad, eenzaamheid... en nog veel meer. Een prachtig boek!
Paperback | 414 Pagina's | Wereldbibliotheek ISBN: 9028421017 vertaling Gerda Meijerink
© Marjo, mei 2007
Lees de reacties, klik hier!
De pianostemmer
Pascal Mercier heeft met zijn prachtige roman Nachttrein naar Lissabon een bestseller gescoord. Daardoor is hij in Nederland sterk in de belangstelling gekomen en is zijn roman “De pianostemmer” dit jaar in het Nederlands uitgekomen in de mooie vertaling van Gerda Meijerink.
In een interview in de Volkskrant begin dit jaar verklaarde Mercier: “Wie de pathetiek en sentimentaliteit veroordeelt is een cynicus”. In Nachttrein was vooral de pathetiek ruimschoots aanwezig maar dat bleek geen enkel bezwaar om een geweldig boek op te leveren.
Het intrigerende verhaal in “De pianostemmer” speelt zich af in de opera- en balletwereld, een omgeving die zich bij uitstek leent voor de pathetische en sentimentele overdrijving. Maar dit heeft me in deze roman nauwelijks gestoord. Vooral het begin van de roman is erg sterk.
Broer en zus Patrice en Patricia, een tweeling, besluiten op 19-jarige leeftijd uit elkaar te gaan omdat hun verhouding zo hecht is geworden dat ze vrezen nooit meer van elkaar los te zullen komen als ze niet radicaal met elkaar breken. Het is zelfs zover gekomen dat het tot de ultieme liefdesdaad is gekomen. De ouders wonen in Berlijn en Patrice en Patricia komen respectievelijk in Chili en Parijs terecht waar ze voor het eerst volkomen op zichzelf aangewezen hun weg moeten weten te vinden. Na zes jaar scheiding besluiten ze elkaar schriftelijk te vertellen hoe ze hun leven vanaf hun jeugd hebben beleefd om volkomen eerlijk tegenover elkaar te kunnen staan.
Een schitterend gegeven dat meesterlijk is uitgewerkt.
In het begin wordt de wederzijdse liefde tussen beiden door henzelf meeslepend beschreven. In deze bekentenissen komen hun ouders tenslotte als de belangrijkste hoofdpersonen naar voren. De pianostemmer blijkt een ambitieuze operacomponist die zijn composities maar niet gesleten kan krijgen en zijn vroeger zeer knappe vrouw stond voor een veelbelovende balletcarrière tot ze een ongeluk kreeg door toedoen van een operazanger, die ook een cruciale rol in het boek zal krijgen. Er zijn veel drama, sentiment en intrige in de roman te vinden en het boeit van begin tot einde. Door het verhaal van twee kanten te horen is het dramatisch effect erg sterk. Naast de ouders verschijnen veel boeiende nevenfiguren op het toneel waardoor de schrijver de gelegenheid krijgt het leven in verschillende sociale milieus te beschrijven, zonder de verhaallijn geweld aan te doen. Wel valt op dat er veel toevalligheden in het verhaal voorkomen maar iedereen die zijn eigen leven beziet kan niet ontkennen dat die in elk leven een zeer grote rol spelen.
Een roman over liefde en te hoog opgeschroefde ambities; het lukt de hoofdpersonen niet die ambities te relativeren waardoor de roman voor de ouders een tragisch einde krijgt. Gelukkig zijn broer en zus wel in staat tot die relativering waardoor hun verdere leven optimistisch tegemoet kan worden gezien.
Op dit moment heb ik een derde roman van Mercier in huis, “Perlmann’s zwijgen” en ik verheug me er weer op die te gaan lezen.
Paperback | 447 Pagina's | Wereldbibliotheek 2008 ISBN10: 9028422366 | ISBN13: 9789028422360 Vertaald door Gerda Meijerink
© PieterW, juni 2008
Reageren? Klik hier!