Boekenarchief M

De poppenfabriek
Elizabeth Macneal


In 1851 werd de eerste internationale tentoonstelling over cultuur en industrie gehouden in Hyde Park, Londen. De Grote Tentoonstelling (Great Exhibition) was de eerste in een serie van wereldtentoonstellingen en er werd een speciaal gebouw, het Crystal Palace, ontworpen door Joseph Paxton. Het was een enorm gebouw dat bestond uit een gietijzeren frame met glas, 563 meter lang, 138 meter breed. Het werd in amper 9 maanden voltooid, maar twee branden in 1860 en in 1936 vernietigden het gebouw dat nooit werd herbouwd.


Silas Reed, 38 jaar, is taxidermist, niet zo’n goede helaas, maar hij kan er van leven. Hij droomt van dat ene artefact dat zijn collectie beroemd zal maken, en werkt intussen in de kelder van zijn antiek- en curiosawinkel aan de kadavers die veel geleverd worden door een straatjongen. Albie brengt hem dode dieren, maar veel bijzonders is het niet. Het zijn vooral schilders die Silas vragen om opgezette dieren, zodat zij die levensecht kunnen schilderen. De fictieve Louis Frost komt bij Silas aan de deur, maar ook schilders als John Everett Millais en Dante Gabriel Rossetti worden genoemd, schilders die de huidige lezer herkent en die zich in 1848 verenigden als de prerafaëlieten, Zij wilden terug naar de eenvoud zoals die bestond bij kunstenaars levend vóór Rafaël. Eenvoudige composities en een nauwkeurige, realistische werkwijze, dat wilden ze schilderen, en niet wat de Royal Academy of Arts voorschreef.


De tienjarige Albie scharrelt zijn kostje bij elkaar door dode dieren bij Silas te brengen, maar hij maakt ook poppenkleertjes. Albies droom is een nieuw gebit. Hij heeft namelijk maar een enkele tand in zijn mond!
Door zijn werk heeft hij de zussen Iris en Rose Whittle leren kennen. Zij werken in de poppenfabriek en wonen samen op een armoedige kamer boven het atelier. Op deze manier kan Iris werken aan háár droom: zij wil schilderen. Niet de poppengezichtjes, zoals ze dat doen voor hun werkgeefster, maar echte schilderijen! Rose was altijd de mooiste van de twee, totdat ze de pokken kreeg. Ook Rose droomde ooit, maar zij heeft het nu opgegeven, en ze is niet alleen teleurgesteld maar ook jaloers op Iris, die ze er ook de schuld van geeft dat haar verloofde er van door is gegaan.


Tijdens de bouw van het Crystal Palace is het druk in Hyde Park.
Ook Silas dwaalt er rond.


’Een kind schiet tussen de mensen door en grist een rode zakdoek uit een damestas. Die warrige, bleekrode bos haar komt Silas bekend voor. De herkenning voelt als balsem op zijn ziel. Hij is niet alleen in deze kolkende massa. ‘Albie!’ Hij glimlacht.
Maar het kind hoort hem niet. Dan beseft Silas hoe dat komt. Het joch is betrapt. Een dame heeft hem bij de pols gegrepen, de zakdoek hangt slap in zijn kleine vuist. In zijn haast om Albie te hulp te komen, om de dame te vragen om toch alstublieft niet naar de politie te stappen, glijdt Silas uit over een graszode. Maar blijkbaar heeft hij zich voor niets zorgen gemaakt, want er verschijnt een brede grijns op Albies gezicht.
Zijn blik gaat naar de dame. Het eerste wat hem opvalt is hoe lang ze is. Wel zo lang als een man. Haar rode haar hangt in een zware vlecht op haar rug en reikt tot haar middel. (…) De dame die Albie bij de pols heeft gegrepen, heeft een lichte misvorming aan haar linkerschouder.’


Silas nadert de twee, en laat zich door de jongen voorstellen. Voor hem is de ontmoeting allesbepalend. Vanaf dat moment is Iris een constante factor in zijn leven. Hij droomt, fantaseert een heel leven met haar. Het dringt niet tot hem door dat hij op Iris nauwelijks, eigenlijk geen indruk gemaakt heeft. Maar hij zorgt er wel voor dat de schilders belangstelling krijgen voor haar: ze wordt het model van Louis.
Ze verlaat haar zus, wiens wrok toeneemt, en neemt les bij Louis. Silas doet verwoede pogingen haar voor zich te winnen, en raakt steeds meer geobsedeerd door zijn liefde.


Elizabeth Macneal gebruikt de Grote Tentoonstelling als achtergrond van haar meeslepende verhaal, dat met enkele onthutsende en dramatische voorvallen de lezer nagelbijtend bezighoudt tot het einde. Doordat zij ware feiten gebruikt krijgt het verhaal een extra dimensie en al zijn de hoofdpersonages wel fictief, zij zijn zeker gebaseerd op personen die in die tijd leefden.


De poppenfabriek is een heerlijk, overtuigend verhaal over de periode rond 1850, met een mooi sfeerbeeld over het leven in Londen in die tijd.
Dit boek is haar debuut.


ISBN9789044355000| paperback| 395 pagina's | Uitgeverij House of the Books | juni 2019
Vertaald uit het Engels door Erica Feberwee

© Marjo, 17 juni 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER