jeugd 4-5 jaar

Kleine Vos en het mooiste wat er is
illustraties: Thysa Zevenbergen
tekst: Ru de Groen


Na het indrukwekkende eerste deel getiteld Kleine Vos op zoek naar overal en nergens, waarin Kleine Vos op zoek gaat naar een plek die nóg beter, mooier en leuker is dan de plek waar ze woont is er nu dit tweede deel waarin Kleine Vos het een beetje moeilijk met haar identiteit heeft. Ze wordt er een beetje somber van want ze ziet allerlei dieren dingen doen die zij helemaal niet kan of is. Eendjes kunnen lekker drijven of samen zwemmen, olifanten zijn groot en stoer en kleine Vos denkt:


Als ik een voslifant zou wezen,
was ik het grootste van het land
Geen leeuw of slang had ik te vrezen,
en iedereen ging aan de kant.


En zelfs de mussenzussen en -broertjes zitten gezellig naast elkaar en kunnen heerlijk met elkaar in het rond vliegen. Kleine Vos bedenkt dat ze helemaal niet zo bijzonder als de andere dieren, 'Zijn vossen als dier mislukt' vraagt ze zich zelfs af. Diep in haar hart voelt ze zich eigenlijk ook best wel een beetje alleen.
En dan, midden in haar dipje, ziet ze iets wat ze nog nooit heeft gezien en dàt is het mooiste wat er is...


Het verhaal is aardig, niet echt spectaculair, het rammelt ook een beetje, het is niet logisch. Kleine Vos voelt zich namelijk niet prettig omdat ze dingen niet kan en de 'oplossing' daarvoor is dat ze iets ziet wat het mooiste is dat er is... dat doet een beetje vreemd, een beetje krom, aan. Hierdoor blijft het verhaal niet bij het aanvankelijke thema, hoe fijn het eind ook is voor Kleine Vos.


En dan de rijm in dit boek... Rijm in een kinderboek is voor mij alleen goed als het helemaal klopt, dus zonder woorden, woordafbrekingen of zinswendingen die duidelijk bedacht zijn om de zinnen te laten rijmen. Daar ben ik vrij streng en onverzettelijk in, mogelijk te streng. Helaas gebeurt het bovenstaande soms wel in dit boek, waardoor ook het ritme van de zinnen wat gaat haperen en dat is jammer, het boek en zeker de illustratrice verdienen beter. Wel is er een leuke variatie bedacht op de bekende regels 'ik wou dat ik twee hondjes was'. Dat was een leuke en aangename verrassing.


Maar net als in deel één zijn het toch vooral de prachtige uitgesneden prenten (zie de cover) van Thyse Zevenbergen die het boek naar een hoger niveau tillen.
‘Thysa snijdt haar kunst uit papier en heeft daarin een geheel eigen stijl ontwikkeld, dwars tegen de digitale stroom in'. En kunst is het! Haar prenten geven het boek een heel eigen sfeer en bijna luxe uitstraling mee, terwijl het toch ook een echt prentenboek blijft. Daardoor raad ik het boek toch van harte aan omdat de illustraties gezien moeten worden, het kijkplezier is daardoor namelijk zo enorm groot.


ISBN 9789492995513 | Hardcover | 32  pagina's | Uitgeverij Samsara | maart 2020
Afmeting 27 x 27 cm | Leeftijd 4+

© Dettie, 23 mei 2020

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER