jeugd 10-12 jaar

Een mooie dag om in een boom te klimmen
Jaco Jacobs


De dertienjarige Marnus is de middelste van drie broers, en helaas een beetje een minkukel. Hij laat zich op zijn kop zitten door zowel de oudere Donovan als de jongere Adrian. Donovan is een geoefend zwemmer, sterk en stoer. Adrian is gehaaid, drijft zo jong als hij is al volop handel met van alles en nog wat.
Doe dit, die dat, en zo niet dan geven we je een ‘wedgie’. (weer wat geleerd…)


Op een dag wordt hem opgedragen de deur open te doen. In de veronderstelling dat het meisje dat voor zijn neus staat net als alle andere meisjes komt voor een zoenles met Donovan, georganiseerd door Adrian, ontwikkelt zich een eigenaardig gesprek. Want het meisje weet niets van een zoenles af. Ze wil een handtekening. Als Marnus, in de war, wazig reageert, zegt ze dat hij maar mee moet komen. Dan kan hij zien waarvoor die krabbel is.
Ze neemt hem mee naar een boom, een speciale boom, zegt ze. Waarom dat zo is, vertelt ze er niet bij. Wel vertelt ze wat voor boom het is, en waarom hij moet tekenen. De gemeente wil hem omzagen, er moet een waterleiding worden aangelegd. Maar het is zo’n prachtige oude boom, een ideale klimboom ook. En Leila, zo heet het meisje, klimt er in.


Als de mannen van de gemeente inderdaad opdagen en Leila uit de boom willen halen, doet Marnus wat hij zelf niet verwacht zou hebben: hij klimt er ook in!
De mannen druipen af, al zullen ze zeker terugkomen.
En dan begint het: de een na de ander ziet de kinderen in de boom en reageert. Een mevrouw die hondjes uitlaat komt af en toe drinken brengen, een man van de dichtbijgelegen rolbalbaan geeft hen toestemming om de wc te gebruiken van de rolbalvereniging. Een journalist duikt op, een groep studenten willen hun steun betuigen… het wordt een hele happening.


Ook de familie komt kijken. Eerst de broers, die Marnus voor gek verklaren. Dan Leila’s moeder, en de moeder van Marnus.
Marnus is verbaasd over zichzelf. Waarom doet hij dit eigenlijk?
Hij krijgt geen hoogte van Leila. Haar moeder slaapt zelfs onder de boom, maar waarom zeggen ze niets tegen elkaar? Ze is toch niet op haar mondje gevallen, dat heeft ze al wel laten zien.


Wat er dan precies gebeurt waardoor alles verandert, is de jongen niet duidelijk. Maar dit voorval heeft hem zeker ook veranderd. Hij die nooit gezien werd stond ineens in het middelpunt van de belangstelling! En terwijl hij groeit lijkt Leila te krimpen…


“Het is goed om ergens voor te vechten, maar je moet ook weten wanneer je moet ophouden. Anders kan het gevecht groter worden dan datgene waar je tegen vecht.”


Prachtig verhaal dat je bijna een coming of ageverhaal kunt noemen, alleen gaat het dan wel erg snel. In amper drie dagen tijd leert de jongen heel veel over zichzelf en de wereld, maar om het dan meteen een coming of age te noemen?


Het verhaal speelt zich af in Zuid-Afrika, het is kersttijd. Maar dat is daar dus in de zomer! Er zijn meer Afrikaanse dingetjes: rolbal bijvoorbeeld. En de bomen die in het verhaal voorkomen, kennen wij ook niet.
Het spelletje dat ze spelen om de tijd door te komen evenmin, maar is leuk om te onthouden: een persoon noemt drie willekeurige dingen op die hij me zou nemen naar een onbewoond eiland, en dan wordt er over gespeculeerd wat je daar dan mee kan doen. Dat geeft verrassende resultaten!


Jaco Jacobs (1980, Carnarvon, Zuid-Afrika) is een productief kinderboekenschrijver die in het Afrikaans schrijft.
Dit boek is het eerste dat in het Nederlands vertaald is.


ISBN 9789021680644 | Hardcover |232 pagina's | Uitgeverij Ploegsma | december 2020
Vertaald uit het Afrikaans door Tjalling Bos | Leeftijd vanaf 11 jaar

© Marjo, 17 februari 2021

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER