jeugd 10-12 jaar

Het pungelhuis
Annet Huizing


'Bleek ik toch al die jaren een opa te hebben. Eentje. Maar daar kwam ik pas achter op de dag dat hij doodging.'
Ole is behoorlijk boos op zijn vader. Hij wist niet beter of zijn ouders waren al jong wees, dus een opa en oma had hij niet, laat staan twee van elk.
'Waarom heb je dat nooit verteld? Je hebt al die tijd gelogen. Ik had verdomme wél een opa en jij hebt dat nooit verteld.' [...]
'Er wordt hier niet gevloekt,' zei mijn vader.

En daarmee is de kous af, papa wil er absoluut niet meer over praten.


Er is wel meer bijzonders te melden over het gezin waar Ole in opgroeit. Ole's moeder was bijvoorbeeld al 45 jaar en Ole's vader was 55 jaar toen Ole geboren werd. Ole was een grote verrassing, zeggen ze altijd. Nu, dertien jaar later, is zijn vader met pensioen.
De vader van Ole heeft maar één been, hij is zo geboren maar kan zich prima redden. Ooms en tantes zijn er ook niet, behalve Arie, de broer van Ole's vader. Arie is geestelijk blijven steken bij een jaar of zeven. Ole is gek op oom Arie, die lacht als Ernie van Bert en Ernie.


Maar nu is opa dood en papa heeft het huis in Orpel, in Brabant, van hem geërfd. Papa wil daar absoluut niet wonen en later zullen we begrijpen waarom. Toch beslist het lot anders, onverwachte financiële problemen maken dat ze toch in het huis van Ole's opa trekken. Het is maar tijdelijk sust papa.
Mama verlaat vervolgens al snel het verhaal, zij trekt voor honderd dagen - dat is wel drie maanden en nog wat, dat is wel dertien weken - naar Tibet, zoals gepland. Ze moet af en toe even tot haarzelf komen. Ze moet af en toe fladderen zegt papa. Er zit dus voor Ole en papa niets anders op dan er samen het beste van te maken. Papa wil verder niet over het huis of opa praten, maar Ole natuurlijk wel. Hij is supernieuwsgierig naar die onbekende opa.


Het huis is nog net zo als vijftig jaar geleden, toen Ole's vader vertrok. Er is niets gemoderniseerd, dus ze zullen er toch wel iets aan meten doen, ook al blijven ze er niet wonen. Dat maakt de saamhorigheid tussen vader en zoon sterker, het smeedt een band. En helemaal als Ole, dankzij contacten met mensen uit het dorp stukje bij beetje het akelige verhaal over zijn opa komt te weten. Het heeft met de strijd van vroeger tussen botersmokkelaars en commiezen (soort grenswachters) te maken. Opa was niet zo'n lieverdje...  In zijn hebzucht ging hij erg ver om zijn smokkelwaar over de grens te krijgen. Hij bleef doorgaan, ongeacht wat het aan strijd én mensen kostte.


Door die verhalen begrijpt Ole steeds beter waarom zijn vader niet over opa én het Pungelhuis, zoals het huis genoemd werd, wilde praten. (En pungel is een in een punt bijeengebonden grote handdoek gebruikt als draagtas.) Gelukkig ontmoeten ze fijne mensen zoals o.a. de Vlaamse Pola, die Ole's vader helpen eindelijk eens zijn hart te luchten over dat moeilijke verleden en welke rol de lieve oom Arie in het geheel had. Ole ziet zijn vader ineens met heel andere ogen. Het verhaal van papa maakt zo mogelijk hun band nóg hechter.


Annet Huizing heeft met dit boek een prachtig, vaak humoristisch, verhaal geleverd over o.a. de invloed van ouders op hun kinderen, maar ook hoe diezelfde kinderen ondanks alle tegenwerking een enorme kracht en strijdlust kunnen hebben om uit de misère te komen. Daarnaast leren we veel over de tijd dat boter smokkelen nog lonend was en hoe dat smokkelen eraan toeging.
Achterin het boek staat een toelichting over pungels, kraaienpoten en botersmokkel evenals verwijzingen naar websites en krantenartikelen over botersmokkel.


Schitterend verhaal, in mooie, voor jongeren toegankelijke, taal geschreven.


ISBN 9789047712510 | Hardcover | 191 pagina's | Lemniscaat | juli 2020

© Dettie, 29 juli 2020

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER