Waarvan wij droomden
Julie Otsuka


Op een een prachtige, heel indringende, directe manier wordt in dit boek verteld over een groep Japanse vrouwen die zo'n kleine eeuw geleden op de boot stapten naar San Francisco en aan een nieuw leven begonnen in een voor hun totaal onbekend land met Japanse mannen die ze alleen van een foto kenden.


"Op de boot waren de meesten van ons nog maagd. We hadden lang, zwart haar, platte brede voeten en waren niet heel groot. Sommigen van ons hadden als jong meisje niets anders gegeten dan rijstpap en hadden iets kromme benen, en sommigen van ons waren nog maar veertien en nog niet eens volwassen. Sommigen van ons kwamen uit de stad en droegen elegante stadse kleren, maar veel meer van ons kwamen van het platteland en droegen op de boot de oude kimono's die we al jaren droegen: verschoten krijgertjes van onze zussen die al heel vaak versteld en opnieuw geverfd waren. Sommigen van ons kwamen uit de bergen en hadden nog nooit de zee gezien, behalve dan op de afbeeldingen, en anderen waren de dochters van vissers die hun hele leven op zee hadden gezeten."


Op de boot kunnen de vrouwen nog dromen en fantaseren over hun nieuwe leven maar eenmaal in Amerika belanden ze in de harde werkelijkheid. De mannen vallen mee of tegen, zijn knapper of lelijker dan op de foto, hebben gelogen of waren te bescheiden, zijn liefdevol of wreed, rijk of arm. Meestal arm. Het huwelijk wordt een succes of een beproeving.
Doorheen het boek volgen we het leven van deze vrouwen die in het boek geen eigen identiteit krijgen. Dat maakt het verhaal des te aangrijpender. Een collectieve stem vertelt het verhaal over de vrouwen, hoe er over hen, de Japanse vrouwen, gesproken wordt. Ze zijn een groep, hebben geen (achter)naam, ze hebben zelfs hun eigen naam niet meer.


"Ze gaven ons nieuwe namen. Ze noemden ons Helen en Lily. Ze noemden ons Margaret. Ze noemden ons Pearl. Ze keken vol verbazing naar onze kleine afmeting en ons lange, glanzende zwarte haar. Ze prezen ons omdat we zo hard werkten. Dat meisje stopt niet eer ze haar karwei af heeft. Ze schepten over ons op tegenover hun buren. Ze schepten over ons op tegenover hun vrienden. Ze beweerden dat ze veel meer op ons gesteld waren dan op alle anderen. Er is geen beter soort hulp te vinden."


De vrouwen werken hard, op het land, in hotels, in de wasserette, als hulp in de huishouding, in restaurants. De vrouwen wonen in krotten, in pensions, op boerderijen, in een klein kamertje boven de wasserij.  De vrouwen leren goed Engels spreken of komen niet verder dan dankuwel en 'solly'. De vrouwen komen de Japanse wijk niet uit en leven zoals ze in Japan deden of proberen te integreren in hun nieuwe land.
De vrouwen krijgen kinderen:


"Sommigen van hen ontwikkelden een bijzonder groot vocabulaire en werden de beste leerlingen van hun klas. Ze wonnen prijzen voor het beste opstel over Californische veldbloemen. Ze ontvingen de hoogste wetenschappelijke onderscheidingen. Ze kregen meer gouden sterren van hun docenten dan wie ook. Anderen raakten elk jaar tijdens het oogstseizoen achterop en moesten telkens een jaar doubleren. Eentje werd op haar veertiende zwanger en werd naar haar grootouders gestuurd, die in het uiterste westen van Japan een zijderupsenkwekerij hadden.


De vrouwen zijn bescheiden, stil, vriendelijk, want je weet maar nooit. Ze worden nauwelijks opgemerkt, gaan bijna anoniem door het leven en doen de dingen die ze moeten doen. Uiteindelijk wennen ze aan hun nieuwe woonplaats, ze vinden hun draai, ze hebben een nieuw leven opgebouwd en dan breekt de Tweede Wereldoorlog  uit. In 1942 valt Japan Pearl Harbour aan...


In het prachtige boek Hotel op de hoek van bitter en zoet  van dezelfde uitgever las ik voor het eerst over de internering van Japanse mensen in Amerika. Na de aanval op Pearl Harbour in 1942 waren alle Japanners ineens 'de vijand'. Ik las het met verbijstering.
Dat boek was al verpletterend maar dit boek nog veel meer. De houding van de Amerikanen is onvoorstelbaar. De Japanse mensen zijn ineens spionnen, 'ze' bereiden intern, in Amerika, een invasie voor, 'ze'  zijn de vijand en moeten streng in de gaten gehouden worden.
Gek genoeg bestáán 'ze' dan ineens, krijgen 'ze' ineens een 'gezicht'. De buren zíen 'ze' eindelijk maar zijn, door hun pure onwetendheid of kennis over Japanse mensen, ineens enorm bang voor 'ze'! 'Ze' moeten verdwijnen, 'ze' moeten weg!


Julie Otsuka heeft een boek geschreven dat een verpletterende indruk maakt. Haar taal is anders dan in elke ander boek dat ik gelezen heb maar juist daardoor heeft het zo'n enorme impact. Ze vertelt alles vanuit de vrouwen met af en toe één enkele schuingedrukte zin er tussendoor die een soort commentaar geeft op het voorgaande. Die zin hakt er vaak in, is precies de kern waar het om draait.
Julie Otsuka heeft gebeurtenissen beschreven die nauwelijks bekend zijn, maar dankzij haar manier van schrijven zal je het nu nooit meer vergeten. Ze schrijft geschiedenis over geschiedenis.
Een adembenemend, fantastisch, verbijsterend, beklijvend, ontroerend en krachtig boek.


ISBN 9789048818112 Hardcover 142 pagina's Uitgeverij Mistral september 2013
Mooi en vakkundig vertaald door Joris Vermeulen

© Dettie, 22 september 2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER