Kati Naumann

https://www.katinaumann.de

 

Heimweeland
Kati Naumann


Het leven van Milla is niet helemaal wat ze gedroomd had. Ze woont sinds haar man hen verlaten heeft samen met haar 14 jarige zoon Neo in een appartementje in Erfuhrt. Toen ze alleen achterbleef zat ze wat te surfen en tikte het woord ‘verloren’ in. Zo raakte ze betrokken bij een groep mensen die op zoek ging naar Lost Places, verloren geraakte plekken: verlaten burchten, stilgelegde mijnen, vervallen (land)huizen, kazernes en nog veel meer. Steeds samen met Neo.


Tot een paar jaar geleden. Nu ging ze alleen op pad. Zo ook op de dag dat ze in het Thüringer Woud op een kelder stuitte, verborgen onder takken en puin. Het blijkt het enige overblijfsel te zijn van een ooit welvarend hotel: Hotel Waldeshöh ooit gunstig gelegen aan de populaire Rennsteig in het Thüringer Woud.
Als Milla er in slaagt de keldertrap af te dalen vindt ze er een voorraad voedsel, en een schriftje van iemand die Christine heet. Nader onderzoek wijst uit dat de familie Dressels daar woonde. Milla neemt contact op met de familie en raakt betrokken bij hun geschiedenis. Hoewel niet iedereen er blij mee is dat alles weer opgerakeld wordt.


‘De nieuwe verordening die net van kracht was, verontrustte haar. Er was net een vijf kilometer brede verboden zone langs de grens afgezet. En een stuk van vijfhonderd meter waar gepatrouilleerd werd en dat slechts met toestemming betreden mocht worden. Hotel Waldeshöh stond in deze zone. Maar ze hadden in hun paspoort een stempel gekregen die hun het recht gaf het te bewonen, dus misschien maakte ze zich onnodig zorgen.
’Denk je dat het nu klaar is?’ vroeg ze aan Arno. ‘Of komen ze ook nog naar ons? Denk je dat ons hotel ook naar de staat gaat? Ze zoeken goede vakantieplekken voor de arbeiders, zeggen ze. ‘Iedereen vakantie’ wordt het genoemd.
Het was nog niet zo lang geleden dat bij een grote operatie alle chique hotels langs de Rennsteig bij Oberhof staatsbezit werden. Schweizerhof, Quisisane en alle andere mondaine skihotels waren veranderd in vakantiewoningen van de vakbonden.'


In de jaren na de Tweede Wereldoorlog kwam Hotel Waldeshöh in het niemandsland te staan, een gebied van 500 meter tussen Oost en West. Een aantal jaren bleven de Dressels er wonen, gepest en getreiterd door de bewakers van de grenzen. Gasten mochten er niet komen. Tenslotte in 1977 werd het hotel onteigend, de bewoners trokken noodgedwongen weg.


Toen ze na de Val van de Muur terug wilden bleek dat er niets meer was om naar terug te keren. De broer van Christine, Andreas, die bosbouw gestudeerd had, bleef in de buurt. ‘om voor het bos te zorgen.’
Broer en zus wisten niet beter dan dat de onteigening definitief was, dat er ook geen schadeloosstelling mogelijk was. Hun zus Viola had het immers geprobeerd en nul op rekest gekregen? Hotel Waldeshöh zou niet meer kunnen bestaan.


We lezen over de zoektocht van Milla, iets dat - nu zoon Neo op het punt staat een eigen weg in te slaan - haar leven weer zin gegeven heeft. Ook lezen we het verhaal van de familie Dressel, waardoor je een inkijkje krijgt in de naoorlogse jaren in Duitsland, met name in het Sperrgebiet.
De verhaallijnen raken verstrengeld als Milla iets ontdekt. Een verrassende wending is het gevolg.


Kati Naumann schrijft heel beeldend, waardoor je het bos waar een groot deel van het verhaal zich afspeelt, als het ware ruikt. En doordat de grootouders van Kati Naumann (1963) in zo’n gebied woonden kon de schrijfster goed beschrijven hoe het leven geweest moet zijn als je tussen twee streng gescheiden werelden vast kwam te zitten. Dit is wat je een sfeervolle roman kan noemen, met mooie beschrijvingen, een helder beeld van de geschiedenis, zonder pathos of spanning, maar erg mooi en boeiend.


Kati Naumann (Leipzig, 1963) schreef songteksten en maakte ze musicals, hoorspelen en een reeks kinderboeken. Ze woont afwisselend in Leipzig en Londen.


ISBN 9789402703368 | hardcover | 400 pagina's | Uitgeverij Harper Collins | juli 2019

© Marjo, 19 oktober 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER