Inge Nicole

http://ingebak.wix.com/auteur

 

altDe tranen van de zeegans
Inge Nicole


Voor in het boek de verklaring van de titel: de zeegans is een vogel die al jong het nest verlaat op zoek naar een partner die zij haar leven lang trouw blijft.
We zijn in Driewegen, een dorp tussen Breskens en Terneuzen, in het jaar 1863.
Het oog van Meneer Pons, de uitbater van een ‘verwenhuis’ valt op het jonge meisje Aleida, die om te ontsnappen aan de slagerij thuis, nu haar moeder in het kraambed van het zoveelste kind overleden is, in de haven netten boet. Ze droomt van een beter leven, en denkt dat die mooie meneer haar dat wel zal bieden. Marie, zijn huishoudster moet haar wegwijs maken:


‘Jij bent naaister.’
‘Naaister? Ik boette netten.’
‘Als ze aan je vragen wat je doet, zeg je dat je naaister bent..’


De lezer weet dan allang dat ze in een bordeel terecht is gekomen, en helaas zal ze daar op een hardhandige manier zelf ook snel achter komen. Maar al snel blijkt dat meneer Pons toch een zwak voor haar heeft. Hij zet haar wel aan het werk, maar heel vaak ook is ze gewoon bij hem. De andere meisjes zijn jaloers op deze voorkeurspositie, Aleida is een buitenbeentje, maar zoals hij een zwak voor haar heeft, zo heeft zij dat voor hem. Zelfs als ze op een dag wegloopt, hoeft ze hem maar te zien, en ze komt weer terug.
Pons noemt haar een onnozel zeegansje, zijn visvrouwtje. Maar kinderen wil hij niet, als ze zwanger is moet ze naar Bergen op Zoom, naar de nonnen.
En niet de drugs waar hij zelf aan verslaafd is, en die hij haar ook laat gebruiken, niet de syfilis die natuurlijk ook in hun hoerentent voorkomt, zal haar ogen openen: het is de gang van zaken rondom deze reis naar het klooster.
Een prachtig geschreven verhaaltje. Mooi taalgebruik, geen woord teveel eigenlijk: in die krap honderd pagina’s weet de schrijfster het leven te schetsen van een ‘gevallen vrouw’, aan het einde van de negentiende eeuw.


‘Aleida liet haar hand langs de tegelwand in de gang glijden. Ze telde de voetstappen en keek door de hoge ramen naar buiten. De lucht was grijs. Eenmaal weer op straat wogen de grauwe wolken haar als een loden last op de schouders. Iets gebogen liep ze naar huis om kleding te gaan verstellen. Gisteren sliep ze met de baas. De dag daarvoor met vijf klanten. Vandaag misschien met niemand. Wat was ze nu eigenlijk? Het liefje van de baas? Een gevallen vrouw of beide? Hield hij van haar of was ze voor hem gewoon op dit moment de meest lieftallige vrouw van het huis?’


ISBN 9789062656639 | hardcover | 100 pagina's | In de Knipscheer| april 2011

© Marjo, 24 juli 2011

 Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER