Viet Thanh Nguyen

https://vietnguyen.info

 

Vietnamees in Parijs
Viet Thanh Nguyen


Doordat er naar verwezen wordt, is het vrij snel duidelijk dat aan dit verhaal aan ander boek vooraf ging. Dat is ‘De sympathisant’, verschenen in 2016.
Net als zijn personage is Viet Thanh Nguyen een vluchteling uit Vietnam en hoewel zijn leven heel anders verliep dan dat van zijn protagonist is de vraagstelling die van hemzelf: waar kom je vandaan en wat doe je hier?
Tussen de regels door wordt er veel – maar niet alles – verteld over de geschiedenis van Vietnam. Als je daar als lezer niet veel van af weet is het zaak je aandacht er bij te houden. Het land werd door de eeuwen heen diverse keren geknecht, gekolonialiseerd en weer ‘bevrijd’.


In het eerste boek werd de vlucht naar Amerika beschreven, waar hij fungeerde als spion, in dienst van het communistische regime. De hoofdpersoon heeft behalve de ambigue afkomst die veel Vietnamezen kennen ook nog de pech dat zijn moeder verleid werd door een Fransman. Een geestelijke, die haar opnam in zijn huis en zijn zoon nooit erkende.


In Vietnamees in Parijs, komt zoals de titel al aangeeft dezelfde persoon aan in Frankrijk, het land van zijn vader. Na het verblijf in Amerika heeft hij gedwongen tijd doorgebracht in een heropvoedingskamp, waar geestelijke en fysieke martelingen aan de orde van de dag zijn. Als hij zijn verhaal neerschrijft is dat vanuit het Paradijs (het wordt in het midden gelaten wat dat precies is). Hij is neergeschoten door zijn vriend Bon, vertelt hij.


‘Leg je wapen weg, Bon. Je kan me maar één keer doden.
Of misschien niet. Ik ben ook nog steeds een man met twee gezichten en twee zielen, waarvan er misschien één nog intact is. Met mijn twee zielen kan ik elk onderwerp van twee kanten bekijken, en hoewel ik mezelf er op hen laten voorstaan dat dit een talent is, besef ik nu dat het een vloek is. Een man met twee zielen is toch niets meer dan een mutant? Misschien zelfs een monster. Ja, ik geef het toe! Ik ben niet gewoon één, maar twee. Niet alleen ik, maar ook jij. Niet alleen ik, maar ook wij.‘


Het boek heeft vier delen, soms vanuit een ik-, soms vanuit een alwetende verteller.


Met zijn vriend Bon komt Vo Danh eindelijk aan in Parijs, de stad waar ze hopen thuis te komen. Maar niets is minder waar. Ze worden opgevangen door zijn Frans-Vietnamese ‘tante’ die in feite de contactpersoon was uit zijn tijd als communistische spion. Al twijfelt Vo Danh of hij nog wel communist is, hij wil het feit dat hij spioneerde graag verborgen houden voor Bon, die anticommunistisch is. Vo Danh heeft twee bloedbroeders: Bon, die hem niettemin naar het leven zou staan als hij wist dat Vo communist was, en Man, Vo’s mentor, ook een communistische spion.
De twee raken verstrikt in de drugshandel. Om die te slijten maken ze gebruik van de intellectuele kliek rondom tante.


Vo Danh heeft gestudeerd, is een belezen man, en stelt zich vragen waarop geen antwoord is.
Wie is hij? Wat is hij? Een dubbele ziel: Vietnamees vanwege zijn moeder, Frans vanwege zijn vader, communist of kapitalist?
Zijn uiterlijk is duidelijk niet Europees, dus zal hij altijd gezien worden als een Aziaat, Vietnamees, misschien, vaker gewoon Chinees. Grappig is dan dat er een drugsoorlog ontstaat: de Aziaten versus de Arabieren. Maar Vo Danh begrijpt niet hoe Fransen meteen kunnen zien dat iemand Arabisch is. Ze zien er precies uit als Fransen in zijn ogen. (Dat zijn we ook! zal de bewuste Arabier zeggen)
Voor beide niet-Fransen geldt: ze zullen nooit Europees worden.


Er is een enorme tegenstelling in dit boek: aan de ene kant de vragen omtrent ideologieën en politiek. Over de negatieve gevolgen van kolonialisme en imperialisme – daar is er geen verschil of je afstamt van slaven uit Afrika of ooit geknecht was in welk land ook. Over het geloof: kun je communist en katholiek tegelijk zijn? Over kapitalisme versus communisme. En over oorlog en de gevolgen daarvan.


‘Wat is meer waard dan onafhankelijkheid en vrijheid? Niets.’


Ook is het een spannend en hard verhaal over drugshandel en daaraan verwante criminaliteit. Een mensenleven is niets waard.
Als een rode draad speelt door het verhaal het geheim dat Vo Danh heeft voor Bon. Hij weet immers dat als Bon zal ontdekken dat hij communist is - of ooit was, dat is nog de vraag – het bloedbroederschap weinig meer zal betekenen.


Maar het loopt allemaal anders dan je zou verwachten.
De stijl wisselt met het verhaal. Als er bijvoorbeeld sprake is van gewelddadige scenes worden de zinnen ellenlang. Verandert de situatie, dan verandert ook de stijl.
Vermoeiend – enige oplettendheid is vereist en het zet de lezer aan het denken – en boeiend – er is dan wel veel geweld, maar er zit ook humor in en de beschrijvingen zijn haast filmisch.
Dus: absoluut de moeite waard!


Viet Thanh Nguyen (1971) is een Vietnamees-Amerikaanse professor en romanschrijver. Hij is de Aerol Arnold-leerstoel Engels en hoogleraar Engelse en Amerikaanse studies en etniciteit aan de Universiteit van Zuid-Californië. Met zijn debuutroman De sympathisant won hij de Pulitzer Prize (2016) evenals vele andere prijzen, zoals de Dayton Literary Peace Prize, de Edgar Award en de Carnegie medal.
Vietnamees in Parijs volgt de verteller uit De sympathisant, maar is prima als standalone te lezen.


ISBN  9789460684784 | paperback | 416 pagina’s | Uitgeverij Marmer | februari 2022

© Marjo, 14 juni 2022

Lees de reacties op het forum, klik HIER