literatuurBegeerte heeft ons aangeraakt


Twee dolende zielen, twee beschadigde mensen ontmoeten elkaar en krijgen een band die in een onmogelijke liefde zal uitgroeien.
Hij, de ik-figuur, schrijft aan haar zijn verhaal, een verhaal dat een tijdsspanne van tien dagen beslaat maar waarin hij ook uitweidt over het verleden.


Hij, Lucas, heeft zes jaar eerder de vuurwerkramp in Enschede meegemaakt. Als hij gedaan had wat hij moest doen, had hij midden in het centrum er van gezeten, maar hij haastte zich niet voor de afspraak die hij had met zijn vriend Zwier. Toen tot Lucas doordrong wat er gebeurd was, zocht hij eerst zijn ouders -die bleken in orde- en toen zijn vriend. Zwier lag dood, verpletterd door een blok beton, dat verder gestuiterd was. Zo enorm was de kracht van de ontploffing. Zo enorm is ook de impact die het verlies, en het schuldgevoel op Lucas heeft. Hij voelt zich ontheemd, hij leeft zijn leven, maar niet van harte.
Hij is werkzaam in een museum, als conservator van de afdeling Oude Muziekinstrumenten, als hij op een dag de regels overtreedt en de koningin aanspreekt. Voor zijn baas en minnares hem kan ontslaan, vertrekt hij zelf. Net voor hij de deur uitgaat is er een telefoontje van iemand uit Groningen die een klavecimbel heeft staan waarvan hij denkt dat het een waardevol instrument is. Lucas heeft niets te verliezen, waarom zou hij niet even gaan kijken wat het is? Misschien wel de ontdekking van zijn leven?
Dembeck, de beller ontvangt hem in zijn huis, een voormalig klooster, waar een week eerder zijn vader omgekomen is bij een brand. Een ander zou uit kiesheid zo snel mogelijk weggegaan zijn, maar Lucas blijft zelfs logeren als Dembeck dat voorstelt. Hij verschuilt zich achter het moeten herstellen en stemmen van eerst het klavecimbel en later het kerkorgel, maar eigenlijk weet hij niet wat hij met zijn leven aan moet. Zijn ouders wonen nog in Enschede, net als Zwiers ouders. Hij bezoekt hen plichtmatig, maar liefst zou hij alles vergeten wat met de ramp te maken heeft.
Dan komt de vrouw aan wie hij schrijft in zijn leven. Dido, de zus van Dembeck, die net als de rest van de familie overkomt voor de begrafenis. Dido heeft ook zo haar problemen. Zij is een talentvol muzikant, een claveciniste. Ooit zeer succesvol in Japan, maar nadat ze op het podium volledig ingestort is, nooit meer uit de inrichting gekomen waar ze opgenomen werd. De begeerte raakt hen aan... maar door wat ze zijn kan hun liefde nooit tot ontwikkeling komen. En ze weten het.
Het is een tragisch verhaal, een liefdesroman, maar met zulke aparte vondsten, dat je net zo vaak tot tranen geroerd bent als tot lachen geneigd.
Een fantastisch mooi debuut.


Paperback, 271 pagina's ISBN 9789060057155 Uitgeverij Thomas Rap Amsterdam 2008

© Marjo, november 2008

Reageren? Klik hier!